Sony DSC-N2 Handleiding

Tuesday, October 17, 2017
Download

VKLIK! Inhoud Basisbedieningen Geavanceerde bedieningen Het menu gebruiken Digitale camera Het Setup-scherm gebruiken Cyber-shot-handboek DSC-N2 Beelden bekijken op een Alvorens het apparaat te bedienen, leest u dit tv-scherm handboek en de "Gebruiksaanwijzing" aandachtig door en bewaart u deze voor latere naslag. De camera met uw computer gebruiken Stilstaande beelden afdrukken Problemen oplossen Overige Index © 2006 Sony Corporation 2-887-201-71(1) NL

Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen Opmerkingen over de accu worden gebruikt (niet bijgeleverd) • Laad de accu (bijgeleverd) op voordat u de Deze camera gebruikt het IC- camera voor het eerst gebruikt. opnamemedium "Memory Stick Duo". Er • De accu kan zelfs worden opgeladen als deze zijn twee typen "Memory Stick". nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs als de accu niet volledig opgeladen is, de gedeeltelijke lading van de accu gewoon "Memory Stick Duo": U kunt een gebruiken. "Memory Stick Duo" gebruiken in uw • Als u van plan bent de accu gedurende een lange camera. tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de resterende lading, verwijdert u daarna de accu uit de camera, en bewaart u deze op een droge, koele plaats. Dit dient om de functies van de accu te behouden. • Voor verdere informatie over bruikbare accu’s, "Memory Stick": u kunt in deze camera zie blz. 127. geen "Memory Stick" gebruiken. Carl Zeiss-lens Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens, die scherpe beelden met uitstekend contrast reproduceert. De lens van deze camera is geproduceerd Andere geheugenkaarten kunnen niet onder een kwaliteitborgingssysteem dat is worden gebruikt. gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen • Voor meer informatie over "Memory Stick Duo", zie blz. 125. van Carl Zeiss, Duitsland. Bij gebruik van een "Memory Stick Duo" Opmerkingen over het LCD-scherm en in een "Memory Stick"-compatibel de lens apparaat • Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van uiterste precisietechnologie zodat meer dan U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken 99,99% van de beeldpunten effectief werkt. Er door deze in de Memory Stick Duo-adapter kunnen echter enkele kleine zwarte en/of (niet bijgeleverd) te steken. heldere (witte, rode, blauwe of groene) punten zijn die permanent op het LCD-scherm aanwezig zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. Memory Stick Duo-adapter Zwarte, witte, rode, blauwe en groene punten 2

Opmerkingen over het gebruik van de camera • Als het LCD-scherm of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. • Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot en er geen kracht op uitoefent. De foto’s in dit handboek De foto’s die in dit handboek gebruikt worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. 3

Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 2 Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 8 Scherpstellen – Het onderwerp met succes scherpstellen............................... 8 Belichting – De lichtintensiteit instellen ............................................................. 9 Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 10 Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 11 Plaats van de onderdelen ....................................................................... 12 Indicators op het scherm ........................................................................ 14 Het weergavescherm veranderen ........................................................... 18 Het interne geheugen gebruiken ............................................................ 19 Basisbedieningen Het aanraakscherm bedienen................................................................. 20 Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie) .................... 22 Beelden bekijken/wissen......................................................................... 27 Geavanceerde bedieningen De gewenste camerafunctie kiezen ........................................................ 29 De opnamefunctie instellen ............................................................................. 29 Scènekeuzefunctie: De beste opnamefunctie kiezen voor de scène ............. 30 (Belichtingsinst.): De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen...................................................................................................... 31 (EV): De belichting handmatig instellen ..................................................... 32 9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode veranderen ......................... 33 Het album gebruiken ............................................................................... 36 Gebruik van de diavoorstelling................................................................ 39 Tekenen op stilstaande beelden ............................................................. 42 4

Inhoud Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken ......................................................44 Menuonderdelen.................................................................................45 Menu voor opnemen ...............................................................................47 COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld veranderen en speciale effecten toevoegen (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie gebruiken WB (Witbalans): De kleurtinten instellen ISO: De lichtgevoeligheid kiezen (Beeldkwaliteit): De kwaliteit van het stilstaande beeld kiezen Mode (Opn.functie): De ononderbroken opnamefunctie kiezen BRK (Bracket-stap): EV verschuiven in de [Exposure Bracket] functie M (Interval): Het frame-interval van de [Multi Burst] functie kiezen (Flitsniveau): De hoeveelheid flitserlicht instellen (Contrast): Het contrast van het beeld instellen (Scherpte): De scherpte van het beeld instellen (Setup): De Setup-onderdelen veranderen Menu voor weergeven .............................................................................55 (Album): De stilstaande beelden in het album afbeelden (Album verlaten): De weergave van de beelden in het album stoppen (Diavoorstelling): Een serie beelden weergeven (Kleuren): Tekenen op de stilstaande beelden (Wissen): Beelden wissen (Volumeniveau): Het volume instellen (Map): De map voor het weergeven van beelden kiezen - (Beveiligen): Per ongeluk wissen voorkomen DPOF: Een afdrukmarkering aanbrengen (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Roteren): Een stilstaand beeld roteren (Opdelen): Filmpjes knippen (Setup): De Setup-onderdelen veranderen (Trimmen): Een vergroot beeld opnemen 5

Inhoud Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken .................................................... 63 1 Camera 1 ........................................................................................... 65 AF-functie Rode-ogeneff. Digitale zoom AF-verlicht. 2 Camera 2 ........................................................................................... 68 Auto Review Intern geheugen ................................................................................ 69 Formatteren Memory Stick .................................................................................... 70 Formatteren Opnamemap wijz. Opnamemap maken Kopiëren Album .............................................................................................. 73 Schrijven in album Album controleren Formatteren 1 Setup 1............................................................................................... 74 Downl. muz. Format. muz. 2 Setup 2............................................................................................... 75 LCD-verlicht Taal Pieptoon Initialiseren 3 Setup 3............................................................................................... 76 Bestandsnr. Video-uit USB-aansl. Klokinstel. 4 Setup 4............................................................................................... 78 Kalibratie Behuizing Beelden bekijken op een tv-scherm Beelden bekijken op een tv-scherm........................................................ 79 6

Inhoud De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer........................................................81 De software (bijgeleverd) installeren .......................................................83 Beelden kopiëren naar uw computer.......................................................84 Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo") .............................................91 De "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken..............................92 De "Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken............................................97 Uw Macintosh-computer gebruiken.........................................................98 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken ..............................................................100 Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer ....................................................................................................101 Beelden afdrukken in een winkel...........................................................105 Problemen oplossen Problemen oplossen..............................................................................107 Foutcodes en meldingen .......................................................................120 Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening .............124 Over de "Memory Stick" ........................................................................125 Informatie over de accu .........................................................................127 De acculader .........................................................................................128 Index Index......................................................................................................129 7

Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van uw camera. Het vertelt u hoe u de diverse camerafuncties moet gebruiken door het aanraken van de toetsen op het scherm (blz. 20). Scherp- Het onderwerp met succes scherpstellen stellen Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp (Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege ingedrukt moet worden. AE/AF- Druk daarna de Druk de ontspanknop Druk de sluiterknop vergrendelingsindicator sluiterknop plotseling helemaal in. tot halverwege in. knippert , licht op/piept helemaal in. Om een stilstaand beeld op te nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t [Scherpstellen] (blz. 33) Als het beeld zelfs na scherpstellen wazig is, kan dit komen doordat de camera is bewogen. t Zie "Tips om wazige beelden te voorkomen" (hierna). Tips om wazige beelden te voorkomen Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. Wij adviseren u tegen een boom of gebouw in de buurt te leunen voor stabiliteit. Opnemen met een 2-seconden vertragingstimer of het gebruik van een statief werkt ook goed. Gebruik de flitser wanneer u opneemt onder zwakke belichting. 8

Basistechnieken voor betere beelden Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in Belichting: de camera valt Diafragma = De grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium Overbelichting In de automatische instelfunctie wordt de = te veel licht belichting automatisch ingesteld op de Te licht beeld juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met behulp van de hieronder beschreven functies. Juiste belichting Handmatige belichting: Hiermee kunt u de sluitertijd en diafragmawaarde handmatig aanpassen (blz. 31). Onderbelichting = te weinig licht EV: Te donker beeld Hiermee kunt u de belichting die door de camera is ingesteld veranderen (blz. 32). Lichtmeetfun.: Hiermee kunt u het deel van het onderwerp veranderen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen (blz. 48). 9

Basistechnieken voor betere beelden Eigenschappen van "sluitertijd" Eigenschappen van "diafragma" (F-waarde) Korter Langer Open Dicht Bewegende Bewegende Het Het onderwerpen lijken onderwerpen lijken scherpstellingsbereik scherpstellingsbereik gestopt. te zweven. wordt kleiner, zowel wordt groter, zowel aan de voorkant als aan de voorkant als aan de achterkant. aan de achterkant. De ISO-gevoeligheid instellen ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op het beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Om de ISO-gevoeligheid in te stellen, zie blz. 50. Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een vloeiender beeld op. Echter, als de belichting onvoldoende is, kan het beeld donkerder worden. Kleur Over het effect van de lichtbron De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen Weer/lichtbron Daglicht Bewolkt Fluorescerend Lamplicht Eigenschappen van Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig het licht In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 48). 10

Basistechnieken voor betere beelden Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels. Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag nemen en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 10M 3648 pixels × 2736 pixels = 9.980.928 pixels 2 Beeldformaat: VGA(E-Mail) 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels Pixels Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken (blz. 26) Pixel Veel pixels (Hoge Voorbeeld: Afdrukken beeldkwaliteit en tot A3/A3 +*-formaat groot bestand) Weinig pixels Voorbeeld: Beeld (Lage versturen als bijlage bij beeldkwaliteit en e-mailberichten klein bestand) * Dit formaat is groter dan A3. Afdrukken van foto’s op A3-formaat, plus een rand rondom, is mogelijk. De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 50) U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner. 11

Plaats van de onderdelen Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde 3 bladzijden. 1 1 2 2 5 4 5 6 3 7 4 8 6 9 qs 7 qd q; qa A POWER-toets/lampje A Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T) (22) B Sluiterknop Voor weergeven: / C Flitser (24) (Weergavezoom) toets/ (Index) toets D Zelfontspannerlampje (24)/AF- (27) verlichting (67) B LCD-scherm (18)/aanraakscherm (20) E Microfoon C Oog voor polsriem F Luidspreker D Functieknop G Lens E toets (aanraakscherm- inschakeltoets) • Druk lang op deze toets om het scherm (Setup) af te beelden. F Accu/"Memory Stick Duo"-deksel G (Schermweergaveschakel)-toets (18) • Druk lang op deze toets om de helderheid van de achterverlichting van het LCD- scherm te veranderen. H Toegangslampje I "Memory Stick Duo"-gleuf J Accu-insteekgleuf K Accu-uitwerphendel 12

Plaats van de onderdelen L Schroefgat voor statief (onderkant) • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. U kunt de camera niet stevig bevestigen op een statief waarvan de schroef langer is dan 5,5 mm. Bovendien kan hierdoor de camera beschadigd worden. M Multifunctionele aansluiting (onderkant) Bij gebruik van de AC-LS5K netspanningsadapter (niet bijgeleverd) 2 Naar de multifunctionele aansluiting 1 Naar de DC IN- Kabel voor de aansluiting multifunctionele aansluiting v merkteken (bijgeleverd) 3 Naar stopcontact • U kunt de accu niet opladen door uw camera aan te sluiten op de netspanningsadapter AC-LS5K. Gebruik de acculader om de accu op te laden. 13

Indicators op het scherm Nadere bijzonderheden over de bediening Scherm Indicatie vindt u op de tussen haakjes vermelde Camerafunctie bladzijden. (Programma/Handmatig) Bij opname van stilstaande beelden (29) SL Flitsfunctie (24) Opladen flitser Zoomvergroting (23, 65) 1.3 Vermindering van het rode- ogeneffect (66) Scherpte (54) Contrast (54) Bij opname van bewegende beelden ON AF-verlichting (67) Lichtmeetfunctie (48) VIVID Kleurinstelling (47) NATURAL SEPIA B&W Behuizingfunctie (78) B Scherm Indicatie Histogram (18, 33) A Scherm Indicatie NR lange-sluitertijd Accu-restlading • Als de sluitertijd onder zwakke belichting langer z AE/AF- wordt dan een bepaalde vergrendelingsindicator tijdsduur, treedt (23) automatische NR (ruisonderdrukking) lange- M BRK Opnamefunctie (22, 51) sluitertijdfunctie in werking om de beeldruis te Witbalans (48) verminderen. WB +2.0EV Belichtingswaarde (32) STBY Standby/Opname voor F3.5 Diafragmawaarde (32) OPNEMEN bewegende beelden 125 Sluitertijd (32) Camerafunctie (Scènekeuze) (30) 14

Indicators op het scherm C D Scherm Indicatie Scherm Indicatie Beeldformaat (26) Trillingswaarschuwing • wordt alleen afgebeeld • Geeft aan dat trillingen wanneer Multi Burst is kunnen verhinderen dat de geactiveerd. beelden scherp worden opgenomen als gevolg van FINE STD Beeldkwaliteit (50) onvoldoende belichting. Opnamemap (70) Zelfs als de trillingswaarschuwing • Dit wordt niet afgebeeld wordt afgebeeld, kunt u wanneer het interne toch het beeld opnemen. geheugen wordt gebruikt. Wij adviseren u echter de Resterende opslagcapaciteit flitser te gebruiken om een van het interne geheugen betere belichting te verkrijgen, of het statief Resterende opslagcapaciteit o.i.d. te gebruiken om de van de "Memory Stick" camera te stabiliseren Album (73) (blz. 8). 00:00:00 Opnameduur [maximale E Waarschuwing voor [00:28:05] opnameduur] zwakke accu (120) 1/30" Multi Burst-interval (53) + Dradenkruis van de spotlichtmeting (48) 400 Resterend aantal opneembare beelden AF-bereikzoekerframe (34) Zelfontspanner (24) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (120) ISO-nummer (50) ±0.7EV Bracket-stapwaarde (53) E Scherm Indicatie Macro (25) S A F M AF AF-functie (65) Indicator van AF- bereikzoekerframe (34) 1.0m Scherpstelling- voorkeuzeafstand (34) 15

Indicators op het scherm Bij weergave van stilstaande beelden A Scherm Indicatie Accu-restlading M Opnamefunctie (22, 51) - Beveiliging (56) Afdrukmarkering (DPOF) (105) N Weergave Map veranderen (55) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne Bij weergave van bewegende beelden geheugen wordt gebruikt. 1.3 Zoomvergroting (28) Stap Beeld-voor-beeld-weergave 12/16 (53) Behuizingfunctie (78) B Scherm Indicatie Histogram (18, 33) • wordt afgebeeld wanneer het histogram is uitgeschakeld. Weergavebalk Navigatiebalk 16

Indicators op het scherm C D Scherm Indicatie Scherm Indicatie Beeldformaat (26) PictBridge-aansluiting (103) • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los terwijl het PictBridge-aansluiting pictogram wordt afgebeeld. (101) +2.0EV Belichtingswaarde (32) Opnamemap (70) ISO-nummer (50) • Dit wordt niet afgebeeld wanneer het interne Lichtmeetfunctie (48) geheugen wordt gebruikt. Flitser Weergavemap (55) Witbalans (48) • Dit wordt niet afgebeeld WB wanneer het interne geheugen wordt gebruikt. 500 Sluitertijd (32) 8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal F3.5 Diafragmawaarde (32) beelden opgenomen in de Weergavebeeld gekozen map Resterende opslagcapaciteit 2006 1 1 Opgenomen datum/tijd van van het interne geheugen 9:30 AM het weergavebeeld Resterende opslagcapaciteit Volume van de "Memory Stick" Albumweergave (36) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (120) 101-0012 Map-bestandsnummer (55) 00:00:12 Teller 17

Het weergavescherm veranderen Bij iedere druk op de • Door lang op de (schermweergaveschakel-) (schermweergaveschakel-) toets, verandert toets te drukken, kunt u de achterverlichting van het scherm als volgt. het LCD-scherm verhogen. • Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens de weergave beeldinformatie afgebeeld. • Het histogram wordt in de volgende gevallen Histogram aan niet afgebeeld wanneer: Tijdens het opnemen – het menu wordt afgebeeld. – bewegende beelden worden opgenomen Histogram Tijdens het weergeven scherm (blz. 33) – het menu wordt afgebeeld. – in de indexfunctie – u de weergavezoom gebruikt. Indicators uit – u stilstaande beelden roteert. – bewegende beelden worden weergegeven • Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt afgebeeld tijdens het opnemen en tijdens het weergeven wanneer: – de flitser afgaat. – de sluitertijd lang of kort is. Indicators aan • Het histogram wordt misschien niet afgebeeld voor beelden opgenomen op andere camera’s. 18

Het interne geheugen gebruiken De camera heeft een intern geheugen van ongeveer 25 MB. Dit geheugen kan niet uit de camera worden verwijderd. Zelfs als geen "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst, kunt u beelden opnemen in dit interne geheugen. • Bewegende beelden met beeldformaat [640(Fijn)] kunnen niet worden opgenomen in het interne geheugen. Als een "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden op de "Memory Stick Duo" opgenomen. B [Weergave]: De beelden op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. [Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden op de "Memory Stick Duo". Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst [Opnemen]: De beelden worden in het interne geheugen opgenomen. B Intern geheugen [Weergave]: De beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen worden weergegeven. [Menu, Setup, enz.]: Diverse functies kunnen worden toegepast op de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen. Over beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen Wij adviseren u altijd een reservekopie (back-up) te maken van de beeldgegevens met behulp van een van de onderstaande methoden. Een reservekopie (back-up) maken op een "Memory Stick Duo" Bereid een "Memory Stick Duo" voor met een opslagcapaciteit van 32 MB of meer en volg de procedure beschreven in [Kopiëren] (blz. 71). Een reservekopie (back-up) maken op de vaste schijf van de computer Volg de procedure op bladzijden 84 t/m 87 zonder dat een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. • U kunt beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" niet kopiëren naar het interne geheugen. • Door de camera aan te sluiten op een computer met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, kunt u de beeldgegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen kopiëren naar een computer. U kunt beeldgegevens echter niet kopiëren van de computer naar het interne geheugen. 19

Basisbedieningen Het aanraakscherm bedienen Functieknop Aanraakscherm toets (aanraakscherm-inschakeltoets) 1 Druk op (aanraakscherm- inschakeltoets) om de toetsen op het aanraakscherm af te beelden. • Als de functieschakelaar in de stand staat, slaat u deze handeling over. 2 Raak de toetsen op het scherm licht aan met uw vinger. • Druk nogmaals op (aanraakscherm- inschakeltoets) om de aanraakschermtoetsen uit te schakelen. Over de toetsen op het aanraakscherm • Als het item dat u wilt instellen niet op het scherm wordt afgebeeld, kunt u met de toetsen v/V een andere pagina kiezen. • U kunt terugkeren naar het voorgaande scherm door aan te raken. • Om het aanraakscherm te bedienen, raakt u het licht aan met uw vinger of de bijgeleverde tekenpen. • Raak het scherm niet aan met enig ander puntig voorwerp dan de bijgeleverde tekenpen. • Druk niet harder op het LCD-scherm dan noodzakelijk. 20

Het aanraakscherm bedienen Het scherm verslepen U kunt tussen de stilstaande beelden wisselen of filmpjes vooruit- of achteruitspoelen door tijdens weergave het scherm te verslepen. Om deze functie te gebruiken, drukt u op (aanraakscherm-inschakeltoets) om de aanraakschermtoetsen uit te schakelen. Stilstaande beelden Basisbedieningen • Het beeld verandert zodra u uw vinger van het scherm haalt. Voorgaand Volgend beeld beeld Bewegende beelden • Raak het scherm aan om het filmpje weer te geven. • Sleep het scherm naar rechts om het filmpje door te spoelen, en naar links om ze terug te spoelen. • Raak het scherm tijdens weergave nog een keer aan om te pauzeren. Weergavezoom • Sleep het scherm omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om het ingezoomde scherm te 1.3 verschuiven en de verborgen delen van het beeld weer te geven. • Wanneer de camera is aangesloten op een televisie en de beelden worden weergegeven op de televisie (blz. 79), zal het scherm niet veranderen naar het volgende of voorgaande beeld, zelfs niet wanneer het camerascherm wordt versleept. • Wanneer u naar beelden kijkt die in de Multi Burst-functie zijn opgenomen, raakt u het scherm aan om de weergave te pauzeren. Versleep het gepauzeerde scherm naar rechts om een frame voorwaarts te verspringen, en aar links om een frame achterwaarts te verspringen. 21

Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie) Dit hoofdstuk beschrijft de methode om beelden op te nemen met de standaardinstellingen. Microfoon Sluiterknop Zoomtoetsen Functieknop toets (aanraakscherm- inschakeltoets) 1 Kies een functie met de functieknop. Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): Kies . Bewegend beeld: Kies . 2 Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. Plaats het onderwerp in het midden van het scherpstellingsframe. Scherm de microfoon niet af met uw vinger. 22

Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie) 3 Neem op met de sluiterknop. Bij opname van stilstaande beelden waarbij de -indicator op het scherm afgebeeld wordt, kunnen verkleinde kopieën van de originele beelden opgeslagen worden in het album (blz. 73). Basisbedieningen Stilstaand beeld (Automatische instelfunctie): 1 Houd de sluiterknop tot halverwege ingedrukt om scherp te stellen. De z (AE/AF-vergrendelings-) indicator knippert (groen), een pieptoon klinkt, de indicator stopt met knipperen en blijft aan. AE/AF-vergrendelingsindicator 2 Druk de sluiterknop helemaal in. Bewegend beeld: Druk de sluiterknop helemaal in. Om met het opnemen te stoppen, drukt u de sluiterknop nogmaals helemaal in. Een stilstaand beeld opnemen van een onderwerp waarop moeilijk scherpgesteld kan worden • De minimale opnameafstand is ongeveer 50 cm. Neem op in de close-up-opnamefunctie (Macro) (blz. 25) wanneer u een onderwerp wilt opnemen vanaf een kortere afstand dan de minimale opnameafstand. • Als de camera niet automatisch op het onderwerp kan scherpstellen, verandert de AE/AF- vergrendelingsindicator naar langzaam knipperen en klinkt er geen pieptoon. Stel het beeld opnieuw samen en stel opnieuw scherp. Scherpstellen is moeilijk wanneer: – Het donker is en het onderwerp ver weg is. – Het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond slecht is. – Het onderwerp door glas wordt opgenomen. – Het onderwerp snel beweegt. – Het licht reflecteert of schittert. – Het onderwerp van achteren wordt belicht of door een zwaailicht. De zoom gebruiken Druk op de zoomtoetsen. • Als de zoomvergroting hoger is dan 3×, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. Voor meer informatie over de [Digitale zoom] instellingen en de beeldkwaliteit, zie blz. 65. • U kunt de zoomvergrotingsfactor niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden. 23

Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie) De flitsfunctie/zelfontspanner/close-up-opname instellen/beeldformaat instellen Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het aanraakscherm af te beelden. De flitser gebruiken voor stilstaande beelden De zelfontspanner gebruiken Een close-up (macro) opnemen Het beeldformaat veranderen Een flitsfunctie kiezen voor stilstaande beelden Raak op het scherm aan. Raak het gewenste item aan en raak daarna aan. Autom.: De flitser werkt volautomatisch De flitser gaat af als het donker is of bij tegenlicht (standaardinstelling). Altd. flits. ( ): Altijd flitsen Lgz synchro ( SL ): Altijd flitsen Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen. Niet flits. ( ): Niet flitsen • De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen. • Tijdens het opladen van de flitser wordt afgebeeld. De zelfontspanner gebruiken Raak op het scherm aan. Raak het gewenste item aan en raak daarna aan. 10 sec ( ): Zelfontspanner instellen op een vertraging van 10 seconden 2 sec ( ): Zelfontspanner instellen op een vertraging van 2 seconden Uit: Zelfontspanner buiten gebruik 24

Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie) Druk op de sluiterknop, het zelfontspannerlampje knippert en een pieptoon klinkt totdat de sluiter in werking treedt. Zelfontspannerlampje Basisbedieningen Om de zelftimeropname te annuleren, drukt u op (aanraakscherm-inschakeltoets). • Door gebruik van de zelfontspanner met een vertraging van 2 seconden, kunt u bewegingsonscherpte (blur) voorkomen. Macro (Een close-up opnemen) Raak op het scherm aan. Raak [Aan] aan en raak daarna aan. Aan ( ): Macro aan (W-kant: ong. 6 cm of meer, T-kant: ong. 34 cm of meer) Uit: Macro uit • Wij adviseren de zoom in te stellen op de uiterste groothoekstand (W). • Het scherpstellingsbereik wordt kleiner waardoor misschien niet het hele onderwerp scherp is gesteld. • De snelheid van de automatische scherpstelling neemt af. 25

Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie) Het beeldformaat veranderen Raak op het scherm aan. Raak het gewenste item aan en raak daarna aan. Voor meer informatie over het beeldformaat, zie blz. 11. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Beeldformaat Gebruiksadvies Aantal beelden Afdrukken 10M (3648×2736) Voor opslaan van belangrijk beeldmateriaal of afdrukken van foto’s op A3/A3 +1)-formaat of A4- Minder Fijn formaat foto’s met hoge resolutie 3:22) (3648×2432) Net als beeldverhouding 3:2 8M (3264×2448) Max. formaat is A3 (11×17") 5M (2592×1944) Max. formaat is A4 (8×10") 3M (2048×1536) Max. formaat is 13×18cm (5×7") 2M (1632×1224) Max. formaat is 10×15cm (4×6") Meer Grof VGA(E-Mail) Voor e-mail (640×480) 16:9(HDTV)3) Weergeven op 16:9 HDTV4) (1920×1080) 1) Dit formaat is groter dan A3. Afdrukken van foto’s op A3-formaat, plus een rand rondom, is mogelijk. 2) De beelden worden opgenomen met een beeldverhouding 3:2, net als afgedrukte foto’s, ansichtkaarten, enz. 3) Beide randen van het beeld kunnen worden afgesneden tijdens het afdrukken (blz. 116). 4) Door de Memory Stick-gleuf of een USB-verbinding te gebruiken, kunt u genieten van een hogere beeldkwaliteit. Videoformaat Frames/seconde Aanwijzingen voor gebruik 640(Fijn) (640×480) Ong. 30 Weergave op tv, hoge kwaliteit 640(Standaard) Ong. 17 Weergave op tv, standaard (640×480) 160 (160×112) Ong. 8 Voor e-mail • Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. • De weergave wordt vloeiender naarmate u meer frames per seconde gebruikt. 26

Beelden bekijken/wissen (Index)/ (Weergavezoom) toets toets (Weergavezoom) Basisbedieningen Functieknop Aanraakscherm 1 Kies met de functieknop . 2 Kies een beeld met / . Bewegend beeld: Raak B aan. Achteruitspoelen/Vooruitspoelen: / (Naar de normale weergave terugkeren: B) Volume: Raak de toetsen [MENU] t [Volumeniveau] t +/– aan om in te stellen en raak tenslotte t [Sluiten] aan. De weergave stoppen: x • Bewegende beelden van beeldformaat [160] worden kleiner weergegeven. Beelden wissen Geef het beeld weer dat u wilt wissen en raak vervolgens de toetsen [MENU] t [Wissen] t [Wissen] t [OK] aan. 1 2 3 Het wissen annuleren Raak [Sluiten] aan in 2 of raak [Annul.] aan in 3. • Zelfs als u een beeld wist, blijft de verkleinde kopie ervan in het album bewaard. 27

Beelden bekijken/wissen Een beeld vergroot weergeven (weergavezoom) Druk op terwijl een stilstaand beeld wordt weergegeven. Om terug te keren naar de normale weergave, drukt u op . Stel het gebied waarop moet worden ingezoomd in met: v/V/b/B 1.3 MENU x1.0 Weergavezoom annuleren • Om een vergroot beeld op te slaan: [Trimmen] (blz. 62) Een indexscherm afbeelden Druk op (Index). Raak het beeld aan dat u wilt bekijken op het enkelbeeldscherm. Raak b/B aan om het voorgaande/volgende indexscherm weer te geven. VGA 3/9 101-0012 2006 1 1 9:30PM MENU MENU Als u nogmaals op (Index) drukt, wordt het indexscherm met 12 beelden weergegeven. Beelden wissen in de indexfunctie 1 Raak, terwijl een indexscherm wordt weergegeven, volgende toetsen aan: [MENU] t [Wissen] t [Kiezen]. 2 Raak het beeld aan dat u wilt wissen zodat de (Wissen) indicator erop wordt afgebeeld. Groen selectiekader Een eerdere keuze ongedaan maken Raak het beeld aan dat u eerder hebt gekozen om te wissen, zodat de indicator op het beeld uitgaat. 3 Raak [OK] t [OK] aan. • Als u alle beelden in de map wilt wissen, raakt u in stap 1 [Alle in deze map] aan in plaats van [Kiezen]. 28

Geavanceerde bedieningen De gewenste camerafunctie kiezen De opnamefunctie instellen De opnamefuncties kunnen worden veranderd met behulp van de functieknop. Opnamefuncties voor stilstaande beelden Voor het opnemen van stilstaande beelden zijn vier opnamefuncties beschikbaar: automatisch, programma, scènekeuze en handmatig. De standaardinstelling is [Autom.]. Om een andere opnamefunctie dan de [Autom.] te kiezen, gebruikt u de onderstaande procedure. Geavanceerde bedieningen 1 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets). 2 Raak (Camera) aan. 3 Raak de gewenste functie aan. Autom.: Automatische instelfunctie Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. Programma: Geprogrammeerde automatische opnamefunctie Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Lees blz. 45 voor meer informatie over de beschikbare opnamefuncties.) Handmatig: Opnamefunctie met handmatige belichting Hiermee kunt u handmatig de belichting instellen (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde) (blz. 31). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Lees blz. 45 voor meer informatie over de beschikbare opnamefuncties.) : Scènekeuzefunctie Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène (blz. 30). Opnemen van bewegende beelden Weergeven/ bewerken Functieknop toets (aanraakscherm- inschakeltoets) 29

De gewenste camerafunctie kiezen Vanaf deze pagina worden de beschikbare functie-instellingen van de menuonderdelen als volgt aangegeven: Niet beschikbaar Beschikbaar Scènekeuzefunctie: De beste opnamefunctie kiezen voor de scène De volgende functies zijn vooraf vastgelegd overeenkomstig veelvoorkomende scèneomstandigheden. Hoge gevoelighd Landschap Neemt beelden op zonder flitser Stelt alleen scherp op een onder zwakke belichting en onderwerp ver weg voor het vermindert wazigheid. opnemen van landschappen, enz. Schemer* Strand Neemt nachtscènes van veraf op Neemt zee- en waterscènes op met behoud van de donkere waarbij de blauwe kleur van het atmosfeer van de omgeving. water duidelijk wordt opgenomen. Schemer-portret* Sneeuw Geschikt voor het opnemen van Neemt sneeuwscènes en andere portretten op donkere plaatsen. plaatsen op waarbij het hele Neemt scherpe beelden op van scherm wit lijkt, om ingezakte mensen op donkere plaatsen met kleuren te voorkomen en scherpe behoud van de donkere atmosfeer beelden op te nemen. van de omgeving. Soft Snap Vuurwerk* Neemt huidskleuren op met Neemt vuurwerkscènes op in al helderdere en warmere kleuren hun pracht. voor nog mooiere beelden. Bovendien creëert het zachte- scherpstellingseffect een zachtaardige atmosfeer voor portretten van mensen, bloemen, enz. * De sluitertijd wordt langer, dus is het verstandig een statief te gebruiken. 30

De gewenste camerafunctie kiezen Beschikbare functies in de scènekeuzefunctie Om afhankelijk van de scène, het beeld op de juiste wijze op te nemen, bepaalt de camera de meest geschikte combinatie van functie-instellingen. Sommige functies kunnen niet worden ingesteld, afhankelijk van de gekozen scènekeuzefunctie. ( : u kunt de gewenste instelling kiezen) Burst/ AF- Scherpstelling- Macro Flitser Witbalans Exposure Bracket/ Flitsniveau bereikzoeker voorkeuze Multi Burst Geavanceerde bedieningen — — — — SL Autom./ — WB — / / / — — — — (Belichtingsinst.): De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen 1 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets). 2 Raak (Camera) aan t [Handmatig], en raak daarna aan om de instelling vast te leggen en terug te keren naar het vorige scherm. De camera is ingesteld op handmatige belichting. 3 Raak aan. 31

De gewenste camerafunctie kiezen 4 Pas de sluitertijd en de diafragmawaarde aan door v/V aan te raken. Diafragmawaarde Sluitertijd Als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F2,8, F4 of F8. Als de zoom in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragma instellen: F5,4, F8 of F16. U kunt de sluitertijd instellen tussen 1/1000 seconde en 30 seconden. Het verschil tussen de handmatige instellingen en de juiste belichting zoals vastgesteld door de camera wordt afgebeeld als een EV-waarde (blz. 32) op het scherm. Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest geschikt is voor de camera. 5 Neem het beeld op. • De flitser is ingesteld op (Altd. flits.) of (Niet flits.). • Bij de volgende instellingen wordt alleen de helderheid gewijzigd en niet de scherptediepte. – Bij F4 en F8 als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat – Bij F8 en F16 als de zoom in de uiterste telefotostand (T-kant) staat • Sluitertijden van 1 seconde of langer worden afgebeeld met [”], bijvoorbeeld: 1”. • Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te vermijden. • Als de sluitertijd onder zwakke belichting langer wordt dan een bepaalde tijdsduur, treedt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie in werking om de beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld. • Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken. (EV): De belichting handmatig instellen 1 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets). 2 Stel (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.] of [Handmatig], en raak daarna aan. 3 Raak (EV) aan. 32

De gewenste camerafunctie kiezen 4 Kies een waarde door v/V aan te raken. Naar +: Maakt het beeld helderder. 0EV: De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld. Naar – Naar + Naar –: Maakt het beeld donkerder. • Voor meer informatie over de belichting, zie blz. 9. Geavanceerde bedieningen • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld. z De EV (Belichtingswaarde) aanpassen door een histogram af te beelden Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op A de (schermweergaveschakel-) toets om het histogram op het scherm zichtbaar te maken. De grafiek duidt op een helder beeld wanneer deze B rechterkant ervan hoog is, en op een donker beeld Donker Helder wanneer de linkerkant ervan hoog is. Kies [Programma] of een van de standen van de scènekeuzefunctie voor (Camera) en pas de EV-waarde aan terwijl u de belichting aan de hand van het histogram in de gaten houdt. A Aantal pixels B Helderheid • Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt aanpassen. – Als (Camera) is ingesteld op [Autom.] of [Handmatig] – Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven 9 (Scherpstellen): De scherpstellingsmethode veranderen Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie. 1 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets). 2 Stel (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna aan. 3 Raak 9 (Scherpstellen) aan. 4 Raak de gewenste optie aan. 33

De gewenste camerafunctie kiezen De standaardinstellingen worden aangegeven met . Multi-AF Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in (Multipoint-AF) het hele bereik van het zoekerframe (standaardinstelling). (Stilstaand beeld ) • Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het (Bewegend beeld ) midden van het frame bevindt. AF-bereikzoekerframe Indicator van AF- bereikzoekerframe Midden-AF Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in ( ) het midden van het zoekerframe. • Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste beeldcompositie opnemen. AF-bereikzoekerframe Indicator van AF- bereikzoekerframe Punt-AF (Flexibel Punt Hiermee wordt, door het AF-bereikzoekerframe te verplaatsen AF) ( ) naar een gewenste schermpositie, scherpgesteld op een zeer klein onderwerp of een klein gebied. • Voor het instellen van Flexibel Punt AF, zie blz. 35. • Deze functie is handig bij gebruik van een statief en wanneer het onderwerp zich niet in het midden van de zoeker bevindt. • Bij het opnemen van bewegende beelden let u erop de camera stil te houden zodat het onderwerp niet buiten het bereikzoekerframe raakt. AF-bereikzoekerframe Indicator van AF- bereikzoekerframe (oneindige afstand) Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp. (Scherpstelling- 7.0m voorkeuze) 3.0m • Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen in de automatische- 1.0m scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is het handig om de 0.5m scherpstelling-voorkeuze te gebruiken. 34

De gewenste camerafunctie kiezen • AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling). • De informatie over de ingestelde afstand is slechts bij benadering. Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot. • Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken, omdat dan de automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen. • Wanneer u digitale zoomfunkctie of AF-verlichting gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert de , of indicator en wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld. • Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 31). Gebruik van [Punt-AF] Geavanceerde bedieningen 1 Stel (Camera) in op een andere instelling dan [Autom.], raak daarna aan. 2 Raak 9 (Scherpstellen) t [Punt-AF] aan. 3 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten. 4 Raak de plaats aan waarop u de opname wilt scherpstellen. 35

Het album gebruiken Bij opname van stilstaande beelden waarbij de -indicator op het scherm afgebeeld wordt, kunnen verkleinde kopieën van de originele beelden opgeslagen worden in het album (blz. 73). Zelfs als de beelden uit het interne geheugen of van de "Memory Stick Duo" gewist zijn, kunt u nog steeds de verkleinde kopieën uit het album bekijken. Intern geheugen • Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA(E-Mail)] ([1M] voor beelden opgenomen met Multi Burst) en [Standaard]-beeldkwaliteit. In het album kunnen maximaal 500 beelden opgeslagen worden. • Als bij albumweergave de camera uitgeschakeld wordt of de functieschakelaar in een andere stand gezet wordt, stopt de albumweergave. Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen 1 Zet de functieknop op . 2 Raak [MENU] t [Album] aan. De beelden in het album worden gegroepeerd volgens opnamedatum. De beelden worden per groep op het indexscherm afgebeeld onder de naam "Deze datum". A Jaar van opname B Maand van opname C Dag van opname 36

Het album gebruiken 3 Kies de "Deze datum" die u wilt weergeven met b/B en raak deze daarna aan. Alle beelden waarvan de opname op "Deze datum" heeft plaatsgevonden worden op het indexscherm weergegeven. D Jaar/maand/dag van opname E Tijdstip van opname Geavanceerde bedieningen • Als u wilt terugkeren naar het voorgaande indexscherm, moet u op (Index) drukken. 4 Raak het beeld aan. (Als het gewenste beeld niet op het scherm wordt weergegeven, moet u b/B aanraken totdat het op het scherm weergegeven wordt.) Het gekozen beeld wordt weergegeven. • Om naar "Deze datum" terug te keren in het indexscherm moet u op (Index) drukken. Beelden in het album wissen Beelden op een enkelbeeldscherm wissen 1 Geef het beeld dat u wilt wissen weer en raak daarna [MENU] aan om het menu af te beelden. 2 Raak [Wissen] t [Wissen] t [OK] aan. Beelden op het indexscherm wissen 1 Raak [MENU] aan op het scherm in stap 3 van "Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen" om het menu weer te geven. (U kunt geen beelden wissen in "Deze datum" in stap 2 van "Beelden weergeven die in het album zijn opgeslagen".) 2 Raak [Wissen] t [Kiezen] aan. 3 Raak het beeld aan dat u wilt wissen om er een (Wissen) markering op aan te brengen. 4 Raak [OK] t [OK] aan. • Om alle beelden in "Deze datum" te wissen moet u [Alles van deze datum] in stap 2 aanraken. 37

Het album gebruiken z Beeldbestanden in het album • Als het album vol raakt worden de oude beeldbestanden automatisch gewist. Beveilig de bestanden die u niet wilt wissen (blz. 56). • Als het album vol is met beveiligde beeldbestanden, knippert . U kunt beelden opslaan in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo", maar u kunt geen beelden meer opslaan in het album. Als de beveiliging verwijderd is van de overtollige beelden, kunt u weer beeldbestanden opslaan in het album. • Voor het maken van een reservekopie van uw beeldbestanden in het album, moet u de procedure uitvoeren, zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 71). • Rechtstreekse overdracht van de beeldbestanden van het album naar een computer is niet mogelijk. Voer de procedure uit zoals beschreven in [Kopiëren] (blz. 71). Kopieer de gewenste beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" en breng deze over naar een computer. • Bestanden op een "Memory Stick Duo" of computer kunnen niet naar het album gekopieerd worden. • Zelfs als de beelden die in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, beveiligd worden, worden de verkleinde kopieën ervan in het album niet beveiligd. Op dezelfde manier, als de verkleinde kopieën in het album beveiligd worden, zijn de daarbij horende beelden in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" niet beveiligd (blz. 56). • Bij het trimmen of veranderen van het beeldformaat van de beelden in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" worden de daarbij horende beelden in het album niet gewijzigd. • De volgende functies kunnen niet worden gebruikt bij de beelden opgeslagen in het album: – Tekenen – Een afdrukmarkering (DPOF) aanbrengen – Afdrukken – Formaat veranderen – Trimmen 38

Gebruik van de diavoorstelling U kunt de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven (diavoorstelling). c c c Geavanceerde bedieningen 1 Zet de functieknop op . 2 Raak [MENU] t [Diavoorstelling] 3 De diavoorstelling t [Start] aan. begint. De beelden opgeslagen in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" worden weergegeven. Tijdens albumweergave worden de beelden in het album weergegeven. Het volumeniveau van de muziek instellen Druk tijdens de weergave op (aanraakscherm-inschakeltoets) en raak daarna +/– aan toets om het volumeniveau in te stellen. Als alternatief, raakt u [Volumeniveau] aan op het [MENU] en stelt u het volumeniveau in voordat u de diavoorstelling start. De diavoorstelling pauzeren Raak het scherm aan. Raak [Verder] aan om de diavoorstelling te hervatten. De diavoorstelling wordt hervat vanaf het beeld waarbij de pauzestand werd ingesteld, de muziek begint echter opnieuw bij het begin. Voor weergave van de vorige/volgende afbeelding Raak / aan in de pauzestand. De diavoorstelling stoppen Raak [Sluiten] aan in de pauzestand. • Weergave van een diavoorstelling is niet mogelijk terwijl nog een PictBridge-verbinding bestaat. De opties voor de diavoorstelling instellen U kunt instellen op welke wijze de diavoorstelling uitgevoerd moet worden. 1 Raak [MENU] t [Diavoorstelling] aan. 2 Raak het menuonderdeel aan dat u wilt instellen. 3 Raak de gewenste instelling aan, daarna . 39

Gebruik van de diavoorstelling U kunt de volgende opties instellen. De standaardinstellingen worden aangegeven met . Effecten Eenvoudig Een eenvoudige diavoorstelling geschikt voor een grote variëteit aan scènes. Nostalgisch Een stemmige diavoorstelling die de sfeer van een filmscène oproept. Stijlvol Een stijlvolle diavoorstelling die op een middelmatige snelheid uitgevoerd wordt. Actief Een snelle diavoorstelling die geschikt is voor actieve scènes. Normaal Een standaard diavoorstelling waarbij de beelden elkaar opvolgen met een vooraf ingesteld interval. • Met [Eenvoudig], [Nostalgisch], [Stijlvol] en [Actief] effecten, – kunnen alleen stilstaande beelden weergegeven worden. – alleen het eerste beeld wordt afgebeeld als de beelden werden opgenomen in de Multi Burst-functie. • Indien ingesteld op [Normaal], wordt de standaardinstelling van [Muziek] ingesteld op [Uit]. Het geluid van de bewegende beelden is hoorbaar. Muziek Voor elk effect is muziek beschikbaar. Music1 De standaardinstelling voor een [Eenvoudig]-diavoorstelling. Music2 De standaardinstelling voor een [Nostalgisch]- diavoorstelling. Music3 De standaardinstelling voor een [Stijlvol]-diavoorstelling. Music4 De standaardinstelling voor een [Actief]-diavoorstelling. Uit De instelling voor een [Normaal]-diavoorstelling. Geen muziek. Beeld Map (Deze datum) Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map (voor albumweergave, de beelden in [Deze datum]). Alle Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick Duo" of in het album zijn opgeslagen. • Deze optie wordt direct nadat albumweergave is gekozen, ingesteld op [Alle] (als u probeert de opties van de diavoorstelling op het indexscherm voor de beelden onder "Deze datum" in te stellen). Om [Deze datum] te kiezen, moet u eerst de datum van het album dat u wilt weergeven kiezen. 40

Gebruik van de diavoorstelling Herhalen Aan Geeft alle beelden weer in een continu herhaalde weergave. Uit Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling. Interval 3 sec Het interval voor een [Normaal]-diavoorstelling instellen. Geavanceerde bedieningen 5 sec 10 sec 30 sec 1 min Start Hiermee laat u de diavoorstelling beginnen. z Muziekbestanden toevoegen/wijzigen U kunt uw favoriete muziek (een muziekbestand) kopiëren vanaf uw cd’s of MP3-bestanden naar de camera voor weergave tijdens een diavoorstelling. U kunt de muziek kopiëren met behulp van [Downl. muz.] op het (Setup) menu van de bijgeleverde "Music Transfer"- software, dat op een computer geïnstalleerd is. Voor verdere informatie, zie blz. 97. • U kunt maximaal vier muziekbestanden in de camera opslaan (de vier vooraf ingestelde muziekbestanden (Music 1 – 4) kunnen vervangen worden door uw favoriete muziekbestanden). • De maximale tijdsduur van elk muziekbestand voor weergave door de camera is 180 seconden. • Als weergave van een muziekbestand niet mogelijk is door beschadiging van het muziekbestand of een andere storingen, moet u [Format. muz.] (blz. 74) uitvoeren en de muziek nog een keer naar de camera kopiëren. 41

Tekenen op stilstaande beelden U kunt op de stilstaande beelden tekeningen of stempels aanbrengen en deze apart opslaan. Gebruik de tekenpen (bijgeleverd) voor deze bediening. • U kunt geen tekeningen of stempels aanbrengen op Multi Burst Beelden, bewegende beelden of beelden die opgeslagen zijn in het album. • Bij het bekijken van de opgenomen beelden op een televisie (blz. 79), kunt u geen tekeningen op de beelden aanbrengen. De tekening weergeven 1 Zet de functieknop op . 2 Raak [MENU] t [Kleuren] aan. 6789 A (tekenpen) toets 1 B (stempel) toets 2 C (vlakgom) toets 3 D Lijndikte-keuzetoets/Stempel-keuzetoets 4 E Kleur-keuzetoets F (terugkeren) toets 5 G (alles wissen) toets H (opslaan in intern geheugen) toets / (opslaan op "Memory Stick") toets I (afsluiten) toets Tekens of tekeningen maken 1 Raak aan. 2 Kies de lijndikte. Raak de lijndikte-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste lijndikte aan en raak tenslotte aan. 3 Maak de tekens of tekeningen. Stempelen 1 Raak aan. 2 Kies een stempel. Raak de stempel-keuzetoets aan, raak daarna het gewenste stempel aan en raak tenslotte aan. 3 Plaats een stempel op het beeld. 42

Tekenen op stilstaande beelden De kleur van de lijn of stempel veranderen Raak de kleur-keuzetoets aan, raak daarna de gewenste kleur aan en raak tenslotte aan. • De gekozen kleur is van toepassing op de lijn en stempel. Corrigeren Raak aan en veeg daarna het gedeelte dat u wilt wissen uit met behulp van de tekenpen. U kunt ook aanraken om terug te keren naar de voorlaatste bewerking (als u nog een keer aanraakt keert u terug naar de laatste bewerking). • U kunt de dikte van de vlakgom op dezelfde manier als voor de tekenpen kiezen met behulp van de lijndikte-keuzetoets. De gekozen lijndikte is van toepassing op de lijn en het vlakgom. Geavanceerde bedieningen Alle tekeningen wissen 1 Raak aan. "Alles wissen" verschijnt. 2 Raak [OK] aan. Alle tekeningen verdwijnen van het beeld. Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren. De tekening opslaan 1 Raak (of ) aan. "Opslaan" verschijnt. 2 Raak [OK] aan. Het beeld met daarop de tekening wordt als het nieuwste bestand opgeslagen in de opnamemap. Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren. • Het beeld wordt opgeslagen met het beeldformaat [VGA(E-Mail)] en beeldkwaliteit [Fijn]. De tekenfunctie afsluiten 1 Raak aan. "Sluiten" verschijnt. 2 Raak [OK] aan. Raak [Annul.] aan om deze actie te annuleren. • Als u aanraakt, voordat het beeld opgeslagen is, gaat de tekening verloren. Als u van plan bent om de tekening te bewaren moet u de tekening opslaan door / aan te raken. 43

Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken Functieknop Aanraakscherm toets (aanraakscherm-inschakeltoets) 1 Schakel de camera in en zet de functieknop in de gewenste stand. Afhankelijk van de stand van de functieknop en de (Camera) menu-instellingen, zijn verschillende menuonderdelen beschikbaar. 2 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het aanraakscherm af te beelden. • Als de functieknop in de stand staat, slaat u deze handeling over. 3 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 4 Raak het onderdeel aan dat u wilt instellen. 5 Raak de gewenste instelling aan. 6 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om het menu te verlaten. • Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicator v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om een onderdeel af te beelden dat niet wordt afgebeeld, raakt u v/V aan. • Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden ingesteld. 44

Menuonderdelen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 De beschikbare menuonderdelen verschillen afhankelijk van de stand van de functieknop. Alleen de beschikbare menuonderdelen worden op het scherm afgebeeld. ( : beschikbaar) Stand van functieknop: Autom. Programma Handmatig Scène Menu voor opnemen (blz. 47) COLOR (Kleurfunctie) — — — (Lichtmeetfun.) — — WB (Witbalans) — — Het menu gebruiken ISO — — — (Beeldkwaliteit) — — — Mode (Opn.functie) — — BRK (Bracket-stap) — * — — M (Interval) — * — — (Flitsniveau) — * — — (Contrast) — — — — (Scherpte) — — — — (Setup) — *De bediening wordt beperkt volgens de instelling van de scènekeuzefunctie (blz. 31). 45

Menuonderdelen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 ( : beschikbaar) Stand van functieknop: Autom. Programma Handmatig Scène Menu voor weergeven (blz. 55) (Album) — — — — — (Album verlaten) — — — — — (Diavoorstelling) — — — — — (Kleuren) — — — — — (Wissen) — — — — — (Volumeniveau) — — — — — (Map) — — — — — - (Beveiligen) — — — — — DPOF — — — — — (Afdrukken) — — — — — (Ander form.) — — — — — (Roteren) — — — — — (Opdelen) — — — — — (Setup) — — — — — (Trimmen)* — — — — — *Alleen beschikbaar voor weergavezoom. 46

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 COLOR (Kleurfunctie): De levendigheid van het beeld veranderen en speciale effecten toevoegen U kunt de helderheid van het beeld veranderen, vergezeld van effecten. Normaal Levendig (VIVID) Hiermee krijgt het beeld heldere en diepe kleuren. Het menu gebruiken Natuurlijk (NATURAL) Hiermee wordt het beeld ingesteld op rustige kleuren. Sepia (SEPIA) Hiermee wordt het beeld ingesteld op sepia-kleuren. Z-W (B & W) Hiermee wordt het beeld ingesteld op monochroom. • Bij het opnemen van bewegende beelden zijn alleen [Z-W] en [Sepia] voor keuze beschikbaar. • In de stand [Multi Burst] wordt de kleurinstelling ingesteld op [Normaal]. 47

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 (Lichtmeetfun.): De lichtmeetfunctie gebruiken Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. Multi (Lichtmeting met Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en meerdere patronen) wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting. Midden (Lichtmeting met Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de nadruk op het midden) ( ) lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van de helderheid van dat deel van het onderwerp. Punt (Puntlichtmeting) Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt ( ) voor de lichtmeting. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Dradenkruis van de puntlichtmeting Plaats dit op het onderwerp • Voor meer informatie over de belichting, zie blz. 9. • Bij gebruik van puntlichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u 9 (Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (blz. 33). WB (Witbalans): De kleurtinten instellen Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken. Autom. Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans automatisch ingesteld. Daglicht ( ) Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of voor omstandigheden voor of na zonsondergang. 48

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Bewolkt ( ) Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht. Fluorescerend ( ) Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. Het menu gebruiken Gloeilamp (n) Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de belichtingsomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio. Flitser ( WB ) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt. • Voor meer informatie over de witbalans, zie blz. 10. • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, ondanks dat u [Fluorescerend] ( ) hebt ingesteld. • Wanneer de flitser afgaat, wordt [WB] automatisch ingesteld op [Autom.], behalve in de functie [Flitser] ( WB ). • Sommige opties zijn, afhankelijk van de scènefunctie, niet beschikbaar (blz. 31). 49

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 ISO: De lichtgevoeligheid kiezen Lage waarde Hoge waarde Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe gevoeliger voor licht. Autom. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag 100 nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. 200 400 800 1600 • Voor meer informatie over de ISO-gevoeligheid, zie blz. 10. • Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. • Als u opneemt onder heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tintreproductie en probeert te voorkomen dat de beelden witachtig worden (behalve wanneer [ISO] is ingesteld op [100]). (Beeldkwaliteit): De kwaliteit van het stilstaande beeld kiezen Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden. Fijn (FINE) Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen. • Als (Camera) is ingesteld op [Autom.], wordt (Beeldkwaliteit) ingesteld op [Fijn]. 50

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Standaard (STD) Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen. Mode (Opn.functie): De ononderbroken opnamefunctie kiezen Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet wanneer u op de sluiterknop drukt. Het menu gebruiken Normaal Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar opgenomen. Burst ( ) Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt. • Nadat "Neemt op" is uitgegaan, kunt u het volgende beeld opnemen. • De flitser staat op (Niet flits.). Exposure Bracket (BRK) Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden automatisch iets verschoven. • Als u de juiste belichting niet kunt kiezen, neemt u op in de Exp Brktg-functie waarin de belichtingswaarde wordt verschoven. U kunt het beeld met de beste belichting later kiezen. • De flitser staat op (Niet flits.). 51

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Multi Burst ( M ) Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaand- beeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt. • Het beeldformaat van beelden, opgenomen in de Multi Burst- functie, is 1M. • Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren. • U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval] functie (blz. 53). • De beelden worden op volgorde op het camerascherm weergegeven. • Het beeld wordt afgedrukt als een enkel beeld met 16 frames. • De flitser staat op (Niet flits.). Over [Burst] • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen. • Het opname-interval is ongeveer 1,2 seconde. • Als de acculading laag is, of wanneer het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burst-functie. • Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u geen beelden kunt opnemen in de Burst-functie (blz. 31). Maximaal aantal opnamen achter elkaar De aantallen tussen ( ) gelden als [Schrijven in album] is ingesteld op [Uit] bij (Album). (Eenheid: beelden) Kwaliteit Formaat Fijn Standaard 10M 3 (3) 4 (5) 3:2 3 (3) 4 (5) 8M 3 (3) 5 (5) 5M 4 (5) 8 (8) 3M 7 (7) 11 (12) 2M 10 (11) 15 (15) VGA(E-Mail) 15 (15) 15 (15) 16:9(HDTV) 10 (11) 15 (15) 52

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Over [Exposure Bracket] • De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld, en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere beelden. • Als de belichting handmatig is ingesteld (blz. 32), wordt de belichting verschoven aan de hand van de veranderde helderheid. • Het opname-interval is ongeveer 1,0 seconde. • Het kan voorkomen dat het niet mogelijk is om, met de gekozen bracket-stap waarde, bij een te licht of te donker onderwerp, op de juiste wijze beelden op te nemen. • Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te nemen in de Exposure Bracket-functie (blz. 31). Over [Multi Burst] • U kunt de beelden opgenomen in de Multi Burst-functie achter elkaar weergeven met behulp van de volgende procedures: – Pauzeren/hervatten: Raak X aan. Het menu gebruiken – Frame-voor-frame weergeven: Raak c/C in de pauzestand aan. Raak B aan om de weergave in volgorde te hervatten. • U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de Multi Burst-functie: – Slimme-zoomfunctie – Opdelen van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie – Een frame uit een serie opgenomen in de Multi Burst-functie halen of wissen – Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer (Camera) op [Autom.] staat • Tijdens het weergeven van een serie beelden opgenomen in de Multi Burst-functie met behulp van een computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, wordt het beeld weergegeven als een enkel beeld met 16 frames. • Het kan voorkomen dat het, afhankelijk van de scènekeuzefunctie, niet mogelijk is om beelden op te nemen in de Multi Burst-functie (blz. 31). BRK (Bracket-stap): EV verschuiven in de [Exposure Bracket] functie Neemt een serie van drie beelden op met de belichtingswaarden automatisch iets verschoven. ±1.0EV Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 1,0EV. ±0.7EV Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,7EV. ±0.3EV Verschuift de belichtingswaarde met plus of min 0,3EV. • BRK (Bracket-stap) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties. (Interval): Het frame-interval van de [Multi Burst] functie kiezen Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 52). 1/30 (1/30") • Kies eerst [Multi Burst] in [Mode] en stel daarna het gewenste frame-interval in bij [Interval]. Deze instelling kan niet worden 1/15 (1/15") gemaakt wanneer een andere functie dan [Multi Burst] is ingesteld. 1/7.5 (1/7.5") • M (Interval) wordt niet afgebeeld in sommige Scènekeuzefuncties. 53

Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 (Flitsniveau): De hoeveelheid flitserlicht instellen Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager. • Om de flitsfunctie te veranderen, zie blz. 24. • Afhankelijk van de scènefunctie is het mogelijk dat u het flitsniveau niet kunt instellen (blz. 31). (Contrast): Het contrast van het beeld instellen Naar – Naar + Met deze instelling kunt u het contrast van het beeld instellen. +( ) Naar +: Het contrast wordt groter. Normaal –( ) Naar –: Het contrast wordt kleiner. (Scherpte): De scherpte van het beeld instellen Naar – Naar + Met deze instelling kunt u de scherpte van het beeld instellen. +( ) Naar +: Het beeld wordt scherper. Normaal –( ) Naar –: Het beeld wordt waziger. (Setup): De Setup-onderdelen veranderen Zie blz. 63. 54

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Vanaf deze pagina worden de beschikbare media ("Memory Stick Duo", intern geheugen en album) door de menuonderdelen als volgt aangegeven. Niet beschikbaar Beschikbaar (Album): De stilstaande beelden in het album afbeelden Hiermee kunt u de stilstaande beelden in het album weergeven. Zie blz. 36. Het menu gebruiken (Album verlaten): De weergave van de beelden in het album stoppen Hiermee kunt u de weergave van beelden in het album stoppen. (Diavoorstelling): Een serie beelden weergeven Hiermee kunt u de beelden op volgorde met beeldeffecten en begeleidingsmuziek weergeven. Zie blz. 39. (Kleuren): Tekenen op de stilstaande beelden Hiermee kunt u tekens of tekeningen op de stilstaande beelden maken. Zie blz. 42. (Wissen): Beelden wissen Hiermee kunt u ongewenste beelden wissen. Zie blz. 27. (Volumeniveau): Het volume instellen Hiermee kunt u het geluidsvolume instellen. Zie bladzijden 27, 39. (Map): De map voor het weergeven van beelden kiezen Hiermee kiest u de map met daarin het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera gebruikt met een "Memory Stick Duo". OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de keuze geannuleerd. 55

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 1 Kies de gewenste map met b/B. 2 Raak [OK] aan. z Over de map De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken. • Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 70) • Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 71) • Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicators afgebeeld. : U kunt naar de voorgaande map gaan. : U kunt naar de volgende map gaan. : Hiermee kunt u naar de voorgaande of volgende mappen gaan. - (Beveiligen): Per ongeluk wissen voorkomen Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. U kunt voorkomen dat de beelden in het album automatisch worden gewist door ze in het album te beveiligen. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiliging opgeheven. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om - (Beveiligen) af te beelden en raak daarna - (Beveiligen) aan. 4 Raak [Beveiligen] aan. Het beeld is beveiligd en de - (Beveiligings-) indicator wordt op het beeld afgebeeld. - 5 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met / , en raak daarna [Beveiligen] aan. 56

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Beelden beveiligen in de indexfunctie 1 Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak [Beveiligen] t [Kiezen] aan. 4 Raak het beeld aan dat u wilt beveiligen. Een groene - (Beveiligings-) indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld. - (groen) Het menu gebruiken 5 Herhaal stap 4 om andere beelden te beveiligen. 6 Raak [OK] t [OK] aan. • Om alle beelden in de map te beveiligen, raakt u [Beveiligen] t [Alle in deze map] t [Aan] aan. De beveiliging te annuleren In de enkelbeeldfunctie Geef het beeld weer waarvan u de beveiliging wilt opheffen en raak daarna [MENU] t [Beveiligen] t [Beveiligen] aan. In de indexfunctie 1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 4 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 3 Raak [OK] t [OK] aan. De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Kies [Alle in deze map] in stap 3 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie" en raak daarna [Uit] aan. • Merk op dat door het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" te formatteren, alle beeldgegevens worden gewist die op het opnamemedium zijn opgeslagen, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en deze beeldgegevens kunnen niet worden hersteld. • Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren. DPOF: Een afdrukmarkering aanbrengen Met deze instelling kunt u een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken (blz. 105). (Afdrukken): Beelden afdrukken met een printer Zie blz. 101. 57

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 (Ander form.): Het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen Hoger formaat Lager formaat Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Ander form.) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. 10M Voor meer informatie over richtlijnen voor het kiezen van het beeldformaat, zie blz. 26. 8M 5M 3M 2M VGA 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om (Ander form.) af te beelden en raak dit daarna aan. 4 Raak het gewenste beeldformaat aan, en raak daarna [OK] aan. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. • Voor meer informatie over het beeldformaat, zie blz. 11. • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden in het album niet wijzigen. • Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit. • U kunt niet veranderen naar het beeldformaat 3:2 of 16:9. • Wanneer u het formaat verandert van een beeld met het formaat 3:2 of 16:9, worden zwarte banden langs de onder- en bovenrand van het scherm afgebeeld. 58

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 (Roteren): Een stilstaand beeld roteren Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. OK Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Het menu gebruiken Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om (Roteren) af te beelden en raak dit daarna aan. 4 Raak aan om het beeld te roteren. 5 Raak [OK] aan. • U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en beelden opgenomen in de Multi Burst-functie, niet roteren. • Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt. (Opdelen): Filmpjes knippen Weergaverichting van het filmpje , Opdelen Opdelen Hiermee knipt u filmpjes of wist u overbodige scènes uit filmpjes. Wij adviseren u deze functie te gebruiken wanneer de capaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" ontoereikend is, of wanneer u filmpjes verstuurt per e-mail. • Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het knippen geannuleerd. 59

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer 101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist. 101_0001 101_0003 1 2 3 101_0002 1 Knippen van scène A. 1 A 2 B 3 101_0002 Opdelen 101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005. 2 Knippen van scène B. 101_0004 1 3 A 2 B 101_0005 Opdelen 101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007. 3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn. 101_0004 101_0007 1 3 A 2 B 101_0006 Wissen Wissen 4 Alleen de gewenste scène blijft over. 1 3 2 101_0006 60

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 Procedure 1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak v/V aan om (Opdelen) af te beelden en raak dit daarna aan. 4 Raak [OK] aan. Het weergeven van de bewegende beelden begint. 5 Druk op x op het gewenste knippunt. Het menu gebruiken • Als u het knippunt wilt aanpassen, moet u c/C (frame achteruit/vooruit) aanraken. • Als u een ander knippunt wilt kiezen, moet u B aanraken. Het weergeven van de bewegende beelden begint opnieuw. 6 Raak [OK] t [OK] aan. De bewegende beelden worden geknipt. • De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap. • De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt. – Stilstaande beelden – Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde bewegende beelden (blz. 56) (Setup): De Setup-onderdelen veranderen Zie blz. 63. 61

Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening 1 blz. 44 (Trimmen): Een vergroot beeld opnemen Met deze instelling kunt u een vergroot beeld opnemen (blz. 28) als een nieuw bestand. 10M Voor meer informatie over richtlijnen voor het kiezen van het beeldformaat, zie blz. 26. 8M 5M 3M 2M VGA 1 Raak tijdens weergavezoom [MENU] aan om het menu af te beelden. 2 Raak (Trimmen) aan. 3 Raak het beeldformaat aan. 4 Raak [OK] aan. Het getrimde beeld wordt opgenomen en het oorspronkelijke beeld wordt weer afgebeeld. • Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand in de gekozen opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft behouden. • De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan verslechteren. • U kunt niet knippen naar een beeldverhouding van 3:2 of 16:9. • U kunt de beelden in het album niet trimmen. 62

Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken U kunt de standaardinstellingen met behulp van het (Setup)-scherm wijzigen. Functieknop Aanraakscherm toets (aanraakscherm- inschakeltoets) 1 Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets) om de toetsen op het aanraakscherm af te beelden. • Als de functieknop in de stand staat, slaat u deze handeling over. Het Setup-scherm gebruiken 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. 3 Raak V aan om (Setup) af te beelden, en raak dit daarna aan. 4 Raak v/V aan om het onderdeel dat u wilt instellen te kiezen, en raak dit daarna aan. 5 Raak de optie aan die u wilt instellen. De gekozen instelling wordt blauw en ingesteld. Om het (Setup) scherm uit te schakelen, drukt u op de (aanraakscherm- inschakeltoets). Raak herhaaldelijk aan om terug te keren naar het menu van het (Setup) scherm. • Druk de sluiterknop tot halverwege in om het Setup (Setup) te sluiten en terug te keren naar de opnamefunctie. Als het menu niet zichtbaar is Druk lang op (aanraakscherm-inschakeltoets) om het (Setup) scherm af te beelden. 63

De Setup-onderdelen gebruiken Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 De (Setup)-instelling annuleren Raak [Annul.] aan als dit wordt afgebeeld. Als dit niet wordt afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. 64

1 Camera 1 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 De standaardinstellingen worden aangegeven met . AF-functie Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen. Enkelvoud. (S AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen. Monitor (M AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor scherpstelling, korter. • Er wordt meer acculading verbruikt dan in de [Enkelvoud.] functie. Digitale zoom Het Setup-scherm gebruiken Met deze instelling kunt u de digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom (max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of de precisie-digitale-zoomfunctie. Slim Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal (Slimme-zoomfunctie) vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ( ) ingesteld op [10M] of [3:2]. • De maximale zoomvergroting in de Slimme-zoomfunctie wordt aangegeven in de onderstaande tabel. Nauwkeurig Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× (Precisie-digitale-zoom) vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert. ( ) Uit Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van Slimme-zoomfunctie Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor 8M Ong. 3,4× 5M Ong. 4,2× 3M Ong. 5,3× 2M Ong. 6,7× VGA(E-Mail) Ong. 17× 16:9(HDTV) Ong. 5,7× 65

Camera 1 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 • Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicator als volgt afgebeeld. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Zoom-vergrotingsindicator • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De , of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Rode-ogeneff. Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze instelling voordat u begint met opnemen. Aan ( ) Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect. • De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af. Uit Hiermee wordt de rode-ogeneffect vermindering niet gebruikt. • Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren. 66

Camera 1 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 AF-verlicht. De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicator afgebeeld. Autom. Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt. Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt. • Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Wij adviseren een afstand van ongeveer 2 m voor groothoek (zoom: W) en 1,5 m voor telefoto (zoom: T) aan te houden.) • De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets buiten het midden van het onderwerp valt. • Wanneer scherpstelling-voorkeuze is ingesteld (blz. 34), werkt de AF-verlichting functie niet. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De , of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. Het Setup-scherm gebruiken • De AF-verlichting werkt niet wanneer (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie. • De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken. 67

2 Camera 2 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Auto Review Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddellijk nadat een stilstaand beeld is opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden. Aan Hiermee wordt de Auto Review gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt. • Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, verdwijnt de afbeelding van het opgenomen beeld en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. 68

Intern geheugen Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 Dit menuonderdeel wordt niet afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Met deze instelling kunt u het interne geheugen formatteren. • Merk op dat door het interne geheugen te formatteren alle daarin opgeslagen data onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn. De melding "Alle data in het intern geheugen wordt gewist Klaar?" verschijnt. OK Hiermee wordt het interne geheugen geformatteerd. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. Het Setup-scherm gebruiken 69

Memory Stick Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 Dit menuonderdeel wordt alleen afgebeeld als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst. Formatteren Met deze instelling kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is reeds geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Merk op dat door het formatteren alle in de "Memory Stick Duo" opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden. De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist Klaar?" verschijnt. OK Hiermee wordt de "Memory Stick Duo" geformatteerd. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. Opnamemap maken Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick Duo" om opgenomen beelden in op te slaan. Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld. OK Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. Annul. Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd. • Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap. • U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF". • De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of gekozen. • U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer, enz. • Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. • Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 89). 70

Memory Stick Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 Opnamemap wijz. Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen. Het map-keuzescherm wordt afgebeeld. OK Kies de gewenste map door v/V aan te raken, en raak daarna [OK] aan. Annul. Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd. • U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap. • U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. Het Setup-scherm gebruiken Kopiëren Met deze instelling kunt u alle beelden die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen kopiëren naar een "Memory Stick Duo". Intern geheugen Hiermee worden de beeldbestanden naar het interne geheugen gekopieerd. Album Hiermee worden de beeldbestanden naar het album gekopieerd. 1 Plaats een "Memory Stick Duo" met een opslagcapaciteit van 32 MB of groter. 2 Raak het opnamemedium, ([Intern geheugen] of [Album]) aan waarvan u de beeldbestanden wilt kopiëren. De melding "Alle data in het intern geheug. gekopieerd (Alle data in het album worden gekopieerd) Klaar?" verschijnt. 3 Raak [OK] aan. Het kopiëren begint. 71

Memory Stick Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 • Gebruik een volledig opgeladen accu of de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u probeert beeldbestanden te kopiëren met de accu als voeding terwijl slechts weinig acculading resteert, kan de accu tijdens het kopiëren leeg raken, waardoor het kopiëren mislukt en/of de gegevens beschadigd raken. • U kunt geen afzonderlijke beelden kopiëren. • De originele beelden in het interne geheugen of album blijven na het kopiëren behouden. Om de beeldgegevens, die in het interne geheugen of album zijn opgeslagen, te wissen, voert u de bediening [Formatteren] in (Intern geheugen) (blz. 69) of (Album) (blz. 73) uit. • U kunt niet een map selecteren die is gekopieerd naar een "Memory Stick Duo". • Zelfs als u gegevens kopieert, wordt de (afdruk-)markering niet gekopieerd. • Bij het kopiëren van beelden uit het album worden de beveiligingsinstellingen niet meegekopieerd. • Bij weergave van beelden uit het album kan de volgorde van de beelden op het scherm afwijken van de volgorde waarmee de beelden naar de "Memory Stick Duo" gekopieerd zijn. 72

Album Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Schrijven in album Met deze instelling kunt u kiezen of bij het opnemen verkleinde kopieën van de originele beelden moeten worden opgeslagen. Aan ( ) Hiermee worden bij het opnemen verkleinde kopieën van de originele beelden in het album opgeslagen. Uit Hiermee worden bij het opnemen geen verkleinde kopieën van de originele beelden in het album opgeslagen. • Stilstaande beelden worden in het album opgeslagen in het beeldformaat [VGA(E-Mail)] en de beeldkwaliteit [Standaard]. • Bewegende beelden worden niet in het album opgenomen. • Voor verdere informatie over het album, zie "Het album gebruiken" (blz. 36). Formatteren Het Setup-scherm gebruiken Met deze instelling wordt het album geformatteerd. • Merk op dat door het formatteren alle in het album opgeslagen beeldgegevens onherroepelijk gewist zullen worden, zelfs beveiligde beelden. De melding "Alle data in het album worden gewist Klaar?" verschijnt. OK Hiermee wordt het album geformatteerd. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. Album controleren Met deze instelling worden de beeldgegevens in het album hersteld. U moet deze optie uitvoeren als "Albumdatafout" op het scherm verschijnt. OK Hiermee worden de beeldbestanden hersteld. Annul. Hiermee wordt de herstelling geannuleerd. • Bij uitvoering van [Album controleren], wordt de beveiliging van het beeld opgeheven. Beveilig de beelden opnieuw als u ze niet wilt wissen. 73

1 Setup 1 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 Downl. muz. Met deze instelling kunt u muziek downloaden voor weergave tijdens de diavoorstelling. Zie bladzijden 39, 97, 99. Format. muz. Als weergave van een muziekbestand voor de diavoorstelling niet mogelijk is kan het muziekbestand beschadigd zijn. Als dat gebeurt moet u [Format. muz.] uitvoeren en daarna de muziekbestanden kopiëren met de functie [Downl. muz.] van de bijgeleverde "Music Transfer"-software. • Als u de opslagruimte van de muziekbestanden formatteert, worden alle muziekbestanden gewist en zij kunnen niet meer worden hersteld. De melding "Alle gegevens worden gewist Klaar?" verschijnt. OK Hiermee worden de muziekbestanden geformatteerd. Alle gegevens anders dan de muziekbestanden blijven behouden. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. 74

2 Setup 2 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 De standaardinstellingen worden aangegeven met . LCD-verlicht Met deze instelling kunt u de helderheid van de achterverlichting van het LCD-scherm kiezen wanneer de camera door de accu van stroom wordt voorzien. Helder Hiermee wordt het scherm helderder. Normaal • U kunt de instelling veranderen door lang op de (schermweergaveschakel-) toets te drukken. • Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt. Pieptoon Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat klinkt wanneer u de camera bedient. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de sluiterknop indrukt, ingeschakeld. Het Setup-scherm gebruiken Aan Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid ingeschakeld welke klinkt als u op de toets (aanraakscherm- inschakeltoets) drukt, de sluiterknop indrukt, of de toetsen van het aanraakscherm aanraakt. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. Taal Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen worden afgebeeld. Initialiseren Met deze instelling kunt u alle instellingen terugstellen op de standaardinstellingen. De melding "Alle instellingen initialiseren Klaar?" verschijnt. OK Hiermee worden de instellingen teruggesteld op de standaardinstellingen. Annul. Hiermee annuleert u het terugstellen. • Zorg ervoor dat tijdens het terugstellen de stroomvoorziening niet wordt onderbroken. • De gegevens in het interne geheugen of album blijven ook na het terugstellen behouden. 75

Setup 3 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Bestandsnr. Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden toegekend aan de beelden. Reeks Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.) Terugstel. Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.) USB-aansl. Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibel printer. PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge- compatibele printer (blz. 101). PTP Wanneer [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden opgeslagen in de opnamemap van de camera, gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.) Mass Storage Brengt een Mass Storage-verbinding tot stand tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat (blz. 85). Autom. De camera herkent automatisch en stelt de communicatie met een computer of PictBridge-compatibele printer in (blz. 85 en 101). • Als de camera of PictBridge-compatibele printer niet op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.], verandert u de instelling naar [PictBridge]. • Als de camera en een computer of een ander USB-apparaat niet op elkaar kunnen worden aangesloten met de instelling op [Autom.], verandert u de instelling naar [Mass Storage]. 76

Setup 3 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 Video-uit Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het tv- kleursysteem of het aangesloten videoapparaat. Verschillende landen en gebieden gebruiken verschillende tv-kleursystemen. Als u de beelden op een tv-scherm wilt bekijken, controleert u het tv-kleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt op blz. 80. NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijv. voor Europa). Klokinstel. Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen. Kies het gewenste datumweergaveformaat op het scherm 1/2, en kies daarna de tijd op het scherm 2/2. Het Setup-scherm gebruiken J/M/D Hiermee kunt u het datumweergaveformaat instellen. Raak t aan en stel de tijd in op het scherm 2/2. M/D/J D/M/J 1 Raak het gewenste datumweergaveformaat aan, en daarna t. 2 Raak het item aan dat ingesteld moet worden, en stel de numerieke waarde in met v/V. 3 Raak [OK] aan. 77

4 Setup 4 Voor informatie over de bediening 1 blz. 63 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Kalibratie Met deze functie kunt u de toetsen van het aanraakscherm kalibreren als deze bij aanraking niet meer op de juiste plaatsen reageren. Raak met de tekenpen het × merkteken aan dat op het scherm wordt afgebeeld. Raak [Annul.] aan om de kalibratie halverwege te stoppen. De aanpassingen die tot dusver zijn gemaakt worden niet gewijzigd. De ×-markering verplaatst zich op het scherm. Als u er niet in slaagt om de juiste plaats aan te raken wordt het kalibreren niet uitgevoerd. Raak nog een keer de ×-markering aan. Behuizing Bij deze instelling wordt de functionaliteit van enkele toetsen gewijzigd zodat de camera kan worden bediend terwijl deze in het onderwaterbehuizing is geplaatst. Aan ( ) Hiermee wordt de functionaliteit van de toetsen gewijzigd. Uit Hiermee wordt de functionaliteit niet gewijzigd. De toetsen zullen bij de instelling [Aan] als volgt functioneren. – (Schermweergaveschakel)-toets: Flitser-toets voor opnemen. Functioneert niet bij weergeven. – / (Weergavezoom) toets: Zoomtoets voor opnemen, toets voor voorgaand/volgend beeld bij weergeven • Close-up (macro-)opname wordt automatisch ingeschakeld in de stand [Aan]. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de onderwaterbehuizing werd geleverd voor verdere informatie. 78

Beelden bekijken op een tv-scherm Beelden bekijken op een tv-scherm U kunt de beelden weergeven op een tv- scherm door de camera aan te sluiten op een tv. 3 Schakel de tv in en stel de tv/ video-ingang in op "video". Schakel zowel de camera als de tv uit • Voor verdere informatie leest u de alvorens de camera en de tv op elkaar aan te gebruiksaanwijzingen van de tv. sluiten. 4 Zet de functieknop in de stand 1 Sluit de camera aan op de en schakel de camera in. televisie. Functieknop 1 Naar de audio/video- ingangsaansluitingen Beelden bekijken op een tv-scherm 2 Naar de multifunctionele aansluiting De beelden die met de camera zijn Kabel voor de multifunctionele aansluiting opgenomen, worden op het tv-scherm afgebeeld. • Leg de camera neer met het scherm omhoog. • Als de tv is uitgerust met stereo- De beelden verdwijnen van het ingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker camerascherm en de toetsen worden (zwart) van de kabel voor de multifunctionele afgebeeld. aansluiting aan op de linkeraudio- Raak / op het camerascherm aan ingangsaansluiting van de tv. om het beeld op het televisiescherm heen en weer te schakelen. Voor de bediening van het menu moet u 2 Zet de schakelaar op de kabel v/V/b/B aanraken om de cursor te voor de multifunctionele verplaatsen, en daarna z aanraken om aansluiting in de stand "TV". de instelling vast te leggen. • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke tv- systeem (blz. 77). 79

Beelden bekijken op een tv-scherm Tv-kleursystemen Als u de beelden op een tv-scherm wilt weergeven, hebt u een tv nodig met een video-ingangsaansluiting en de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Het kleursysteem van de tv moet overeenstemmen met dat van uw digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het tv- kleursysteem van het land of gebied waarin u de camera gebruikt. NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz. 80

De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Voor informatie over het gebruik van een Macintosh- computer, leest u "Uw Macintosh-computer gebruiken" (blz. 98). Dit hoofdstuk beschrijft de Engelse versie van de scherminhoud. Het softwareprogramma (bijgeleverd) eerst installeren (blz. 83) Beelden kopiëren naar uw computer (blz. 84) • Beelden bekijken op uw computer De camera met uw computer gebruiken Beelden bekijken met "Picture Motion Browser" en "Music Transfer" (blz. 92 en 97) • Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen • Beelden weergeven die gesorteerd zijn op datum • Beelden bewerken • Muziekbestanden met behulp van "Music Transfer" toevoegen/wijzigen • Beelden afdrukken 81

Werken met uw Windows-computer Opmerkingen over het aansluiten van Aanbevolen computeromgeving uw camera op een computer Een computer die op de camera wordt • Voor alle bovenstaande aanbevolen aangesloten dient aan de volgende vereisten computeromgevingen kan een behoorlijke te voldoen. werking niet worden gegarandeerd. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd Aanbevolen computeromgeving voor het op een computer aansluit, is het mogelijk dat kopiëren van beelden sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USB- Besturingssysteem station dat is aangesloten. (voorgeïnstalleerd): Microsoft • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste Windows 2000 Professional, Windows werking niet worden gegarandeerd. Millennium Edition, Windows XP Home • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB Edition of Windows XP Professional (USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit • De juiste werking kan niet worden op een computer via een USB-interface die ook gegarandeerd in een computeromgeving die compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u is opgewaardeerd tot een van de gebruik kunt maken van geavanceerde bovenstaande besturingssystemen of in een gegevensoverdracht (snelle overdracht). computeromgeving met meerdere • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding besturingssystemen (multi-boot). bij het aansluiten van een computer, te weten de USB-aansluiting: Standaard geleverd functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de Aanbevolen omgeving voor het gebruik functies [Autom.] en [Mass Storage] als van "Picture Motion Browser" en "Music voorbeeld beschreven. Voor meer informatie over [PTP], zie blz. 76. Transfer" • Wanneer de computer ontwaakt uit de waak- of Besturingssysteem slaapstand, is het mogelijk dat de communicatie (voorgeïnstalleerd): Microsoft tussen uw camera en uw computer zich niet op Windows 2000 Professional, Windows hetzelfde moment herstelt. Millennium Edition, Windows XP Home Edition of Windows XP Professional Technische ondersteuning Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met luidsprekers Extra informatie over dit product en CPU/Geheugen: Pentium III 500 MHz of antwoorden op veelgestelde vragen sneller, 128 MB RAM of meer vindt u op Sony Customer Support- (Aanbevolen: Pentium III 800 MHz of website voor klantenondersteuning. sneller en 256 MB RAM of meer) http://www.sony.net/ Software: DirectX 9.0c of hoger Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—200 MB of meer Computerscherm: Computerscherm: 1024 × 768 pixels of meer Kleur: High Color (16-bits kleuren) of beter • De software is compatibel met DirectX- technologie. Het kan noodzakelijk zijn "DirectX" te installeren. 82

De software (bijgeleverd) installeren U kunt de software (bijgeleverd) installeren volgens de onderstaande procedure. 4 Volg de aanwijzingen op het • Als op de computer Windows 2000/Me draait, scherm om het installeren te mag u de camera niet op de computer aansluiten vóórdat u de software hebt geïnstalleerd. voltooien. • In Windows 2000/XP logt u in als beheerder. • Wanneer de bevestigingsmelding voor • Nadat de bijgeleverde software is geïnstalleerd, opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u wordt automatisch het USB-stuurprogramma de computer opnieuw op aan de hand van de geïnstalleerd. aanwijzingen op het scherm. • Het is mogelijk dat DirectX wordt geïnstalleerd, afhankelijk van de 1 Schakel de computer in en plaats systeemomgeving van de computer. de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 5 Haal de CD-ROM eruit als de Het installatie-menuscherm wordt installatie voltooid is. afgebeeld. Nadat u het softwareprogramma hebt geïnstalleerd, staat een pictogram van een snelkoppeling naar de klantenregistratiewebsite op het bureaublad. Nadat u zich op de website hebt geregistreerd, hebt u toegang tot beveiligde • Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u en nuttige klantenondersteuning. op (My Computer) t http://www.sony.net/registration/di (SONYPICTUTIL). De camera met uw computer gebruiken 2 Klik op [Install]. Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) verschijnt. 3 Kies de gewenste taal en klik daarna op [Next]. Het scherm "License Agreement" (Licentieovereenkomst) verschijnt. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, vinkt u het selectievakje naast [I accept the terms of the license agreement] (Ik accepteer de voorwaarden in de licentie overeenkomst) aan en klikt u daarna op [Next]. 83

Beelden kopiëren naar uw computer Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. Fase 1: De camera en de U kunt als volgt de beelden vanaf de camera computer voorbereiden naar de computer kopiëren. Voor een computer met een Memory 1 Plaats een "Memory Stick Duo" Stick-gleuf met daarop opgenomen beelden Haal de "Memory Stick Duo" uit de camera in de camera. en steek deze in een Memory Stick Duo- • Deze stap is niet nodig wanneer u beelden adapter. Steek de Memory Stick Duo- kopieert die in het interne geheugen zijn adapter in de computer en kopieer de opgeslagen. beelden. • Zelfs wanneer u Windows 95/98/98 Second Edition/NT gebruikt, kunt u beelden kopiëren 2 Plaats de voldoende opgeladen door de "Memory Stick Duo" in de Memory accu in de camera, of sluit de Stick-gleuf van de computer te steken. camera met behulp van de • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt netspanningsadapter (niet herkend, zie blz. 112. bijgeleverd) aan op een Voor een computer zonder een Memory stopcontact (blz. 13). Stick-gleuf • Als u beelden naar uw computer kopieert Voer de Fasen 1 t/m 4 uit op bladzijden 84 t/ met de accu als voeding terwijl slechts m 88 om de beelden te kopiëren. weinig acculading resteert, kan het kopiëren mislukken of kunnen de beeldgegevens • Als u Windows 2000/Me gebruikt, installeert u beschadigd raken als de accu tussentijds eerst de software (bijgeleverd) alvorens verder leeg raakt. te gaan. Als op de computer Windows XP draait, hoeft u het niet te installeren. • De schermen die in dit gedeelte als illustratie worden gebruikt, zijn voorbeelden voor het 3 Zet de functieknop in de stand kopiëren van beelden vanaf een "Memory Stick en schakel daarna de camera en Duo". de computer in. Met Windows 95/98/98 Second Edition/ NT: Deze camera is niet compatibel met deze versies van het Windows- besturingssysteem. Als u een computer zonder een Memory Stick-gleuf gebruikt, gebruikt u een "Memory Stick-lezer/ schrijver" (niet bijgeleverd) om de beelden op de "Memory Stick Duo" te kopiëren naar de computer. Om de beelden in het interne geheugen van de computer te kopiëren, kopieert u eerst de beelden naar een "Memory Stick Duo" en daarna naar de computer, zoals hierboven beschreven. 84

Beelden kopiëren naar uw computer "USB-functie Mass Storage" wordt Fase 2: De camera en de afgebeeld op het scherm van de camera. computer op elkaar aansluiten 1 Sluit de camera aan op de Toegangs- computer. indicators* Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje. * Tijdens communicatie zijn de toegangsindicators rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. 2 Naar de multifunctionele • Als "USB-functie Mass Storage" niet wordt aansluiting afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Mass 1 Naar een USB- Storage] (blz. 76). aansluiting • Nadat het softwareprogramma (bijgeleverd) is geïnstalleerd, kan het scherm [Import Images] (blz. 93) worden afgebeeld. In dit geval kunt u beelden rechtstreeks importeren met "Picture Kabel voor de Motion Browser". multifunctionele aansluiting Fase 3-A: Beelden naar een computer kopiëren De camera met uw computer gebruiken • Als op de computer Windows 2000/Me draait, 2 Zet de schakelaar op de volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-B: bijgeleverde kabel voor de Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 87. multifunctionele aansluiting op • Voor Windows XP, als het wizard-venster niet "CAMERA". automatisch wordt afgebeeld, volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-B: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 87. Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van beelden naar de map "My Documents". • Als op de computer Windows XP draait, wordt de AutoPlay Wizard automatisch afgebeeld. 85

Beelden kopiëren naar uw computer 1 Nadat u een USB-verbinding tot 3 Klik op het selectievakje van niet- stand hebt gebracht in Fase 2 en gewenste beelden, zodat ze niet het wizard-venster automatisch meer zijn geselecteerd en dus op het computerscherm wordt niet worden gekopieerd, en klik afgebeeld, klikt u op [Copy daarna op [Next]. pictures to a folder on my computer using Microsoft 1 Scanner and Camera Wizard] (Beelden kopiëren naar een map op mijn computer met de Microsoft-wizard voor scanners en camera’s) t [OK]. 2 Het "Picture Name and Destination" (Naam en bestemming van beeld)- 1 scherm verschijnt. 4 Kies de naam en de bestemming van de beelden en klik daarna op 2 [Next]. Het "Scanner and Camera Wizard" (Wizard voor scanner en camera)- 1 scherm verschijnt. 2 Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick 2 Duo" in de camera zijn opgeslagen worden op het computerscherm weergegeven. Het beeld wordt nu gekopieerd. Wanneer het kopiëren is voltooid, • Als geen "Memory Stick Duo" is geplaatst, verschijnt het scherm "Other Options" worden de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen weergegeven. (Overige opties). • Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. 86

Beelden kopiëren naar uw computer 5 Vink het selectievakje aan naast 1 Dubbelklik op [My Computer] t [Nothing. I'm finished working [Removable Disk] t [DCIM]. with these pictures] (Niets. Ik ben klaar met het werken met deze beelden) om deze te selecteren en klik daarna op [Next]. 1 • Als het pictogram "Removable Disk" (verwijderbaar station) niet wordt afgebeeld, zie blz. 113. 2 2 Dubbelklik op de map waarin de Het scherm "Completing the Scanner beeldbestanden die u wilt and Camera Wizard" (Voltooien van kopiëren zijn opgeslagen. wizard voor scanner en camera) Klik daarna met de verschijnt. rechtermuisknop op een beeldbestand zodat het contextuele menu wordt 6 Klik op [Finish]. afgebeeld en klik op de Het wizard-venster wordt gesloten. menuopdracht [Copy]. De camera met uw computer gebruiken • Om veder te gaan met het kopiëren van andere beelden, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los (blz. 89). Volg daarna opnieuw de procedure beschreven in "Fase 2: De camera en de 1 computer op elkaar aansluiten" op blz. 85. 2 Fase 3-B: Beelden naar een • Voor informatie over de opslaglocatie van computer kopiëren de beeldbestanden, zie blz. 89. • Als op de computer Windows XP draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase 3-A: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 85. Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. 87

Beelden kopiëren naar uw computer 3 Dubbelklik op de map [My Fase 4: Beelden bekijken op uw computer Documents]. Klik daarna met de rechtermuisknop in het venster Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het bekijken van gekopieerde beelden in de "My Documents" zodat het map "My Documents". contextuele menu wordt afgebeeld en klik op de menuopdracht [Paste]. 1 Klik op [Start] t [My Documents]. 2 1 2 De beeldbestanden worden naar de map 1 "My Documents" gekopieerd. • Als in de bestemmingsmap al een beeld met De inhoud van de map "My dezelfde bestandsnaam zit, wordt een bevestigingsmelding voor overschrijven Documents" wordt afgebeeld. afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld • Als op de computer een ander overschrijft met een nieuw beeld, wordt het besturingssysteem dan Windows XP draait, oorspronkelijke bestand gewist. Als u het dubbelklikt u op [My Documents] op het beeldbestand naar de computer wilt bureaublad. kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig beeldbestand te overschrijven, verandert u eerst de bestandsnaam in een andere naam en kopieert u daarna het beeldbestand. Merk 2 Dubbelklik op het gewenste echter op dat wanneer u de bestandsnaam beeldbestand. verandert (blz. 91), u dat beeld mogelijk niet meer kan weergeven met de camera. Het beeld wordt weergegeven. 88

Beelden kopiëren naar uw computer De USB-verbinding verwijderen Beeldbestand-geheugenlocaties Volg de hieronder vermelde procedure eerst en bestandsnamen bij de volgende gevallen: De beeldbestanden die op de camera zijn • Loskoppelen van de kabel voor de opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op multifunctionele aansluiting de "Memory Stick Duo". • Eruit halen van een "Memory Stick Duo" • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen Voorbeeld: Mappen afbeelden onder na het kopiëren van beelden uit het interne Windows XP geheugen • Uitschakelen van de camera 1 Dubbelklik op de taakbalk. Dubbelklik hier 2 Klik op (Sony DSC) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. Het apparaat wordt ontkoppeld. • Als op de computer Windows XP draait, kunt u stap 4 overslaan. A Een map met beeldgegevens die zijn De camera met uw computer gebruiken opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie B Een map met beeldgegevens die zijn opgenomen op deze camera Als geen nieuwe mappen zijn aangemaakt, zijn de mappen als volgt: – "Memory Stick Duo"; alleen "101MSDCF" – Intern geheugen; alleen "101_SONY" • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • U kunt geen beelden opnemen/weergeven in de map "MISC". 89

Beelden kopiëren naar uw computer • Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven, waarbij ssss staat voor ieder getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke deel van de bestandsnaam van bewegende beelden opgenomen in de bewegend- beeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. – Stilstaande-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Bewegende-beeldbestanden: MOV0ssss.MPG – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt: MOV0ssss.THM • Voor meer informatie over mappen, zie bladzijden 55 en 70. 90

Beeldbestanden opgeslagen op een computer weergeven op uw camera (met behulp van een "Memory Stick Duo") Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. Wanneer een beeldbestand dat naar de 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick Duo" computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick Duo" staat, kunt u dat beeld volgens de onderstaande weer op de camera weergeven door het procedure. beeldbestand op de computer te kopiëren 1Klik met de rechtermuisknop op het naar een "Memory Stick Duo". beeldbestand en klik daarna op [Copy]. • Als de bestandsnaam die door de camera werd 2Dubbelklik op [Removable Disk] of gegeven niet is veranderd op de computer, kunt [Sony MemoryStick] in het venster [My u stap 1 overslaan. Computer]. • Afhankelijk van het beeldformaat kan het 3Klik met de rechtermuisknop op de map onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven. [sssMSDCF] in de map [DCIM] en • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een klik daarna op [Paste]. computer of wanneer het beeldbestand werd • sss betekent ieder willekeurig opgenomen op een ander model dan uw camera, nummer van 100 t/m 999. kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • Als er geen map is, maakt u eerst een map aan met uw camera (blz. 70) en kopieert u daarna het beeldbestand. 1 Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Rename]. Verander de bestandsnaam in "DSC0ssss". De camera met uw computer gebruiken Voer een nummer in van 0001 t/m 9999 voor ssss. 1 2 • Als de bevestigingsmelding voor overschrijven wordt afgebeeld, moet u een ander nummer invoeren. • De bestandsextensie kan worden afgebeeld, afhankelijk van de instelling van de computer. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor bewegende beelden is MPG. U mag de bestandsextensie niet veranderen. 91

De "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken Door de software volledig te benutten kunt u beter dan ooit gebruik maken van de De "Picture Motion Browser" stilstaande en bewegende beelden van de opstarten en afsluiten camera. De "Picture Motion Browser" opstarten Dit hoofdstuk geeft een overzicht van "Picture Motion Browser" en beschrijft de Dubbelklik op de snelkoppeling (Picture basisbedieningen. Motion Browser) op het bureaublad. Of via het Start-menu: Klik op [Start] t [All Programs] (Alle programma’s) (in Overzicht van de "Picture Motion Windows 2000/Me, [Programs] Browser" (Programma’s)) t [Sony Picture Utility] t [Picture Motion Browser]. Met de "Picture Motion Browser" kunt u: • Beelden importeren opgenomen met de camera De "Picture Motion Browser" afsluiten en deze weergeven op de computer. Klik op de toets in de • De beelden op de computer organiseren op een kalender op opnamedatum voor weergave. rechterbovenhoek van het scherm. • De stilstaande beelden retoucheren, afdrukken en als e-mailbijlagen versturen, hun opnamedatum wijzigen en nog veel meer. Basisbediening • Voor meer informatie over de "Picture Motion Voer onderstaande stappen uit om de Browser" moet u de online Help-functie beelden van de camera te importeren en raadplegen. weer te geven. Voor toegang tot de Help-functie klikt u op Beelden importeren [Start] t [All Programs] (Alle programma’s) (in Windows 2000/Me, 1 Zorg ervoor dat "Media Check [Programs] (Programma’s)) t [Sony Tool"* (Media- Picture Utility] t [Help] t [Picture controlehulpprogramma) draait. Motion Browser]. Kijk na of de snelkoppeling van (Media Check Tool) (Media- controlehulpprogramma) op de taakbalk aanwezig is. * "Media Check Tool" is een programma dat automatisch beelden herkent en importeert als er een "Memory Stick" is geplaatst of een camera is aangesloten. • Als er geen snelkoppeling van de aanwezig is: Klik op [Start] t [All Programs] (Alle programma’s) (in Windows 2000/Me, [Programs] (Programma’s)) t [Sony Picture Utility] t [Tools] t [Media Check Tool]. 92

De "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken Beelden bekijken 2 Sluit de camera aan op de computer met behulp van de kabel voor de 1 Controleren van de gïmporteerde multifunctionele aansluiting. beelden Na automatische herkenning van de Als het importeren voltooid is wordt de camera wordt het scherm [Import "Picture Motion Browser" opgestart. Images] (Beelden importeren) Miniaturen van de geïmporteerde afgebeeld. beelden worden weergegeven. • De map "My Pictures" is ingesteld als de standaardmap in "Viewed folders" (Afgebeelde mappen). • Dubbelklik op een miniatuur voor weergave • Als u de Memory Stick-gleuf gebruikt, leest van het daadwerkelijke beeld. u eerst blz. 84. • Als in Windows XP de "AutoPlay Wizard" (wizard voor automatisch afspelen) opstart, moet u deze afsluiten. 2 Bekijken van de beelden in "Viewed folders" (Weergegeven De camera met uw computer gebruiken 3 Beelden importeren. mappen) die op opnamedatum gesorteerd zijn op een kalender Klik op de knop [Import] (Importeren) om het importeren van beelden te 1Klik op het tabblad [Calendar] starten. (kalender). De lijst met jaren, waarin de beelden zijn opgenomen, wordt afgebeeld. 2Klik op het jaar. De beelden die dat jaar zijn opgenomen worden op de kalender weergegeven, gesorteerd op opnamedatum. De beelden worden standaard 3Om de beelden per maand weer te geïmporteerd naar een map in "My geven, klik op de gewenste maand. Pictures" (Mijn afbeeldingen), waarvan Miniaturen van de beelden, die in die de naam is samengesteld uit de datum maand zijn opgenomen, worden waarop geïmporteerd is. weergegeven. • Voor instructies voor het veranderen van de "Folder to be imported", leest u blz. 95. 93

De "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken 4Om de beelden per uur weer te geven, klik op de gewenste dag. Miniaturen van de beelden die op die 3 Weergave van afzonderlijke dag zijn opgenomen, worden gesorteerd beelden op uur weergegeven. Op het uurweergavescherm, dubbelklik op een miniatuur om het daadwerkelijke Jaarweergavescherm beeld weer te geven in een apart venster. 1 2 3 Maandweergavescherm • U kunt de weergegeven beelden bewerken door op de toolbar-toets te klikken. 4 Weergave van de beelden op het gehele scherm Voor weergave van een diavoorstelling van de huidige beelden op het gehele scherm, klik op de toets. Uurweergavescherm • Als u de diavoorstelling wilt weergeven of in de pauzestand wilt zetten, klikt u op de knop linksonder op het scherm. • Om beelden van een bepaald jaar of maand • Als u de diavoorstelling wilt stoppen, klikt u weer te geven, klik op de betreffende op de knop linksonder op het scherm. periode links op het scherm. 94

De "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken De "Folder to be imported" (Mappen Overige functies voor importeren) veranderen Beelden die opgeslagen zijn op de Voor het veranderen van de "Folder to be computer voorbereiden voor weergave imported" (Mappen voor importeren), opent Registreer de map waarin de beelden zitten u het scherm "Import Settings" als een van de "Viewed folders". (Importinstellingen). 1 Klik op op het hoofdscherm of 1 Kies [Import Settings] (Import- kies [Register Folders to View] instellingen) t [Location for (Registreer mappen voor Imported Images] (Locatie van weergave) op het menu [File] geïmporteerde beelden) op het (Bestand). menu [File] (Bestand). Het instelscherm voor het registreren Het scherm "Location for Imported van "Viewed folders" wordt afgebeeld. Images" (Locatie van geïmporteerde beelden) wordt afgebeeld. 2 Kies de "Folder to be imported" uit. • U kunt de "Folder to be imported" uit de mappen die aangemeld zijn als "Viewed folders" specificeren. De camera met uw computer gebruiken 2 Geef de map op waarin zich de beelden bevinden die u wilt importeren om deze map te Verversen van de aanmeldinformatie registreren als een van de Om de aanmeldinformatie te verversen, "Viewed folders" (Weergegeven kies [Update Database] (Database mappen). bijwerken) uit het menu [Tools] (Extra). • Het verversen van de database kan enige tijd duren. • Als u de naam van beeldbestanden of 3 Klik op [OK]. mappen in "Viewed folders" wijzigt, is De beeldinformatie wordt in de database daarna weergave daarvan met deze geregistreerd. software niet mogelijk. In dat geval moet u de database verversen. • Beelden in elke submap van de "Viewed folders" worden ook aangemeld. 95

De "Picture Motion Browser" (bijgeleverd) gebruiken De "Picture Motion Browser" verwijderen 1 Klik op [Start] t [Control Panel] (Configuratiescherm) (voor Windows 2000/Me: [Start] t [Settings] (Instellingen) t [Control Panel] (Configuratiescherm)) en dubbelklik daarna op [Add/Remove Programs] (Software). 2 Selecteer [Sony Picture Utility] en klik daarna op [Remove] (Verwijderen) (voor Windows 2000/Me: [Change/Remove] (Wijzigen/Verwijderen)) om het programma te verwijderen. 96

De "Music Transfer" (bijgeleverd) gebruiken U kunt de muziekbestanden die in de fabriek vooraf zijn ingesteld, vervangen door eigen muziekbestanden met behulp 6 Volg de instructies op het scherm voor het toevoegen/wijzigen van van "Music Transfer" op de cd-rom (bijgeleverd). U kunt deze bestanden muziekbestanden. desgewenst elk moment wissen of wijzigen. • De door de fabriek ingestelde Muziekbestanden met behulp muziekbestanden in de camera herstellen: van "Music Transfer" toevoegen/ 1 Voer [Format. muz.] uit (blz. 74). wijzigen 2 Voer [Standaardwaarden herstellen] in De geluidsbestandsformaten die u met "Music Transfer" uit. "Music Transfer" kunt kopiëren zijn Alle door de fabriek ingestelde hieronder aangegeven: muziekbestanden worden hersteld en • MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste [Muziek] in het menu [Diavoorstelling] wordt schijf van uw computer ingesteld op [Uit]. • Muziekbestanden van cd’s 3 Kies een geschikt muziekbestand voor de • Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in diavoorstelling (blz. 39). de camera U kunt de vooraf ingestelde muziekbestanden herstellen met behulp van [Initialiseren] (blz. 75), maar dan 1 Druk lang op (aanraakscherm- worden de andere instellingen ook inschakeltoets) om het scherm teruggesteld. [MENU] af te beelden. • Voor verdere gegevens over het gebruik van "Music Transfer", zie de online helpfunctie in "Music Transfer". 2 Raak [MENU] aan en kies daarna De camera met uw computer gebruiken (Setup). 3 Kies (Setup 1) met v/V en raak 1 daarna [Downl. muz.] aan. De melding "Aansluiten op computer" verschijnt. 4 Sluit de camera met een USB- verbinding aan op de computer. 5 Start "Music Transfer". 97

Uw Macintosh-computer gebruiken U kunt beelden kopiëren naar een • Er zijn drie functies voor een USB-verbinding Macintosh-computer. bij het aansluiten van een computer, te weten de • "Picture Motion Browser" is niet compatibel functies [Autom.] (standaardinstelling), [Mass met Macintosh-computers. Storage] en [PTP]. In dit gedeelte worden de functies [Autom.] en [Mass Storage] als voorbeeld beschreven. Voor meer informatie Aanbevolen computeromgeving over [PTP], zie blz. 76. • Na herstel van uw computer vanuit de Suspend- Een computer die op de camera wordt of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de aangesloten dient aan de volgende vereisten communicatie tussen uw camera en uw te voldoen. computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Beelden kopiëren naar en Besturingssysteem weergeven op een computer (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1/9.2/ Mac OS X (v10.1 t/m v10.4) USB-aansluiting: Standaard geleverd 1 Bereid de camera en Macintosh- computer voor. Aanbevolen omgeving voor het gebruik Volg dezelfde procedure als beschreven van "Music Transfer" in "Fase 1: De camera en de computer Besturingssysteem voorbereiden" op blz. 84. (voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.3 of v10.4) CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power 2 Sluit de kabel voor de Mac G3/G4/G5-serie, Mac mini multifunctionele aansluiting aan. Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer Volg dezelfde procedure als beschreven wordt aanbevolen.) in "Fase 2: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op blz. 85. Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 250 MB Opmerkingen over het aansluiten van 3 Kopieer beeldbestanden naar de uw camera op een computer Macintosh-computer. • Voor alle bovenstaande aanbevolen 1Dubbelklik op het nieuw herkende computeromgevingen kan een behoorlijke pictogram t [DCIM] t de map waarin werking niet worden gegarandeerd. de beelden die u wilt weergeven zijn • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd opgeslagen. op een computer aansluit, is het mogelijk dat 2Sleep de beeldbestanden naar het sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USB- pictogram van de vaste schijf en zet ze station dat is aangesloten. erop neer. De beeldbestanden worden naar de • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. vaste schijf gekopieerd. • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB • Voor informatie over de opslaglocatie van (USB 2.0), zodat wanneer u uw camera aansluit de beelden en de bestandsnamen, zie op een computer via een USB-interface die ook blz. 89. compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u gebruik kunt maken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht). 98

Uw Macintosh-computer gebruiken "Music Transfer" installeren 4 Geef de beelden weer op de • Sluit alle softwareprogramma’s af die geopend computer. zijn voordat u "Music Transfer" installeert. • Om deze software te installeren moet u ingelogd Dubbelklik op het pictogram van de zijn als beheerder. vaste schijf t het gewenste 1 Schakel de Macintosh-computer in en beeldbestand in de map waarin de plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het gekopieerde beeldbestanden zijn CD-ROM-station. opgeslagen, om dat beeldbestand te openen. 2 Dubbelklik op (SONYPICTUTIL). 3 Dubbelklik op het [MusicTransfer.pkg]- bestand in de [MAC]-map. De installatie van de software begint. De USB-verbinding verwijderen Volg de hieronder vermelde procedure eerst Muziekbestanden toevoegen/wijzigen bij de volgende gevallen: Zie "Muziekbestanden met behulp van • Loskoppelen van de kabel voor de "Music Transfer" toevoegen/wijzigen" op multifunctionele aansluiting blz. 97. • Eruit halen van een "Memory Stick Duo" • Een "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen na het kopiëren van beelden uit het ingebouwde Technische ondersteuning geheugen • Uitschakelen van de camera Extra informatie over dit product en antwoorden op veelgestelde vragen Sleep het pictogram van het station of vindt u op Sony Customer Support- het pictogram van de "Memory Stick website voor klantenondersteuning. Duo" op het pictogram van "Trash" en http://www.sony.net/ laat het erin vallen. De camera met uw computer gebruiken De camera is losgekoppeld van de computer. Muziekbestanden met behulp van "Music Transfer" toevoegen/ wijzigen U kunt de door de fabriek ingestelde muziekbestanden in de camera vervangen door uw favoriete muziekbestanden. U kunt deze bestanden desgewenst elk moment wissen of wijzigen. De geluidsbestandsformaten die u met "Music Transfer" kunt kopiëren zijn hieronder aangegeven: • MP3-bestanden die opgeslagen zijn op de vaste schijf van uw computer • Muziekbestanden van cd’s • Vooraf ingestelde muziek die is opgeslagen in de camera 99

Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Als u beelden afdrukt die zijn opgenomen in de [16:9(HDTV)] functie, kunnen beide randen worden afgesneden. Controleer dus voordat u gaat afdrukken (blz. 116). Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 101) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"- compatibele printer. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden afdrukken met behulp van een computer U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met behulp van de bijgeleverde software "Picture Motion Browser" en deze vervolgens vanaf de computer afdrukken. Beelden afdrukken in een winkel (blz. 105) U kunt een "Memory Stick Duo" met daarop de beelden die u met uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een fotoafdrukwinkel. U kunt van tevoren de markering (afdrukmarkering) aanbrengen op de beelden die u later wilt afdrukken. 100

Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw Fase 1: De camera voorbereiden camera afdrukken door de camera U dient de camera voor te bereiden op het rechtstreeks aan te sluiten op een aansluiten op de printer met behulp van de PictBridge-compatibel printer. kabel voor de multifunctionele aansluiting. Als de camera is aangesloten op een printer die wordt herkend wanneer [USB-aansl.] is • "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: ingesteld op [Autom.], is fase 1 overbodig. Camera & Imaging Products Association) In de enkelbeeldfunctie Indextoets U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel. toets (aanraakscherm- inschakeltoets) • Wij adviseren u een volledig opgeladen accu of een netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te In de indexfunctie gebruiken om te voorkomen dat de stroom tijdens het afdrukken wegvalt. U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een 1 Raak [MENU] aan om het menu af aantal verschillende beelden (2) te beelden. afdrukken. 1 2 2 Raak V aan om (Setup) af te beelden. Stilstaande beelden afdrukken 3 Raak [USB-aansl.] aan in [ 3 ] (Setup 3). • Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer. • Het aantal beelden dat als indexbeeld kan 4 Raak [PictBridge] aan en raak worden afgedrukt verschilt, afhankelijk van de daarna aan. printer. • U kunt bewegende beelden of beelden opgeslagen in het album niet afdrukken. • Als de indicator gedurende ongeveer vijf seconden op het scherm van de camera knippert (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. De USB-functie is nu ingesteld. 101

Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer Fase 2: De camera aansluiten 3 Schakel de camera en de printer op de printer in. 1 Sluit de camera aan op de printer. De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden afgebeeld. 2 Naar de multifunctionele aansluiting Fase 3: Afdrukken Ongeacht de stand van de functieknop, wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat u klaar bent met fase 2. 1 Naar de Kabel voor de USB- aansluiting multifunctionele aansluiting 1 Kies de gewenste afdrukmethode door deze aan te raken. [Dit beeld] Drukt het weergegeven beeld af. • Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als een 2 Zet de schakelaar op de kabel indexbeeld. voor de multifunctionele [Kiezen] aansluiting in de stand U kunt beelden kiezen en alle gekozen "CAMERA". beelden afdrukken. 1Kies het beeld dat u wilt afdrukken met / en raak daarna [Kiezen] aan. De markering verschijnt op het gekozen beeld. • Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure. 2Raak [Afdrukken] aan. [DPOF-beeld] Drukt alle beelden met een (afdruk-)markering af (blz. 105), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. 102

Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer [Alle in deze map] Drukt alle beelden in de map af. 3 Raak [OK] aan. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele 2 Kies de afdrukinstellingen door aansluiting niet los terwijl de (PictBridge aangesloten) indicator op het de gewenste onderdelen aan te scherm wordt afgebeeld. raken. indicator [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Andere beelden afdrukken Kies het aantal vellen waarop u het Raak na stap 3 [Kiezen] en het gewenste beeld wilt afdrukken. Het beeld zal beeld aan en volg daarna de procedure worden afgedrukt als een enkelbeeld. vanaf stap 1. Als [Index] is ingesteld op [Aan]: Beelden op het indexscherm afdrukken Kies het aantal vellen waarop u het Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit (blz. 101) en "Fase 2: De camera aansluiten beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het op de printer" (blz. 102) uit en ga daarna als aantal van hetzelfde beeld dat u naast en volgt verder. onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als Nadat u de camera op de printer hebt een indexbeeld wilt afdrukken. aangesloten, wordt het afdrukmenu • Het is mogelijk dat, afhankelijk van het afgebeeld. Druk op de toets aantal beelden, niet alle beelden op één blad (aanraakscherm-inschakeltoets) om het passen. afdrukmenu te verlaten en ga daarna als volgt verder. Stilstaande beelden afdrukken [Datum] Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de 1 Druk op (Index). datum en tijd op de beelden te Het indexscherm wordt weergegeven. projecteren. 2 Raak [MENU] aan om het menu af te • Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd beelden. in de gekozen volgorde worden 3 Raak [ ] (Afdrukken) aan. geprojecteerd (blz. 77). Het is mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is, afhankelijk 4 Kies de gewenste afdrukmethode door van de printer. deze aan te raken. [Formaat] Kies de grootte van het afdrukvel. [Index] Kies [Aan] om indexbeelden af te drukken. 103

Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibele printer [Kiezen] U kunt beelden kiezen en alle gekozen beelden afdrukken. Raak het beeld aan dat u wilt afdrukken en om de markering af te beelden. (Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure.) [DPOF-beeld] Drukt alle beelden met een (afdruk-) markering af, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in deze map] Drukt alle beelden in de map af. 5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3: Afdrukken" (blz. 102). 104

Beelden afdrukken in een winkel U kunt een "Memory Stick Duo" met • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een daarop de beelden die u met uw camera winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie hebt opgenomen, meenemen naar een ervan op een vaste schijf. fotoafdrukwinkel. Als de winkel een • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. fotoafdrukservice heeft die gebruikmaakt • Als u de datum op de beelden wilt projecteren, van DPOF, kunt u van tevoren een vraagt u dit aan het personeel in de winkel met fotoafdrukservice. (afdruk-)markering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het Een afdrukmarkering afdrukken in de winkel hoeft te kiezen. aanbrengen in de • U kunt de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen niet rechtstreeks vanuit de enkelbeeldfunctie camera afdrukken in een afdrukwinkel. Kopieer de beelden eerst naar een "Memory Stick Duo" en neem de "Memory Stick Duo" daarna mee naar de afdrukwinkel. Wat is DPOF? toets DPOF (Digital Print Order Format) is een (aanraakscherm- functie waarmee u een inschakeltoets) (afdruk-)markering kunt aanbrengen op beelden in de "Memory Stick Duo" die u later wilt afdrukken. • U kunt ook de beelden met een 1 Geef het beeld weer dat u wilt (afdruk-)markering afdrukken op een afdrukken. printer die compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of een PictBridge- compatibele printer gebruiken. • Bewegende beelden kunnen niet worden 2 Raak [MENU] aan om het menu af te beelden. voorzien van een afdrukmarkering. • Wanneer u beelden markeert die zijn opgenomen in de [Multi Burst]-functie, worden alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld 3 Raak v/V aan om de [DPOF] in 16 vakjes. markering af te beelden, en raak • U kunt geen markering aanbrengen op beelden Stilstaande beelden afdrukken dit daarna aan. die in het album opgeslagen zijn. Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt naar een winkel 4 Raak [DPOF] aan. • Vraag aan de fotoafdrukwinkel welke typen Een (afdruk-)markering wordt op "Memory Stick Duo" ze kunnen verwerken. het beeld aangebracht. • Als een "Memory Stick Duo" niet door uw fotoafdrukwinkel kan worden verwerkt, kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander medium, zoals een CD-R en neemt u die mee naar de winkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duo-adapter mee te nemen als de beelden op een "Memory Stick Duo" staan. 105

Beelden afdrukken in een winkel 5 Om een markering op andere 5 Raak het beeld aan waarop u een beelden aan te brengen moet u markering wilt aanbrengen. het gewenste beeld met / Een groene markering wordt op het weergeven en daarna [DPOF] gekozen beeld afgebeeld. aanraken. (groen) Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Raak [DPOF] in stap 4 of 5 aan. Een afdrukmarkering 6 Herhaal stap 5 om andere beelden aanbrengen in de indexfunctie te markeren. 1 Geef het indexscherm weer 7 Raak [OK] t [OK] aan. (blz. 28). Als u het markeren wilt annuleren, kiest u 2 Raak [MENU] aan om het menu af in stap 5 op [Sluiten] of kiest u in stap 7 te beelden. [Annul.]. Een afdrukmarkering verwijderen in de 3 Raak v/V aan om de [DPOF] indexfunctie markering af te beelden, en raak Raak in stap 5 de beelden aan waarvan u de markering wilt verwijderen. dit daarna aan. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen 4 Raak [Kiezen] aan. Kies [Alle in deze map] in stap 4 en raak • U kunt geen markering aanbrengen in daarna [Uit] aan. [Alle in deze map]. 106

Problemen oplossen Problemen oplossen Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen. 1 Controleer de punten op bladzijde 108 t/m 119. Als een code zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld, raadpleegt u blz. 120. 2 Verwijder de accu en plaats na een minuut de accu opnieuw en schakel de camera in. 3 Stel de instellingen terug op de standaardinstellingen (blz. 75). 4 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Wanneer u de camera opstuurt om te laten repareren, geeft u automatisch toestemming om de beeldgegevens en muziekbestanden die in het interne geheugen zijn opgeslagen te controleren. Klik op een van de volgende onderdelen om te verspringen naar de pagina waarop het symptoom en de oorzaken of de te nemen corrigerende handeling worden beschreven. Accu en spanning 108 Intern geheugen 115 Stilstaande beelden/bewegende Album 115 beelden opnemen 108 Beelden bekijken 111 Afdrukken 116 Beelden wissen/bewerken 111 PictBridge-compatibele printer 117 Problemen oplossen Computers 112 Aanraakscherm 118 Picture Motion Browser 114 Overige 119 "Memory Stick Duo" 115 107

Problemen oplossen Accu en spanning De accu kan niet worden geplaatst. • Installeer de accu op de juiste wijze en gebruik de punt van de accu om de accu-uitwerphendel in te duwen in de richting van de onderkant van de camera. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de accu op de juiste wijze. • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu. • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 127). Vervang deze door een nieuwe. • Gebruik een aanbevolen type accu. De camera schakelt plotseling uit. • Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de camera weer in. • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 127). Vervang deze door een nieuwe. De resterende-acculadingindicator is onjuist. • Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt. • De afgebeelde accu-restladingsindicator komt niet overeen met de werkelijkheid. Verbruik de volledige lading van de accu en laad deze daarna volledig om de display te corrigeren. • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu. • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 127). Vervang deze door een nieuwe. Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen De camera kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick Duo". Als deze vol is, doet u een van de volgende dingen: – Wis overbodige beelden (blz. 27). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 125). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Zet de functieknop op wanneer u stilstaande beelden opneemt. • Zet de functieknop op wanneer u bewegende beelden opneemt. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Doe het volgende: – Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)]. – Plaats een "Memory Stick PRO Duo". 108

Problemen oplossen Het opnemen duurt erg lang. • De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 14). Dit is normaal. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de (Macro) opnamefunctie. Zorg ervoor dat de lens zich tijdens het opnemen verder van het onderwerp bevindt dan de kortste opnameafstand van ongeveer 6 cm of meer (W) of 34 cm of meer (T). • De (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen in de scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. • De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie (blz. 34). De zoomfunctie werkt niet. • De slimme zoomfunctie kan niet worden gebruikt wanneer: – Het beeldformaat is ingesteld op [10M] of [3:2]. – U in de Multi Burst-functie opneemt. • De digitale zoomfunctie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden. De flitser werkt niet. • De flitser staat op (Niet flits.) (blz. 24). • U kunt de flitser niet gebruiken wanneer: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst], [Exposure Bracket] of [Multi Burst] (blz. 51). – De (hoge-gevoeligheidsfunctie), (kaarslichtfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 31). – U bewegende beelden opneemt. • Stel de flitsfunctie in op (Altd. flits.) als (landschapsfunctie), (sneeuwfunctie) of (strandfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 24). Wazige vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser. • Het flitslicht is weerkaatst door stof in de lucht dat daardoor in het beeld werd opgenomen. Dit is normaal. Problemen oplossen De close-up-opnamefunctie (Macro) werkt niet. • De (schemerfunctie), (landschapsfunctie) of (vuurwerkfunctie) is gekozen als de scènekeuzefunctie (blz. 31). De datum en tijd worden niet afgebeeld op het LCD-scherm. • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet afgebeeld. Deze worden alleen tijdens weergave afgebeeld. 109

Problemen oplossen Kan de datum niet op het beeld projecteren. • Deze camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren (blz. 116). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot halverwege indrukt. • De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 32). Het scherm is te donker of te helder. • Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 18 en 75). Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 48) of stel de belichting in (blz. 32). Het beeld is te licht. • Regel de belichting (blz. 32). De kleuren van het beeld zijn niet juist. • Stel [COLOR] (Kleurfunctie) in op [Normaal] (blz. 47). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (blz. 66). • Neem het beeld op met behulp van de flitser vanaf een afstand korter dan het flitserbereik. • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. Punten verschijnen en blijven op het scherm. • Dit is normaal. Deze punten worden niet opgenomen (blz. 2). 110

Problemen oplossen Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (blz. 27). • De accu is bijna leeg. Plaats een opgeladen accu. Beelden bekijken De camera kan geen beelden weergeven. • De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 91). • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding (blz. 89). De datum en tijd worden niet afgebeeld. • De (schermweergaveschakel-) toets is uitgeschakeld (blz. 18). Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de beeldverwerking. Dit is normaal. Het beeld wordt niet op het scherm weergegeven wanneer een USB-verbinding tot stand komt. • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Koppel de kabel voor multifunctionele aansluiting los of zet de schakelaar in de stand "CAMERA" (blz. 85). Het beeld verschijnt niet op het tv-scherm. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld overeenkomstig het kleursysteem van de tv (blz. 77). • Controleer of de aansluiting juist is (blz. 79). • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "CAMERA". Zet deze in de stand "TV" (blz. 79). Problemen oplossen Beelden wissen/bewerken De camera kan geen beeld wissen. • Annuleer de beveiliging (blz. 57). • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 125). 111

Problemen oplossen U hebt per ongeluk een beeld gewist. • Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Wij adviseren dat u de beelden beveiligt (blz. 56) of op de "Memory Stick Duo" de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK zet (blz. 125) om per ongeluk wissen te voorkomen. De functie voor verandering van het formaat werkt niet. • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden, Multi Burst-beelden en beelden opgeslagen in het album niet veranderen. Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Annuleer de beveiliging (blz. 57). U kunt niet tekenen. • U kunt niet tekenen op beelden opgeslagen in het album. • Er is niet voldoende opslagruimte op het opnamemedium. Wis overbodige beelden. Computers U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de camera. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" op blz. 82 voor Windows en blz. 98 voor Macintosh. De "Memory Stick PRO Duo" wordt niet herkend door een computer met een "Memory Stick"-gleuf. • Controleer dat de computer en de Memory Stick-lezer/schrijver "Memory Stick PRO Duo" ondersteunen. Gebruikers van computers en Memory Stick-lezers/schrijvers gemaakt door andere fabrikanten dan Sony dienen contact op te nemen met die fabrikanten. • Als de "Memory Stick PRO Duo" niet wordt ondersteund, sluit u de camera en de computer op elkaar aan (blz. 85 en 98). De computer herkent de "Memory Stick PRO Duo". Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding tot stand komt. • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze in de stand "CAMERA" (blz. 85). 112

Problemen oplossen Uw computer herkent uw camera niet. • Schakel de camera in. • Als de acculading laag is, plaatst u een opgeladen accu of gebruikt u de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). • Stel in het (Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Mass Storage] (blz. 76). • Gebruik de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) (blz. 85). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. • Koppel alle apparatuur, behalve de camera, het toetsenbord en de muis, los van de USB- aansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 85). • De software (bijgeleverd) is niet geïnstalleerd. Installeer de software (blz. 83). • De computer herkent het apparaat niet goed omdat u de camera aansloot op de computer met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting voordat u de software (bijgeleverd) had geïnstalleerd. Wis het foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB- stuurprogramma (zie het volgende punt). Het pictogram van de "Removable disk" (externe schijf) wordt niet op de computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar aansluit. • Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait. 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna op [Properties]. Het "System Properties" venster wordt geopend. 2 Klik op [Hardware] t [Device Manager]. • Op een computer die op Windows Me draait, klikt u op het tabblad [Device Manager]. Het venster "Device Manager" wordt afgebeeld. 3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK]. Het apparaat is verwijderd. 4 Installeer de software (blz. 83). Een USB-stuurprogramma wordt tevens geïnstalleerd. U kunt geen beelden kopiëren. Problemen oplossen • Sluit de camera goed aan op de computer door middel van een USB-verbinding (blz. 85). • Volg de betreffende kopieerprocedure voor uw besturingssysteem (bladzijden 85 en 98). • Als u beelden opneemt op een "Memory Stick Duo" die werd geformatteerd op een computer, kan het onmogelijk zijn de beelden naar een computer te kopiëren. Maak een opname met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera (blz. 70). Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "Picture Motion Browser" niet automatisch op. • Start de "Media Check Tool" (Media-controlehulpprogramma) op (blz. 92). • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 85). 113

Problemen oplossen Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Als u "Picture Motion Browser" gebruikt, moet u de online Help-functie raadplegen. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks weer vanuit het interne geheugen of vanaf de "Memory Stick Duo". Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 84). U kunt een beeld niet afdrukken. • Zie de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de camera weergegeven worden. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (blz. 89). • Bedien op de juiste wijze (blz. 91). Picture Motion Browser Beelden worden niet op de juiste wijze met de "Picture Motion Browser"- software weergegeven. • Zorg ervoor dat de map met beelden is aangemeld in "Viewed folders". Als weergave van de beelden niet mogelijk is, ook al is de map aangemeld in "Viewed folders", moet u de database verversen (blz. 95). Beelden, geïmporteerd met de "Picture Motion Browser"-software, zijn niet terug te vinden. • Kijk in de map "My Pictures". • Als u de standaardinstelling verandert hebt, moet u "De "Folder to be imported" (Mappen voor importeren) veranderen" op blz. 95 raadplegen en nakijken welke map bij het importeren in gebruik is. U wilt de "Folder to be imported" veranderen. • Open het scherm "Import Settings" om "Folder to be imported" te veranderen. U kunt een andere map specificeren, nadat u deze met behulp van de "Picture Motion Browser"-software aangemeld heeft in "Viewed folders" (blz. 95). Alle geïmporteerde beelden worden met de datum 1 januari weergegeven op de kalender. • Op de camera is de datum nog niet ingesteld. Stel de datum op de camera in (blz. 77). 114

Problemen oplossen "Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting. De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd. • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand voor opnemen (blz. 125). U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten (blz. 125). Intern geheugen Kan geen beelden weergeven of beelden opnemen met behulp van het interne geheugen. • Er zit een "Memory Stick Duo" in de camera. Haal deze eruit. Kan de beeldgegevens in het interne geheugen niet kopiëren naar de "Memory Stick Duo". • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen). Kan de beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer niet kopiëren naar het interne geheugen. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. Album Problemen oplossen De resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen neemt niet toe wanneer de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De beeldgegevens worden na het kopiëren niet gewist. Kan de beeldgegevens die in het album zijn opgeslagen niet naar een "Memory Stick Duo" kopiëren. • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit (32 MB of meer wordt aanbevolen). 115

Problemen oplossen Kan de beeldgegevens van een "Memory Stick Duo" of een computer niet naar het album kopiëren. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het album worden gekopieerd. Kan geen beelden opnemen in het album. • Stel in het (Setup)-menu het menuonderdeel [Schrijven in album] in op [Aan] (blz. 73). • De capaciteit van het album wordt volledig opgebruikt door beveiligde beelden. Hef de beveiliging op van overbodige beelden (blz. 57). Afdrukken Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (direct hieronder) tezamen met de volgende items. De beelden worden gedrukt met beide randen afgeknipt. • Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven- en onderranden van het beeld worden afgeknipt. Met name wanneer u een beeld afdrukt dat is opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9(HDTV)], kan de rand van het beeld worden afgeknipt. • Als u beelden afdrukt op uw eigen printer, probeert u de instellingen voor trimmen en afdrukken zonder randen te annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Als u de beelden laat afdrukken in een digitale-afdrukwinkel, vraagt u aan het winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden. Beelden met 16 frames worden afgedrukt. • Beelden opgenomen in de Multi Burst-functie worden opgenomen als een enkel beeld bestaande uit 16 frames. U kunt het beeld niet frame-voor-frame afdrukken. Kan geen beelden afdrukken met de datum erop geprojecteerd. • Als u beelden afdrukt met behulp van "Picture Motion Browser", kunnen de beelden worden afgedrukt met daarop de datum geprojecteerd. • Deze camera heeft geen functie om de datum op beelden te projecteren. Echter, omdat de beelden opgenomen op deze camera informatie bevatten over de opnamedatum, kunt u de beelden afdrukken met daarop de datum geprojecteerd als de printer of de software deze Exif- informatie kan herkennen. Voor eventuele compatibiliteit met Exif-informatie, neemt u contact op met de fabrikant van de printer of van de software. • Als u beelden afdrukt in een winkel, kunnen de beelden worden afgedrukt met daarop de datum geprojecteerd als u het winkelpersoneel vraagt dit te doen. 116

Problemen oplossen PictBridge-compatibele printer Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen. • De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel in het (Setup)-menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 76). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de gebruikshandleiding van de printer raadplegen. Er verschijnt niets op het scherm van de camera wanneer een USB-verbinding tot stand komt. • De schakelaar op de kabel voor multifunctionele aansluiting staat in de stand "TV". Zet deze in de stand "CAMERA" (blz. 102). Kan geen beelden afdrukken. • Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de printer is aangesloten. • Schakel de printer in. Raadpleeg voor verdere informatie de gebruikshandleiding van de printer. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, is het mogelijk dat de beelden niet worden afgedrukt. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de multifunctionele aansluiting weer aan. • U kunt bewegende beelden of beelden opgeslagen in het album niet afdrukken. • Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt. De afdrukopdracht is geannuleerd. • U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de indicator (PictBridge aansluiten) uitging. Problemen oplossen In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de beelden niet worden afgedrukt. • De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden. Vraag het de fabrikant van de printer. 117

Problemen oplossen In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 103). Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de camera (blz. 103) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. Aanraakscherm De toetsen van het aanraakscherm worden niet afgebeeld. • Druk op (aanraakscherm-inschakeltoets). Kan de toetsen van het aanraakscherm niet op de juiste wijze of volledig bedienen. • Voer [Kalibratie] uit (blz. 78). De tekenpenbediening werkt op onbedoelde plaatsen. • Voer [Kalibratie] uit (blz. 78). De toetsen functioneren niet naar wens. • De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 78). 118

Problemen oplossen Overige De camera werkt niet terwijl de lens is uitgeschoven. • Probeer niet de lens met kracht te bewegen nadat deze is gestopt. • Plaats een opgeladen accu en schakel daarna de camera opnieuw in. De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur liggen voordat u deze weer gebruikt. De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt. • Dit is normaal. Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd opnieuw in (blz. 77). U wilt de datum of tijd veranderen. • Stel de datum en tijd opnieuw in (blz. 77). Problemen oplossen 119

Foutcodes en meldingen Zelfdiagnosefunctie Meldingen Als een foutcode verschijnt die met een Als een van de onderstaande meldingen letter begint, heeft de zelfdiagnosefunctie wordt afgebeeld, voert u de vermelde van de camera een storing vastgesteld. De instructies uit. laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes ss) verschillen E afhankelijk van de toestand van de camera. • De accu is bijna leeg. Laad de accu Als u niet in staat bent de storing te onmiddellijk op. Afhankelijk van de verhelpen, zelfs niet nadat u enkele keren gebruiksomstandigheden of het soort de vermelde corrigerende handelingen hebt accu, kan de indicator knipperen uitgevoerd, moet uw camera waarschijnlijk ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten gerepareerd worden. Neem contact op met acculading over is. uw Sony-dealer of het plaatselijke erkende Sony-servicecentrum. Gebruik uitsluitend een geschikte batterij C:32:ss • De geplaatste accu is geen NP-BG1 • Er is een probleem met de hardware van accu. de camera. Schakel het apparaat uit en daarna weer in. Systeemfout • Schakel het apparaat uit en daarna weer C:13:ss in. • De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven op de "Memory Stick Duo". Probeer de camera uit en weer in Fout van intern geheugen te schakelen, of probeer de "Memory • Schakel de camera uit en daarna weer Stick Duo" er meerdere keren uit te in. halen en weer in te plaatsen. • Het ingebouwde geheugen heeft een formatteringsfout begaan, of een niet- Plaats de Memory Stick opnieuw geformatteerde "Memory Stick Duo" is • Plaats de "Memory Stick Duo" op de geplaatst. Formatteer het ingebouwde juiste wijze. geheugen of de "Memory Stick Duo" • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan (blz. 69 en 70). niet in de camera worden gebruikt • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan (blz. 125). niet in deze camera worden gebruikt, of • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. de gegevens zijn beschadigd. Plaats een • De aansluitpunten van de "Memory nieuwe "Memory Stick Duo". Stick Duo" zijn vuil. E:61:ss Verkeerd type Memory Stick E:91:ss • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt • Er is een storing opgetreden in de (blz. 125). camera. Stel alle instellingen terug op de standaardinstellingen van de camera (blz. 75) en schakel deze daarna weer in. 120

Foutcodes en meldingen Formatteringsfout Kan geen mappen meer maken • Formatteer het medium opnieuw (blz. • Op de "Memory Stick Duo" staat een 69, 70 en 73). map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer aanmaken. Memory Stick vergrendeld • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar Kan niet opnemen terwijl de schrijfbeveiligingsschakelaar • De camera kan geen beelden opnemen in de stand LOCK staat. Zet de in de gekozen map. Kies een andere schrijfbeveiligingsschakelaar in de map (blz. 71). stand voor opnemen (blz. 125). Bestandsfout Geen geheugenruimte in het intern • Tijdens het weergeven van het beeld is geheugen een fout opgetreden. Geen geheugenruimte in de Memory Stick Bestandsbeveiliging • Wis overbodige beelden of bestanden (blz. 27). • Schakel de beveiliging uit (blz. 57). Geheugen voor alleen-lezen Te groot beeldformaat • De camera kan geen beelden opnemen • U geeft een beeld weer met een formaat of wissen op deze "Memory Stick Duo". dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Geen bestand Kan niet opdelen • Er zijn geen beelden opgenomen in het interne geheugen. • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). Geen bestanden in deze map • Het bestand is geen bewegend beeld. • Er zijn geen beelden opgenomen in deze map. • U hebt de bediening niet juist uitgevoerd toen u beelden kopieerde Problemen oplossen vanaf uw computer (blz. 91). Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een map met dezelfde drie eerste cijfers (bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Kies een andere map of maak een nieuwe map aan (blz. 71 en 70). 121

Foutcodes en meldingen Ongeldige bediening Maak printer-verbinding mogelijk • U probeert een bestand weer te geven • [USB-aansl.] is ingesteld op dat niet compatibel is met de camera. [PictBridge], echter de camera is • U hebt geprobeerd met bewegende aangesloten op een apparaat dat niet beelden de functies zoomvergroting, PictBridge-compatibel is. Controleer tekenen, beeldformaat veranderen, het apparaat. roteren, afdrukken of het aanbrengen • Er is geen verbinding tot stand gebracht. van een DPOF-markering toe te passen. Koppel de kabel voor de • U hebt geprobeerd met Multi Burst- multifunctionele aansluiting los en sluit beelden de functies zoomvergroting, deze weer aan. Bij het verschijnen van tekenen, beeldformaat veranderen of een foutmelding op de printer, moet u roteren toe te passen. de gebruikshandleiding van de printer • U hebt geprobeerd een tekening aan te raadplegen. brengen op de beeldopnamen tijdens weergave op een televisiescherm. Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd te tekenen met afstandsbediening van de Cyber-shot • U hebt geprobeerd afdrukken te maken Station. vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridge- compatibel is. (Trillingswaarschuwing- indicator) Geen afdrukbaar beeld • Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de • U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren flitser, bevestig de camera op een statief zonder één DPOF (afdruk-)markering of zet de camera op een andere manier op een of meerdere beelden aan te vast. brengen. • U probeerde [Alle in deze map] uit te voeren terwijl een map was gekozen 640(Fijn) is niet beschikbaar waarin uitsluitend bewegende beelden • Bewegende beelden met beeldformaat zitten. U kunt bewegende beelden niet 640(Fijn) kunnen alleen worden afdrukken. opgenomen op een "Memory Stick PRO Duo". Plaats een "Memory Stick PRO Printer bezet Duo" of stel het beeldformaat in op een Papierfout ander formaat dan [640(Fijn)]. Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken beschadigd is. 122

Foutcodes en meldingen Bediening is veranderd • Het is mogelijk dat de • De [Behuizing] staat op [Aan] (blz. 78). gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los. Verwerkt • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan, afhankelijk van de printer, enige tijd duren. Albumdatafout • In de beeldgegevens van het albumbestand is een fout opgetreden. Voer [Album controleren] uit (blz. 73). Albumfout • Er is een fout in het album opgetreden. Schakel de camera uit en daarna weer in. Als de melding blijft verschijnen, moet u het album formatteren. (Merk op dat door dit formatteren alle in het album opgeslagen beeldgegevens, inclusief de beveiligde beelden, gewist zullen worden.) Geen beeld voor diavoorstelling • De gekozen map bevat geen bestand dat met een diavoorstelling met muziek weergegeven kan worden. Muziekfout Problemen oplossen • Wis het muziekbestand of vervang het door een normaal muziekbestand. • Voer [Format. muz.] uit en download daarna een nieuw muziekbestand (blz. 74). Muziekgeheugen- formatteringsfout • Voer [Format. muz.] (blz. 74) uit. 123

Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening U kunt uw camera, de bijgeleverde acculader (bijgeleverd) en de AC-LS5K netspanningsadapter (niet bijgeleverd) in ieder land en gebied gebruiken waar de stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V wisselstroom van 50/60 Hz is. • Gebruik geen elektronische transformator (reistrafo), omdat hierdoor een storing kan optreden. 124

Over de "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, Opmerkingen over het gebruik van een draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) "Memory Stick" die kunnen worden • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of gebruikt met deze camera staan vermeld in wissen nadat u met een scherppuntig voorwerp de onderstaande tabel. Een goede werking de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand kan echter niet worden gegarandeerd voor LOCK hebt gezet. alle functies van de "Memory Stick". Aansluiting "Memory Stick"-type Opnemen/ weergeven Memory Stick Schrijfbevei- — (zonder MagicGate) ligingsscha- Memory Stick kelaar Ruimte voor — (met MagicGate) aantekeningen Memory Stick Duo a Sommige "Memory Stick Duo" hebben (zonder MagicGate) geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Bij een Memory Stick Duo a*1*2 "Memory Stick Duo" voorzien van een (met MagicGate) schrijfbeveiligingsschakelaar, kan de stand MagicGate Memory Stick — en/of de vorm van de MagicGate Memory Stick schrijfbeveiligingsschakelaar verschillend a*1 zijn, afhankelijk van de "Memory Stick Duo Duo". Memory Stick PRO — Memory Stick PRO Duo a*1*2*3 • De "Memory Stick Duo" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of *1 "Memory Stick Duo", "MagicGate Memory wegschrijven van gegevens. Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn • De gegevens kunnen in de volgende gevallen uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate beschadigd zijn: is een technologie ter bescherming van – wanneer de "Memory Stick Duo" uit de auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt camera wordt gehaald of de camera wordt van versleutelingstechnologie. Opnemen/ uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven weergeven van gegevens waarbij MagicGate- van gegevens functies zijn vereist, kan niet met deze camera – wanneer de "Memory Stick Duo" wordt worden uitgevoerd. gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit *2 of elektrische ruis Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle • We raden u aan van belangrijke gegevens een interface. reservekopie te maken. *3 Bewegende beelden kunnen worden • Druk niet hard wanneer u in het opgenomen op beeldformaat 640(Fijn). aantekeningenvak schrijft. • Wij kunnen de juiste werking van een "Memory • Plak geen stickers op de "Memory Stick Duo" zelf of op de Memory Stick Duo-adapter. Overige Stick Duo" die op een computer is geformatteerd niet garanderen in deze camera. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory erbij geleverd werd. Stick Duo" en apparatuur. • Raak de aansluitingen van de "Memory Stick Duo" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. 125

Over de "Memory Stick" • Sla, verbuig of laat de "Memory Stick Duo" niet Opmerking betreffende de "Memory vallen. Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd) • Demonteer of transformeer de "Memory Stick Duo" niet. "Memory Stick PRO Duo" met een opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan gebruik in deze camera. water. • Laat de "Memory Stick Duo" niet liggen binnen het bereik van kleine kinderen. Zij kunnen deze per ongeluk inslikken. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen: – plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden Opmerkingen over de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) • Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"- compatibel apparaat steekt zonder gebruik te maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het apparaat te halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken, en steek deze daarna er helemaal in. In de verkeerde richting insteken kan tot een defect leiden. • Wanneer u een "Memory Stick Duo", die in een Memory Stick Duo-adapter is gestoken, in een "Memory Stick"-compatibel apparaat gebruikt, moet u er goed opletten dat de Memory Stick Duo-adapter in de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik het apparaat kan worden beschadigd. • Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. 126

Informatie over de accu Opladen Levensduur van de accu Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een • De levensduur van de accu is beperkt. De omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien capaciteit van de accu neemt geleidelijk af u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt, naarmate u deze meer gebruikt wordt en de tijd bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu kunt opladen. aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van Doeltreffend gebruik van de accu de levensduur van de accu is bereikt. Koop een nieuwe accu. • Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen kan de accu • De levensduur van de accu wordt mede bepaald daarom minder lang worden gebruikt. Wij door de manier waarop deze wordt bewaard, bevelen het volgende aan om de accu langer mee alsmede de omstandigheden en omgeving te laten gaan: waarin de accu wordt gebruikt. – Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan om de accu op te warmen, en plaats deze in de camera vlak voordat u begint met opnemen. • De accu zal snel leeg raken als u de flitser of zoom vaak gebruikt. • Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken. • Laat de accu niet nat worden. De accu is niet waterdicht. • Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen, zoals in een voertuig of in direct zonlicht. Hoe u de accu moet bewaren • Als de accu gedurende een lange tijd niet gebruikt wordt, laadt u deze eenmaal per jaar volledig op en verbruikt u de lading volledig met uw camera, voordat u de accu weer bewaart op een droge, koele plaats. Herhaal deze oplaad- en verbruikprocedure eenmaal per jaar om een goede werking van de accu te behouden. • Als u de acculading volledig wilt opgebruiken, zet u de camera in de diavoorstelling- weergavefunctie (blz. 39) totdat de camera uitgeschakeld wordt. • Om te voorkomen dat de aansluitingen vuil worden, er kortsluiting ontstaat, enz., moet u de bijgeleverde accuhouder gebruiken voor transport en bewaring. Overige 127

De acculader De acculader • Laad met behulp van de acculader die bij uw camera werd geleverd, geen andere accu op dan een NP-BG-accu. Als u andere accu’s dan de bijgeleverde accu probeert op te laden, kunnen deze gaan lekken, oververhit raken of exploderen, waardoor gevaar van letsel als gevolg van elektrocutie en brandwonden ontstaat. • Haal de opgeladen accu uit de acculader. Als u de opgeladen accu in de acculader laat zitten, kan de levensduur van de accu korter worden. • Als het CHARGE-lampje knippert, kan dit een accufout aangeven of het feit dat een andere accu dan het opgegeven type is geplaatst. Controleer of de geplaatste accu van het opgegeven type is. Als de accu van het opgegeven type is, haalt u de accu eruit, vervangt u deze door een nieuwe of een andere, en controleert u of de acculader nu wel goed werkt. Als de acculader nu wel goed werkt, kan een accufout zijn opgetreden. • Als de acculader vuil is, is het mogelijk dat de accu niet goed wordt opgeladen. Maak de acculader schoon met een droge doek, enz. 128

Index Index A Bestandsnr. ........................... 76 E Aanraakscherm .....................20 Besturingssysteem.......... 82, 98 Elektronische Aansluiten Beveiligen............................. 56 transformator ...............124 Computer .......................85 Bewolkt ................................ 49 Enkelbeeldafdrukfunctie.....101 Printer ..........................102 Bracket-stap.......................... 53 Enkelvoud. ............................65 TV..................................79 Burst ..................................... 51 EV.........................................32 Accu....................................127 Exposure Bracket..................51 Acculader............................128 C Extensie ..........................89, 91 Camera 1 .............................. 65 Achteruitspoelen/ Vooruitspoelen...............27 Camera 2 .............................. 68 F AE/AF-vergrendelings- Compressieverhouding......... 11 Fijn........................................50 indicator.........................23 Computer.............................. 81 Flexibel Punt AF...................34 AF-bereikzoekerframe ..........34 Aanbevolen- Flitser ....................................49 Afdrukken ...........................100 omgeving................. 82, 98 Flitsfunctie ............................24 Enkelbeeldfunctie........101 Beeldbestanden Flitsniveau.............................54 opgeslagen op de Indexfunctie.................101 Fluorescerend .......................49 computer weergeven op de Afdrukmarkering ................105 camera........................... 91 Format. muz..........................74 AF-functie.............................65 Beelden kopiëren .... 84, 98 Formatteren...............69, 70, 73 AF-verlicht............................67 Macintosh...................... 98 Foutcodes en meldingen .....120 Album .............................36, 73 Software ............ 83, 92, 97 F-waarde ...............................10 Album controleren ................73 Windows ....................... 81 Altd. flits. ..............................24 Contrast ................................ 54 G Ander form............................58 Gebruik van de camera in het Auto Review .........................68 D buitenland ....................124 Automatische instelfunctie ...22 Daglicht ................................ 48 Geprogrammeerde automatische Automatische scherpstelling ...8 Datum......................... 110, 116 opnamefunctie ...............29 DC IN-aansluiting ................ 13 Gloeilamp .............................49 B De camera vasthouden ..... 8, 22 Beeldbestand- Diafragma............................... 9 H geheugenlocaties ...........89 Diavoorstelling ..................... 39 Handmatige belichting..........31 Beeldbestand-geheugenlocaties Digitale zoom ....................... 65 Histogram .......................18, 33 en bestandsnamen..........89 DirectX ................................. 82 Hoge-gevoeligheidsfunctie ...30 Beelden afdrukken in een winkel ..........................105 Downl. muz. ......................... 74 Beelden kopiëren naar uw DPOF ................................. 105 Index computer........................84 Dradenkruis van de punt Beeldformaat...................11, 26 lichtmeting .................... 48 Beeldkwaliteit .................11, 50 Behuizing ..............................78 Belichting................................9 Bestandsnaam .......................89 129

Index I M O Indexafdrukfunctie .............101 M AF.................................... 65 Onderbelichting ...................... 9 Index-scherm ........................28 Macintosh-computer ............ 98 Opdelen ................................ 59 Indicator................................14 Aanbevolen- Opn.functie ...........................51 Indicator van AF- omgeving ...................... 98 Opnamefunctie met bereikzoekerframe.........34 Macro ................................... 25 handmatige Initialiseren ...........................75 Map ...................................... 55 belichting....................... 29 Installeren .............................83 Aanmaken..................... 70 Opnamemap maken.............. 70 Intern geheugen ..............19, 69 Wijzigen........................ 71 Opnamemap wijz.................. 71 Interval..................................53 Mass Storage........................ 76 Opnamestand ISO..............................9, 10, 50 Memory Stick ...................... 70 Bewegend beeld ............ 22 "Memory Stick Duo" ......... 125 Stilstaand beeld .............22 J Schrijfbeveiligingsscha- Optische zoom................23, 65 JPG .......................................90 kelaar .......................... 125 Overbelichting ........................ 9 Menu .................................... 44 K Onderdelen ............. 22, 45 P Kabel voor de multifunctionele Opnamestand ................ 47 PAL....................................... 77 aansluiting .......79, 85, 102 Weergeven .................... 55 PC ......................................... 81 Kalibratie ..............................78 Menu voor opnemen ............ 47 PictBridge..................... 76, 101 Kleur...............................10, 43 Menu voor weergeven.......... 55 Picture Motion Browser ....... 92 Kleurfunctie..........................47 Midden-AF........................... 34 Pieptoon................................ 75 Klokinstel. ............................77 Mode .................................... 51 Pixel......................................11 Kopiëren ...............................71 Monitor ................................ 65 Plaats van de onderdelen ...... 12 MPG..................................... 90 Precisie-digitale-zoom.......... 65 L Multi AF .............................. 34 Problemen oplossen............ 107 Landschapsfunctie ................30 Multi Burst ........................... 52 PTP ....................................... 76 LCD-scherm .........................18 Multifunctionele Punt lichtmeting ................... 48 LCD-verlicht.........................75 aansluiting..................... 13 Punt-AF ................................ 34 Levendig ...............................47 Multipoint-AF...................... 34 Lgz synchro ..........................24 Music Transfer ............... 97, 99 R Lichtmeetfun. .......................48 Muziek ................................. 74 Rechtstreeks afdrukken ...... 101 Lichtmeting met meerdere Rode-ogeneff. ....................... 66 patronen.........................48 N Roteren ................................. 59 Lichtmeting met nadruk op het Natuurlijk ............................. 47 midden...........................48 Netspanningsadapter............ 13 Niet flits. .............................. 24 NR lange-sluitertijd........ 14, 32 NTSC ................................... 77 130

Index S T Z S AF ......................................65 Taal ....................................... 75 Zachte-klikfunctie.................30 Scènekeuzefunctie ................30 Tekenen ................................ 42 Zelfdiagnosefunctie ............120 Schemerfunctie .....................30 Tekenpen .............................. 42 Zelfontspanner ......................24 Schemer-portretfunctie .........30 Toets voor "aanraakscherm- Zoom.....................................23 Scherm inschakeltoets" .............. 20 Z-W.......................................47 Het weergavescherm Tot halverwege indrukken ...... 8 veranderen .....................18 Trimmen ............................... 62 Indicator.........................14 TV ........................................ 79 LCD-verlicht ...........18, 75 Scherpstellen.....................8, 33 U Scherpstelling-voorkeuze......34 USB-aansl. ........................... 76 Scherpte ................................54 Schrijfbeveiligingsschakelaar V .....................................125 VGA (E-Mail) ...................... 26 Schrijven in album ................73 Video-uit............................... 77 Sepia .....................................47 Volume ................................. 27 Setup .........................54, 61, 63 Vuurwerkfunctie................... 30 Album ............................73 Camera 1........................65 W Camera 2........................68 Wazige beelden ...................... 8 Intern geheugen .............69 WB ....................................... 48 Memory Stick ................70 Weergave .............................. 27 Setup 1...........................74 Weergavezoom ..................... 28 Setup 2...........................75 Weergeven Setup 3...........................76 Bewegend beeld ............ 27 Setup 4...........................78 Stilstaand beeld ............. 27 Setup 1 ..................................74 Weergeven/bewerken............ 29 Setup 2 ..................................75 Windows-computer .............. 81 Setup 3 ..................................76 Aanbevolen- Setup 4 ..................................78 omgeving....................... 82 Slimme-zoomfunctie ............65 Wissen .................................. 27 Sluitertijd ..........................9, 10 Formatteren............. 69, 70 Sneeuwfunctie.......................30 Witbalans.............................. 48 Index Software....................83, 92, 97 Standaard ..............................51 Strandfunctie.........................30 131

Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.