Handleiding voor gebruik en veiligheid RL MODELLEN WWW.ROBOMOW.EU DOC0067H
Alles wat u over Robomow weten moet, is in deze handleiding opgenomen. De instructies zijn eenvoudig en gebruikersvriendelijk. De handleiding is bedoeld voor: 1. Robomow RL2000 2. Robomow RL555 en Robomow RL855 De meeste in deze handleiding opgenomen instructies zijn op ALLE modellen van toepassing. Sommige onderdelen zijn voor bepaalde modellen of bepaalde configuraties bedoeld. Paragrafen voor specifieke modellen Alle informatie met “Alleen RL2000 ” is alleen voor de Robomow RL2000. Als uw Robomow GEEN RL2000 is, moet u dit overslaan tot het einde van dit deel. Alle informatie met “Alleen RL555 RL855 ” is alleen voor de Robomow RL555 of RL855. Als uw Robomow GEEN RL555 of RL855 is, moet u dit overslaan tot het einde van dit deel. Alle informatie met “Alleen RL855/555. Zone zonder basisstation” is voor de Robomow RL555/RL855 OF voor de Robomow RL2000, indien gebruikt in een gebied van het gazon dat door een perimeterschakelaar (niet door een basisstation) wordt beheerst. Indien u een Robomow RL2000 in een door een basisstation beheerste zone gebruikt, moet u dit overslaan tot het einde van dit deel. Geen teken aan de Alle informatie zonder een speciaal teken is voor ALLE Robomow modellen. linkerkant Korte tekst voor een bepaald model Een korte tekst naast dit teken is alleen voor de Robomow RL2000. Een korte tekst naast dit teken is alleen voor de Robomow RL555 of RL855.
Inleiding EG Conformiteitsverklaring Fabrikant: F. Robotics Acquisitions Ltd. Hatzabar St., Industrial Zone P.O.Box 1412 Pardesiya, 42815 Israel De producten die onder deze verklaring vallen Door een accu van 24 Volt aangedreven automatische robot grasmaaier, model RL2000 (met basisstation) Door een accu van 24 Volt aangedreven automatische robot grasmaaier, model RL855/555 (met perimeterschakelaar) F. Robotics Acquisitions Ltd. heeft de exclusieve verantwoordelijkheid, en verklaart dat de hierboven geidentifi- ceerde producten in overeenstemming zijn met de beveiligingsvereisten van de EMC regelgeving en met de voor- naamste elementen van de beveiligingsdoelen van de Low Voltage Equipment richtlijn, en dat de onderstaande standaarden van toepassing zijn: - EMC EN 55014-1:2006 & EN 55014-2:1997 + A1:2001 (Robomow) EN 55024:98 + A1:2001 + A2:2003 + EN 55022:1998 + A1:2000 + A2:2003 (Basisstation) - Elektrische veiligheid BS EN 60335-1:2002 *AMD1 15172, 2002 *AMD2 15626, 2005 *AMD4 15051, 2004 *AMD5 15536, 2005 *AMD6 16671, 2007 BS EN 50338: 2006 AMD1 16778, 2006 - Machine richtlijn Richtlijn 2006/42/EC Veiligheid van machines – Risicobeoordeling ISO 14121-1/2 - Geluidsniveau richtlijn voor BS EN ISO 3744: 1995 en *ISO 11094: 1991. Met betrekking tot Geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis richtlijn 2000/14/EC: Geamendeerd door richtlijn 2005/88/EC en de corrigenda tabel 1. artikel 12: Test code van appendix III deel B item 32. Geluidsniveau Gemeten geluidsvolume niveau: LwA =76.6 dB Gegarandeerd geluidsvolume niveau: LwA = 80dB - EMF BS EN 50366: 2003 Amd1 16426, 2006 EMC Competent lichaam Alle overige richtlijnen competent lichaam QualiTech SGS UNITED KINGDOM LIMITED 30, Hasivim Street Rossmore Business Park P.O. Box 3083 ELLESMERE PORT Petah Tikva 49130 CH65 3EN South Wirral Cheshire Israel United Kingdom De technische documentatie wordt bijgehouden door de heer Dedy Gur, directeur kwaliteitsbeheer. Adres: Hatzabar St., Industrial Zone P.O.Box 1412 Pardesiya, 42815 Israel. En de heer Lennert van der Pols Friendly Robotics BV. Adres: Expeditieweg 4-6 6673 DV Andelst, Nederland Ik verklaar hierbij dat het hierboven beschreven product beantwoordt aan de hierboven gespecificeerde vereisten. Shai Abramson – Senior VP R&D F. Robotics Acquisitions Ltd. 1 October 2010 Inleiding - 1
Robomow RL555, RL855, RL2000 De producten zijn gefabriceerd door F. Robotics Acquisitions (Friendly Robotics). CE goedgekeurd. © Friendly Robotics, 2010-A. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden gefotokopieerd, elektronisch overgedragen of vertaald, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Friendly Robotics. Het product, de product specificaties en dit document zijn zonder kennisgeving onderwerp van wijziging. Alle andere han- delsmerken zijn het eigendom van hun respectievelijke eigenaren. Welkom in de wereld van de huisrobots met de Friendly Robotics Robomow! Dank u voor de aankoop van ons product. We weten dat u zult genieten van de extra vrije tijd terwijl Robomow uw gras maait. Indien goed geïnstalleerd en gebruikt zal Robomow veilig functioneren op uw gazon en u een maaikwaliteit geven zoals maar weinig maaima- chines dat kunnen. U zult van het uitzicht op uw gazon onder de indruk zijn en Robomow heeft dit voor u gedaan. BELANGRIJK! De volgende pagina's bevatten belangrijke instructies voor de veiligheid en de bediening. Lees alle instructies in deze handleiding en voer ze ook read uit. Lees aandachtig en herlees alle veiligheidsinstructies, waarschuwingen en aanwijzingen die in deze handleiding zijn opgenomen. Als u nalaat deze instructies, waarschuwingen en aanwijzingen te lezen en op te volgen is het mogelijk dat personen en huisdieren zwaar gewond raken of gedood worden en kan schade aan per- soonlijke eigendommen ontstaan. Inleiding - 2
Inleiding Omschrijving waarschuwingsstickers Onderstaand volgen de symbolen op de Robomow; Lees ze aandachtig door vóórdat u Robomow gaat gebruiken.. GEVAAR! Scherpe draaiende messen. Houd handen en voeten weg. U kunt zich ernstig verwonden. Opgelet – Raak de draaiende mes(sen) niet aan! OPGELET! Verwijder het accupack voordat u de maaimachine om enige reden optilt. 1 2 3 4 5 6 7 1. Symbool voor veiligheidsalarm – WAARSCHUWING- dit is een gevaarlijk, aangedreven apparaat. Wees voorzichtig wanneer u het gebruikt, volg alle veiligheidsinstructies op en houd u aan de waarschuwingen. 2. Lees de gebruiksaanwijzing – Lees de instructies voor de gebruiker vóór het gebruik van uw Robomow 3. Gevaar voor rondvliegende voorwerpen – Uw gehele lichaam loopt gevaar. 4. Blijf op een veilige afstand van de werkende machine Houdt mensen, en in het bijzonder kinderen, huisdieren en omstanders weg van het gebied, waarin de Robo- mow gebruikt wordt. 5. Verwonden van tenen en vingers – Draaiend maaimes Er is het risico van verwonding door een draaiend snijdend mes. Houd handen en voeten weg en til Robomow nooit aan deze kant op. 6. Verwijder de zekering vóórdat u aan Robomow werkt of hem optilt. Verwijder het accupack vóórdat u aan Robomow werkt of hem optilt. 7. Ga nooit zitten op Robomow. Doe Robomow of een onderdeel ervan nooit bij het huishoudelijk afval – het moet gescheiden opgehaald worden. WAARSCHUWING! Dit waarschuwingsteken wordt op diverse plaatsen in deze handleiding afgedrukt. Het is bedoeld om een belangrijk bericht omtrent de veiligheid, een waarschuwing of een aanwijzing aan te geven. Geef uw bijzondere aandacht aan deze passages en u moet het bericht helemaal begrijpen voordat u doorgaat. Inleiding - 3
Robomow RL555, RL855, RL2000 Veiligheidswaarschuwingen en voorzorgsmaatregelen Gebruik 1. Lees deze gebruikershandleiding en veiligheidshandleiding zorgvuldig door. Maak u vertrouwd met de bediening en het juiste gebruik van Robomow voordat u met Robomow gaat werken. 2. Robomow mag nooit door kinderen of door personen die deze instructies niet kennen, bediend worden. 3. Maai nooit indien er mensen, vooral kinderen, of huisdieren in de buurt zijn. 4. Het wordt sterk aanbevolen om de KINDVEILIG of ANTI DIEFSTAL optie (4 PIN code)) te activeren om te voorkomen dat kinderen of onbevoegden met Robomow werken. 5. Robomow moet altijd onder toezicht werken. 6. De bediener of gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendom. 7. Draag oogbescherming en gebruik werkhandschoenen bij het installeren van de perimeterdraad en bij het in de grond slaan van de draadpinnen. Sla de pinnen stevig in de grond om het gevaar te voorkomen dat over de draad gestruikeld wordt. 8. Zorg dat u de perimeterdraad overeenkomstig de instructies indeelt en installeert. 9. Inspecteer periodiek het gebied dat door Robomow gemaaid wordt, en verwijder stenen, stokken, draad en andere voorwerpen. Voorwerpen die door de messen geraakt worden kunnen weggeslingerd worden en ernstige verwondingen veroorzaken. 10. Indien zich abnormale vibraties voordoen, stop de maaimachine, verwijder het accupack en controleer visueel de messen of de maaiafdekking op schade. Om een goede balans te behouden, moeten versleten of beschadigde messen worden vervangen. Als de vibratie aanhoudt, moet u contact opnemen met uw verkooppunt. 11. Houd handen en voeten weg van de messen en andere bewegende onderdelen. 12. Verwijder altijd het accupack voordat de maaimachine wordt opgetild of voordat aanpassingen worden uitgevoerd. Kom niet aan de messen voordat deze volledig stilstaan. 13. Probeer nooit de maaier te herstellen of af te stellen terwijl hij werkt. 14. Bij het programmeren van de automatische starttijden en dagen mag de machine niet zonder toezicht werken als het u bekend is dat in de omgeving huisdieren, kinderen of anderen zijn. 15. Gebruik Robomow niet voor enig ander doel dan waarvoor het bedoeld is. 16. Gebruik Robomow niet als een veiligheidseigenschap of voorziening beschadigd is of niet functioneert. 17. Laat nooit toe dat iemand op de maaier gaat zitten. 18. Waarschuwing! Als er het risico van onweer is, moet de perimeterdraad uit het basisstation/de perimeterschakelaar losgekoppeld worden en de 230V stroomvoorziening uit het stopcontact worden verwijderd. 19. Alle beveiligingen, schermen, veiligheidsapparaten en sensoren worden op hun plaats gehouden. Herstel of vervang beschadigde onderdelen, inclusief veiligheidsstickers. Laat Robomow niet werken als enig onderdeel beschadigd of versleten is. 20. Het apparaat nooit optillen of dragen als de motoren draaien. 21. Transport - voor het veilig verplaatsen van of binnen het werkgebied: 1. Wees voorzichtig bij het optillen van Robomow, het is zwaar! Neem altijd het accupack uit de maaimachine voordat het wordt opgetild. 2. Gebruik de handbediening om Robomow rijdend te verplaatsen. 3. Bij hoogteverschillen of trappen, verwijder het accupack uit de maaier en draag de maaier bij het draaghandvat (zie Inleiding - 8). Handbediening gebruiken 22. Maai alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht en vermijd in nat gras te maaien.. 23. Bedien Robomow nooit wanneer u blootsvoets bent of wanneer u open sandalen draagt. Draag altijd stevige schoenen en een lange broek. 24. Let goed op waar u stapt wanneer u hellingen maait; 25. Wees uitermate voorzichtig wanneer u het apparaat naar u toe draait; 26. Schakel altijd de motor in overeenkomstig de instructies en houd de voeten ver van de messen; 27. Niet handmatig maaien op op hellingen van meer dan 15 graden of waar een goede houvast niet mogelijk is. Onderhoud 28. Verwijder het accupack altijd uit de Robomow in de hieronder genoemde gevallen: voor het verwijderen van blokkages / controle / reinigen/ werk aan de Robomow of bij het vervangen van de messen. 29. Verwijder het accupack altijd uit de Robomow na het botsen met een vreemd voorwerp of als Robomow abnormaal begint te vibreren. 30. Gebruik stevige veiligheidshandschoenen wanneer u de messen nakijkt of vervangt. 31. Open of beschadig het accupack niet. Het elektrolyt dat dan kan vrijkomen is corrosief en kan ogen of huid beschadigen. Inleiding - 4
Inleiding 32. Vervang om veiligheidsredenen versleten of beschadigde onderdelen. 33. Gebruik alleen originele apparatuur en accessoires. Het is niet toegestaan het oorspronkelijke ontwerp van Robomow te wijzigen. Alle veranderingen zijn voor uw eigen risico. 34. Controleer dat de accu met de door de fabrikant geadviseerde juiste voeding is opgeladen. Onjuist gebruik kan een elektrische schok, oververhitting of lekkage van bijtende vloeistof uit de accu tot gevolg hebben; 35. Onderhoud/ Herstel van Robomow moet overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden uitgevoerd; 36. Er kan een vonk ontstaan als het accupack of de zekering in de robot wordt geplaatst. Het is daarom verboden deze taken in de nabijheid van ontbrandbare materialen uit te voeren. Om het risico van ontbranding bij het invoeren van het accupack of de zekering, is het is ook verboden om voor het reinigen van elektronische contactpunten een spray of ander reinigingsmateriaal te gebruiken. Einde van gebruik van het product 37. Robomow en de accessoires moeten apart verzameld worden aan het eind van hun levensloop om te voorkomen dat de elektrische en elektronische materialen verspild worden, ter bevordering van hergebruik, behandeling en herstel van elektronische materialen. En voor de bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu, ter bescherming van de gezondheid van de mens en om verstandig gebruik te maken van natuurlijke hulpmiddelen. 38. Zet Robomow of andere delen van Robomow (inclusief de voeding, basisstation en perimeterschakelaar) niet bij het ongesorteerde gemeente afval – het moet apart verzameld worden. 39. Vraag uw plaatselijke dealer wat te doen met de afgeschreven machine. 40. Verbrand het accupack niet en doe geen gebruikte accu’s in uw huishoudelijke afval. De accu moet verzameld worden zodat hij gerecycled of op een milieuvriendelijke manier verwerkt kan worden. Robomow® - Veiligheidseigenschappen 1. Kinderslot Deze menuoptie biedt een veiligheidsfunctie ter verhindering van het in werking stellen van Robomow door kinderen of anderen die niet weten hoe het toestel veilig bediend moet worden. 2. Hefsensor Aan het voorste zwenkwiel van de maaimachine bevindt zich een sensor. Indien Robomow uit een ruststand tijdens het werken wordt opgetild, zullen de messen onmiddellijk stoppen (< 1 seconde). 3. Bumpers met sensors De voorste en achterste bumpers zijn uitgerust met contacten die geactiveerd worden als de maaimachine een vast, hard object raakt. Als de bumpersensor geactiveerd is, stopt Robomow de beweging van de messen onmiddellijk en beweegt het toestel zich achteruit, weg van het obstakel. 4. Noodstopschakelaar De STOP knop bevindt zich op de handbediening. Als deze knop tijdens de werking van de maaimachine wordt ingedrukt, wordt de werking onderbroken en stopt het draaien van de maaimessen onmiddellijk. 5. Twee stappen bediening ter controle van de aanwezigheid van de bediener In handmatige modus zijn twee onafhankelijke acties vereist om de maaimessen in te schakelen. Als deze zijn ingeschakeld moet de maaimessenknop ingedrukt blijven om de meswerking voort te zetten. Als deze zijn losgelaten, moet het inschakelingproces in twee stappen herhaald worden. 6. Afgesloten accu De accu die Robomow aandrijft, is volledig afgesloten en zal geen vloeistof lekken, ongeacht de positie. 7. Perimeterschakelaar en perimeterdraad De Robomow kan niet werken zonder een geïnstalleerde perimeterdraad die geactiveerd wordt via het basisstation/de perimeterschakelaar. Indien de perimeterschakelaar uitgeschakeld is of niet functioneert, stopt Robomow met werken. 8. Alarm bij automatisch vertrek Wanneer de maaier geprogrammeerd is om automatisch uit het basisstation te vertrekken op een voorgeprogrammeerd moment, dan zal dat gemeld worden door een zoemer en de waarschuwingslamp, 5 minuten vóór het vertrek. Dit zijn waarschuwingssignalen om het veld te ruimen en het gazon te inspecteren. Inleiding - 5
Robomow RL555, RL855, RL2000 Hoe het werkt • Het is vereist Robomow voor het gebruik eenmalig te installeren; een draad, de perimeterdraad genoemd, wordt langs de rand van het gazon en rondom andere gebieden die niet gemaaid mogen worden, geplaatst. • Draadpinnen worden met de Robomow geleverd en deze worden gebruikt voor het vastzetten van de perimeterdraad in de grond, onder het niveau van het gras; de draad zal snel, met het groeien van nieuw gras, uit het zicht verdwijnen. • Het basisstation wordt langs de perimeterdraad geplaatst en heeft twee belangrijke functies: - Het genereren van een signaal door de perimeterdraad (laagspanning); - Het opladen van de accu. • Na het voltooien van de eenmalige installatie van de draad rondom het gazon , inclusief het basisstation, kan het weekprogramma worden ingesteld en kunt u een heel seizoen vergeten dat er gemaaid moet worden! • Robomow vertrekt van het basisstation op de dagen en tijden die in het weekprogramma geprogrammeerd zijn; hij maait het gazon en rijdt terug naar het basisstation om weer op te laden en klaar te zijn voor de volgende maaibeurt. • Wanneer Robomow het basisstation verlaat, wordt automatisch een signaal door het basisstation gegenereerd; het signaal creeert een virtuele muur welke alleen voor de Robomow zichtbaar is en waardoor Robomow op het gazon blijft en niet naar andere gebieden rijdt. Het basisstation genereert een Bomen die groot en stevig zijn signaal door de draad en wordt vereisen geen perimeterdraad erom gebruikt voor het opladen van heen omdat Robomow daartegen de accu botst en omkeert Robomow neemt het signaal waar en bij het bereiken van de draad verandert het van richting Perimeterdraad als virtuele muur, slechts zichtbaar voor Robomow Een boom in een kuil of omringd door bloemen, vereist het omcirkelen met de perimeterdraad Inleiding - 6
Inleiding Wat zit erininthe What’s de doos Boxes 14 3 4 1 2 Operating & Safety Manual RL MODELS WWW.ROBOMOW.COM / WWW.ROBOMOW.EU DOC0100D 18 17 15 16 11 12 20 24 13 19 10 23 6 8 7 21 22 5 ALLEEN RL2000RL2000 ONLY ALLEEN RL555/855 RL555/855ONLY 9 Basisstation rijplaten Wordt gebruikt voor Draadconnectors 1 Robomow® 9 geleiding van de rijwielen bij aankomst en 17 Voor het verbinden van draden (indien vertrek van het basisstation. nodig). Aansluitstekkers Schroeven x2 Wordt gebruikt voor het verbinden van 2 Accupack 10 Wordt gebruikt om de basisstation rijplaten 18 de voltooide perimeterdraadinstallatie aan de basis te bevestigen. met de perimeterschakelaar/basis- station. Perimeterdraad Schroeven x2 Verlengsnoer (15 meter laagspanningska- 3 Wordt gebruikt voor het bouwen van een virtuele 11 19 Wordt gebruikt om het deksel van het bel) muur voor uw Robomow. basisstation aan de basis te bevestigen. Houder voor voeding (+ schroeven Pinnen- Wordt gebruikt voor het vastzetten van en pluggen) Wordt gebruikt voor het 4 12 Binnenvoeding 20 de perimeterdraad op de grond. bevestigen van een voeding aan een muur. Basisstation haringen - Wordt gebruikt om het 5 Gemonteerdbasisstation. 13 21 Perimeterschakelaar basisstation op de grond te bevestigen. Basisstation deksel Perimeterschakelaar pin - Wordt 6 Wordt gebruikt voor het opladen van de Robo- 14 Handleiding voor gebruik en veiligheid 22 gebruikt om de perimeterschakelaar mow accu en activeert de perimeterdraad. verticaal op de grond te houden. Voeding voor perimeterschakelaar– Basis - Wordt gebruikt voor het geleiden van de Wordt gebruikt voor het bedienen van 7 15 DVD – Installatie en bediening video. 23 Robomow naar de oplaadcontacten. de perimeterschakelaar. Accu's zijn als accessoire beschikbaar Scherm Roboliniaal Wordt gebruikt om te voorkomen dat Robomow Wordt gebruikt om de afstand te bepalen Voeding 8 16 24 op het basisstation zou klimmen tijdens het tussen de perimeterdraad en de rand van het (voor het opladen van Robomow) werken. gazon. Inleiding - 7
Robomow RL555, RL855, RL2000 Naam van de onderdelen Robomow® 1. Laadcontacten 2. Handvat 3. Handbediening 4. Waarschuwingslamp 5. Accupack 6. Bumpers met druk gevoelige sensoren Paneel voor handbediening 1. Knop handmatig maaien 2. Knop rijdsnelheidscontrole - snel/traag 3. Navigatieknop 4. GO [START] knop 5. Scroll pijltjes voor menu selectie 6. Stop knop 7. Knop wissen/annuleren 8. LCD venster Basisstation 1. Deksel 2. Basis 3. Haringen (x6) 4. Rijwielplaten 5. Schroeven (x2) 6. Scherm 7. Schroeven (x2) Perimeterschakelaar (station) 1. AAN/UIT knop 2. Knipperlicht geeft aan dat het systeem is ingeschakeld 3. Geeft een verbroken draad aan 4. Geeft een slechte verbinding van de perimeterdraad aan, of een te lange perimeterdraad Inleiding - 8
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Planning ..................................................................................................... 1-1 1.1 Bepalen van de plaats van het basisstation ................................................... 1-1 1.2 Planning van de layout van de perimeterdraad .............................................. 1-2 Hoofdstuk 2 Installatie van basisstation en perimeterdraad ...................................... 2-1 2.1 Installatie van perimeterdraad ...........................................................................2-1 2.2 Perimeterdraad installatie - Speciale gevallen ................................................2-3 2.3 De perimeterdraad op de grond vastzetten .....................................................2-5 2.4 Terug op het basisstation – De perimeterdraad installatie voltooien ............2-6 2.5 Het basisstation monteren ................................................................................2-6 2.6 Het basisstation plaatsen ..................................................................................2-9 2.7 Het testen van de basisstation installatie ......................................................2-10 2.8 Installatie in een zone zonder basisstation ....................................................2-10 2.9 Opties voor het plaatsen van de perimeterschakelaar: ................................2-11 2.10 Layout van de perimeterdraad .......................................................................2-11 2.11 Voltooien en testen van de installatie ............................................................2-11 2.12 Bij de plaats van de perimeterschakelaar: .....................................................2-12 Hoofdstuk 3 Robomow voorbereiden ........................................................................... 3-1 3.1 De accupack zekering invoeren .......................................................................3-1 3.2 Land instellen en initieel kalibreren ..................................................................3-1 3.3 Maaihoogte en afstand vanaf de grond instellen ............................................3-2 3.4 Testen van de plaats basisstation en perimeterdraad voor opladen ...........3-4 3.5 Positie van de perimeterdraad voor het maaien van de rand testen .............3-4 Hoofdstuk 4 Het maaien - automatisch en handmatige bediening ............................ 4-1 4.1 Voor extra veiligheid: .........................................................................................4-1 4.2 Robomow sturen – algemene instructies ........................................................4-1 4.3 Starttijd ................................................................................................................4-1 4.4 Naar het basisstation terugkeren ......................................................................4-2 4.5 De perimeterschakelaar activeren (in een zone zonder basisstation) ..........4-2 4.6 Robomow op het gazon plaatsen......................................................................4-2 4.7 Maaien van de kanten (Zone zonder basisstation) ..........................................4-4 4.8 Scan (maaien) .....................................................................................................4-4 4.9 Het maaien van de rand overslaan ...................................................................4-4 4.10 Voltooien van het maaien (Zone zonder basisstation) ......................................4-5 4.11 Handmatig maaien ..............................................................................................4-6 i
Robomow RL555, RL855, RL2000 Hoofdstuk 5 Het weekprogramma instellen (alleen RL2000) ...................................... 5-1 5.1 Het wekelijkse maaiprogramma instellen ........................................................5-1 5.2 De huidige tijd instellen .....................................................................................5-2 5.3 Een actieve dag annuleren ................................................................................5-2 5.4 Weekprogramma scherm ...................................................................................5-3 Hoofdstuk 6 Opladen ...................................................................................................... 6-1 6.1 Het opladen bij het basisstation .....................................................................6-1 6.2 Het accupack opladen met een binnenvoeding .............................................6-2 6.3 Energiebeheer en oplaad alarmsystemen ........................................................6-2 6.4 Winteropslag .......................................................................................................6-3 Hoofdstuk 7 Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen ... 7-1 7.1 Opties voor handmatig gebruik ........................................................................7-1 7.2 Instellingen ..........................................................................................................7-1 7.3 Informatie ............................................................................................................7-7 7.4 Dok opties (alleen basisstation) .............................................................................7-7 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen ................................................................................ 8-1 8.1 Foutmeldingen ....................................................................................................8-1 8.2 Berichten ............................................................................................................8-1 8.3 Andere problemen ..............................................................................................8-5 Hoofdstuk 9 Specificaties .............................................................................................. 9-1 Hoofdstuk 10 Onderhoud en opslag ............................................................................. 10-1 10.1 Aanbevolen onderhoudsschema ....................................................................10-1 10.2 Onderhoud van het maaidek ...........................................................................10-1 10.3 Onderhoud van de maaimessen .....................................................................10-2 10.4 Onderhoud van de buitenste behuizing .........................................................10-2 10.5 Onderhoud van het accupack .........................................................................10-3 10.6 Het verwijderen van oude accu's ....................................................................10-3 10.7 Het aansluiten van de perimeterdraad ...........................................................10-3 10.8 Onderhoud van het gebied van het basisstation .........................................10-4 10.9 Winteropslagf ...............................................................................................10-4 Hoofdstuk 11 Accessoires ............................................................................................. 11-1 Hoofdstuk 12 Tips voor het onderhoud van uw gazon ............................................... 12-1 Garantiekaart ii
Planning Hoofdstuk 1 Planning Voordat met de installatie wordt begonnen, raden wij u aan eerst dit hoofdstuk te lezen en de installatie DVD te bekijken. Dit zal u helpen te bepalen wat de beste plaats is voor het basisstation , voor de layout van de perimeterdraad, of voor de perimeterschakelaar. 1.1 Bepalen van de plaats van het basisstation Het basisstation van Robomow wordt op de perimeterdraad geplaatst. Hier begint en eindigt de "loop" van de draad. Het basisstation heeft twee belangrijke functies: ● Het genereert een signaal door de perimeterdraad (laagspanning), hetgeen dient als een "onzichtbare muur" bij het instellen van de grenzen van de Robomow. ● Het laadt de accu van de Robomow op. Na het voltooien van de eenmalige installatie van de perimeterdraad en het basisstation, wordt een weekprogramma ingesteld. Robomow verricht dan uw maaiactiviteiten voor een heel seizoen! Robomow verlaat het basisstation op de dagen en tijden die in zijn weekprogramma zijn geprogrammeerd. Het maait het gazon en keert voor opladen terug naar het basisstation. Als eerste bepaalt u waar het basisstation geplaatst moet worden... Q In het gebied van het gazon, langs de buitenrand. Of: Q Buiten het gebied van het gazon 1.1.1 Overweeg het volgende om de beste plaats te kiezen: Optie A - Interne installatie (Binnen het gazon, langs de buitenrand) P Als het gazon meer dan één zone telt, plaatst u het basisstation in het grootste maaivlak of de grootste zone. P Plaats het basisstation zodanig dat het niet vanaf de Basisstation straat gezien kan worden. P De voorkeur is voor een plaats met schaduw. Dit verlengt de levensduur van de accu Dok zone P Plaats het basisstation op relatief vlakke grond. P Plaats het NIET op een helling. Zone A P Plaats het basisstation tenminste 1 meter van de hoek verwijderd. Dok zone P Plaats het basisstation uit de buurt van tuinsproeiers. Water of regen brengen geen schade aan Robomow. Maar wij raden voor maximale bescherming een afstand van tuinsproeiers aan. Optie B - Externe installatie 1.1.2 Als het basisstation zich buiten het gazongebied bevindt (Buiten het gazon) Met een externe installatie van het basisstation is het mogelijk dat het basisstation, dicht bij de rand, buiten het gazongebied wordt Basisstation geplaatst. Overweeg het volgende om de beste externe plaats te kiezen: P Kies een plaats dicht bij de rand van het gazon P De overgang tussen het gazon en het basisstation moet plat en zonder hoogteverschillen zijn. Hierdoor kan Robomow de draad naar het basisstation eenvoudig volgen P Het oppervlak van het externe gebied moet hard zijn (bijv. een trottoir, harde grond) Het mag niet zanderig of met steentjes zijn. Dit voorkomt dat Robomow uitglijdt of vast komt te zitten. Hoofdstuk 1-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 Binnenvoeding, aan de muur bevestigd 1.1.3 Bepaal de plaats van de stroomvoorziening P De plaats van het basisstation moet dichtbij (max. 15 m) een stopcontact (230V) gelegen zijn. De binnenvoeding Max 15 m zal daarmee verbonden worden. Het hek moet zich op P De 15 m laagspanningskabel van Robomow wordt het gazon verbonden met de stroomvoorziening. De lengte van de bevinden laagspanningskabel mag NIET worden veranderd. 15 m verlengsnoer P Selecteer de juiste plaats voor de stroomvoorziening: (laagspanning) De stroomvoorziening is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Kies een beschermde, droge en goed geventileerde plek. Het mag NIET blootstaan aan direct zonlicht of regen. Gebruik alleen binnenshuis 1.2 Planning van de layout van de perimeterdraad De perimeterdraad functioneert voor Robomow als een "onzichtbare muur". Het bepaalt de grenzen van de gazonzones en omringt bepaalde gebieden waar Robomow niet mag komen. De perimeterdraad wordt in de grond gehouden met draadpinnen die met de Robomow worden geleverd. Na de installatie zal de draad spoedig door het groeien van het gras onzichtbaar worden. Zodra Robomow begint te werken, wordt een signaal door de perimeterdraad gegenereerd. Het signaal houdt Robomow binnen de werkzones en buiten de vooraf ingestelde afgebakende gebieden. 1.2.1 Is uw gazon een aaneengesloten gebied? Voorbeeld a Als het gazon aansluitend is, zal Robomow door het volgen van de perimeterdraad die Basis station rondom het gazon is aangelegd automatisch alle zones maaien. 1.2.2 Uw gazon bestaat uit meer dan één zone? Als uw gazon zones door een omheining, gangpaden of andere objecten worden gescheiden, is het mogelijk Min. >1.5 m Robomow zodanig in te stellen dat deze in meer dan één 1 m. Perimeterschakelaar zone werkt. U kunt op meerdere manieren afzonderlijke zones maken: P U kunt één perimeterschakelaar of één basisstation Voorbeeld b gebruiken : Verbindt alle zones met elkaar in een lange perimeterdraadkring. Basis De perimeterdraadkring kan maximaal 500 meter station zijn. (Zie voorbeeld a.) Of: P U kunt zowel het basisstation als een Dok zone perimeterschakelaar installeren: Verbindt een of meer zones met het basisstation. Verbindt daarbij andere zones met een perimeterschakelaar die als Zone B een accessoire voor de RL2000 beschikbaar is. Zone A De perimeterschakelaar kan op verschillende zones gebruikt worden. Maximale draadlengte Voor het wisselen van zones moet Robomow naar welke met het basisstation in één kring Al toont de tekening het niet, de de juiste plek worden gereden. (Zie voorbeeld b.) verbonden is, is 500 m. draden moeten tegen elkaar aan liggen en mogen elkaar niet kruisen. Hoofdstuk 1-2
Planning 1.2.3 Kan Robomow door een smalle doorgang rijden om twee met elkaar verbonden zones te maaien? Een smalle doorgang die twee grotere zones verbindt, is geen deel van het gazon. De breedte van deze doorgang bepaalt hoe Robomow moet worden ingesteld. Indien de doorgang ... Installatie: een ommuring (hek, gebouw, enz.) Gewone installatie, omdat is en de breedte is minder dan 2.00 m Robomow tijdens het maaien zelf OF van het ene naar het andere gebied kan navigeren. De rand van de doorgang is een open gebied (Zie paragraaf 2.1.2). en de breedte is meer dan 1.70m een ommuring (hek, gebouw, enz.) Instellen als een "Smalle doorgang”: is en de breedte is 1.5 m tot 2.00 m Robomow zal dan door de doorgang OF rijden, maar zal NIET tijdens het maaien naar de andere zone gaan. De rand van de doorgang is een open gebied (Zie paragraaf 2.2.2). en de breedte 1.1 m tot 1.70 m een ommuring (hek, gebouw, enz.) Doorgang is te smal. is en de breedte is minder dan 1,5m OF De rand van de doorgang is een open gebied Stel de gebieden als twee en de breedte is minder dan 1.1 m afzonderlijke zones in. Basisstation Doorgang is breed genoeg. Robomow kan in feite tijdens het maaien van het gazon tussen de twee gebieden sturen. We willen dat Robomow de smalle doorgang betreedt om van de ene naar de andere zone te rijden. Maar we willen niet dat dit tijdens het maaien gebeurt. Dok zone Zie hoofdstuk 2, Basisstation en perimeterdraad Installatie Dok zone Let op: Smalle doorgangen vereisen een speciale instelling van de ingangspunten voor het starten van het maaien in het naburige gebied (zie Hoofdstuk 7: Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen) Smalle doorgang: Robomow zal dan door de doorgang rijden, maar zal NIET tijdens het maaien naar de andere zone gaan. 1.2.4 Zijn er obstakels in het maaiveld van Robomow? (Instellen “Perimeter eilanden”) P Obstakels, zoals bloemenbedden, vijvers of kleine bomen kunnen door Robomow worden beschermd door het instellen van “perimeter eilanden”. Perimeter eilanden zijn afgebakende gebieden van het gazon waartoe Robomow geen toegang heeft. P Obstakels zijn verticaal, relatief robuust en hoger dan 15 cm, zoals bomen, telefoon en elektriciteitspalen; deze hebben GEEN afgrenzing nodig. Robomow zal keren als het in aanraking komt met deze obstakels. Voor de meest voorzichtige en meest stille werking kunt u echter overwegen om perimetereilanden van alle vaste obstakels in het werkgebied te maken. P Indien beschermde obstakels dicht bij elkaar zijn gegroepeerd, minder dan 1,5 m, baken deze dan af als een enkel continue perimetereiland. Hoofdstuk 1-3
Installatie van basisstation en perimeterdraad Hoofdstuk 2 Installatie van basisstation en perimeterdraad Aanbeveling, voordat u begint: Tijdens de installatie worden de pinnen in de grond gezet. Om deze taak eenvoudiger uit te voeren, raden wij aan dat u eerst het gazon maait en besproeit. Hamer Combinatietang Van start gaan Controleer of alle onderdelen die voor de installatie benodigd zijn, binnen uw Kleine platte en Philips bereik zijn (zie 'Wat zit er in de doos', Inleiding). schroevendraaier Daarnaast heeft u de volgende hulpmiddelen nodig: 2.1 Installatie van perimeterdraad Voordat u met de installatie begint moet u een plattegrond hebben voor de layout van de perimeterdraad en voor de positie van het basisstation . Het aanleggen van de perimeterdraad voor de interne installatie van het basisstation verschilt van de externe installatie. 2.1.1 Begin punt: Perimeter draad in het basis station gebied. P Plaats het basisstation volgens uw plattegrond, met het scherm naar het gazon. Trek de aansluitstekker en de draad die daarmee verbonden is uit het plastic omhulsel. Verwijder NIET de gehele draadspoel uit het omhulsel. Het plastic omhulsel is de houder voor de draad. P Als het basisstation intern geïnstalleerd wordt (binnen het gazon) Perimeterdraad – verwijder niet ) Pin het begin van de draad in de grond op de plaats het plastic omhulsel waar het basisstation geplaatst wordt. ) Trek 30 cm draad los en laat deze achter op de plaats van het basisstation. Laat 30 cm achter bij het Later, aan het einde van de installatie, zal deze draad beginpunt de perimeterdraadkring sluiten. ) Leg de draad aan in een linksomdraaiende richting (tegen de wijzers van de klok in). Linksdraaiende richting van de draad layout ) Blijf de perimeterdraad uit het omhulsel trekken en leg het losjes op de rand van het gazon. Hoofdstuk 2-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 P Als het basisstation extern geïnstalleerd wordt (buiten het gazon) ) Pin het begin van de draad in de grond op een afstand van 1 m. ) Trek 40 cm draad los en laat deze achter op de plaats van het basisstation. Hiermee kan later een aanpassing worden gemaakt aan het basisstation. ) Leg de draad aan in een linksomdraaiende richting in het externe gebied van het basisstation. ● Blijf de draad tenminste 30 cm van het gazon leggen. ● Maak een smalle doorgang, 20 cm breed, in de richting van het gazon, totdat de draad 30 cm binnen het gazon ligt. ) Blijf de perimeterdraad uit het omhulsel trekken en leg het losjes op de rand van het gazon. 3 Ga nog voor tenminste 30 cm van het gazon door. 2 Laat voor aanpassingen cm later, 40 cm van de 20 draad achter bij het beginpunt. 1 Beginpunt – 1 m van de rand van het gazon 4 Maak een smalle doorgang van 20 cm in de richting van het gazon. Ga door totdat de draad 30 cm binnen het gazon is. cm 30 5 Ga door met het aanleggen van de draad en gebruik de Roboliniaal langs de randen. Hoofdstuk 2-2
Installatie van basisstation en perimeterdraad 2.1.2 De perimeterdraad aanleggen P De perimeterdraad wordt in de grond gehouden met de draadpinnen die met de Robomow worden geleverd. Sla de pinnen elke paar meter Gebied buiten de perimeter - hetzelfde basisniveau en zonder obstakels. en in de hoeken in de grond. In dit vroege stadium wordt een minimaal aantal pinnen vastgesteld. Later, na het testen van de installatie van de draad, kunt u alle pinnen die nodig zijn in de grond slaan. P Blijf de draad, overeenkomstig de planning, aanleggen. De draad wordt geleidelijk uit de houder getrokken en losjes in een linksomkerende richting neergelegd. P Na het strak en recht trekken van de draad, en voor het invoeren van de draadpinnen, moet u de Roboliniaal gebruiken om de afstand van de draad tot de rand van het gazon of tot het obstakel te bepalen. Indien het buitengebied grenst aan het gazon... Afstand van de rand tot de draad Korte afstand Vrij van obstakels. Gebied buiten de perimeter - Lager dan het gazon heeft een muur als obstakel. (OF ongeveer dezelfde hoogte). Korte afstand (bijv. voetpad op hetzelfde niveau, bloe- (30 cm) menbed) Met een obstakel Of, is hoger dan de draad Lange afstand (bijv. muur, hek). (45 cm) 2.2 Perimeterdraad installatie - Speciale gevallen Lange afstand 2.2.1 Perimetereilanden Blijf de draad uittrekken, van de rand naar het obstakel. Gebruik de “lange afstand” van de Roboliniaal om de perimeter rond het obstakel vast te pinnen, zoals in de tekening getoond (rechtsdraaiende richting) Perimeterschakelaar Plaats van perimeterdraad 2 draden onder dezelfde pin Perimeterdraad Richting van installatie: rechtsdraaiende Minimale afstand tussen eilanden: 1.5 m , anders richting rond het obstakel worden ze gezamenlijk als één eiland afgebakend. Hoofdstuk 2-3
Robomow RL555, RL855, RL2000 Waarschuwing! Als de perimeterdraad in een linksdraaiende richting (als de draden elkaar kruisen) om het obstakel wordt gelegd, zal de Robomow het eiland binnenrijden. P Voltooi de omcirkeling van het eiland en keer teug naar het punt waar u de rand van het gazon hebt verlaten. P De draden, die naar het eiland leiden en daarvan terugkeren moeten parallel aan elkaar liggen en elkaar raken. MAAR ZE MOGEN ELKAAR NIET KRUISEN! P Pin beide draden, naar en van het eiland, samen met dezelfde pin. Robomow zal deze twee draden niet herkennen. Het zal daar overheen maaien alsof ze niet bestaan. Robomow herkent de enkele blokkerende draad rondom het perimetereiland en zal dit gebied niet binnenrijden. Indien beschermde obstakels dicht bij elkaar zijn gegroepeerd, baken deze dan af als een enkel continue perimetereiland. Indien obstakels zich dicht bij de rand bevinden, sluit ze dan uit van het maaigebied. 2.2.2 Smalle doorgangen Een smalle doorgang is een deel van het gazon dat twee grotere zones verbindt. Door het volgen van de perimeterdraad rijdt Robomow tussen deze zones. De doorgang wordt echter tijdens het maaien niet overschreden, maar wordt tijdens het randmaaien wel gedeeltelijk gemaaid. P Leg de twee draden parallel aan over de lengte van de doorgang, waarbij daartussen op een vaste afstand van 30 cm wordt aangehouden (gemeten met de roboliniaal). Als de afstand tussen de draden kleiner is, moeten de twee gebieden als twee afzonderlijke zones worden aangemerkt. Dok zone Als de draad dichtbij een muur of hek ligt, houdt dan een afstand van 65 cm tussen de draad en de muur (of hek) aan. Afstand van 30 cm tussen de draden. Dit is in het bijzonder belangrijk bij de toegang van doorgangen. Dok zone Dok zone Hoofdstuk 2-4
Installatie van basisstation en perimeterdraad 2.2.3 Een vijver, zwembad of bedding aan de rand van het gazon OF: Niveau van het gras hoger dan 70 cm dan het buitengebied. Tenminste P Leg de perimeterdraad aan tenminste 1.2 m van het water (of afgrond). 1.2 m P U kunt een hek of een andere barrière langs de rand van het gazon plaatsen en Robomow zal dit zonder twijfel ontdekken. ) De barrière moet tenminste 15 cm hoog zijn. Dit zal Robomow onder alle omstandigheden verhinderen de perimeterdraad te overschrijden en in het watergebied terecht te komen. ) Indien een dergelijke barrière bestaat kunt u de perimeterdraad op de lange afstand van 45 cm van de barrière neerleggen. 2.2.4 Hellingen Perimeterhelling Tenminste P Indien een helling steiler is dan een hoogteverschil van 15 cm per 1 45 cm meter, mag de perimeterdraad daar NIET worden neergelegd. ) Indien er echter een barrière is (bijv. hek, muur of haag), die de maaimachine van afglijden kan beschermen, kan de perimeterdraad op die helling worden neergelegd. Hellingen op het gazon P Robomow kan gebieden maaien die een helling van minder dan 1 meter 27% hebben (ruwweg 27 cm per 1 meter). P Tip: De helling is te steil als de neus van Robomow tijdens het 27 cm beklimmen wordt opgetild. Maximale helling van 27% (15º Sluit deze steile helling uit van het Robomow maaigebied. graden) 2.3 De perimeterdraad op de grond vastzetten P Het is niet nodig om de perimeterdraad in te graven, maar u mag dit wel doen tot maximaal 10 cm diep. P Bij het vastzetten van de pin op de uiteindelijke diepte in de grond moet de draad strak worden getrokken. WAARSCHUWING! Bescherm uw ogen! Bescherm uw handen! Gebruik de juiste oogbescherming en draag bij het vastzetten van de pinnen geschikte werkhandschoenen. De pinnen kunnen bij het vastzetten in harde of droge grond breken. Het besproeien van het gazon voordat de pinnen in de grond worden vastgezet is veiliger. Hoofdstuk 2-5
Robomow RL555, RL855, RL2000 P Sla de pinnen in de grond op een onderlinge afstand welke ervoor zorgt dat de draad onder het niveau van het gras blijft en geen struikelgevaar oplevert. P De draad en de pinnen zullen spoedig door het groeien van het gras uit het zicht verdwijnen. P Indien extra draad nodig is voor de installatie, gebruik dan de waterdichte draadconnectors die met Robomow worden geleverd. (Zie paragraaf 10.7 – Het aansluiten van de perimeterdraad). c BELANGRIJK c Gebruik alleen de draadconnectors die met Robomow worden geleverd. Alleen ineen gedraaide draden is een goede verbinding; ook een kroonsteentje met isoleerband mag niet gebruikt worden. Door bodemvocht oxideren de draden en na een tijdje resulteert dat in een onderbroken stroomkring. 2.4 Terug op het basisstation – De perimeterdraad installatie voltooien Nadat de perimeterdraad is aangelegd en in de grond bevestigd kunt u tenslotte de installatie voltooien door de uiteinden van de perimeterdraad met het bord van het basisstation te verbinden. P Houd beide uiteinden van de perimeterdraad vast: aan de draad aan het begin van de kring is de aansluitconnector bevestigd. P Snij de twee losse draaduiteinden af zodat ze even lang zijn. Verwijder de overtollige draad en strip 6 mm van de isolatie van elke draad. P Zet de twee perimeterdraden vast in de grond met dezelfde pin en behoud genoeg losse draad. Wikkel de twee draden om elkaar heen. P Steek de samengedraaide uiteinden van de draad door de middenopening in het basisstation. P Sluit beide draden aan in de aansluitconnector. Gebruik een kleine platte schroevendraaier om de draad in de aansluitconnector vast te zetten. Hoofdstuk 2-6
Installatie van basisstation en perimeterdraad 2.5 Het basisstation monteren 2.5.1 De voedingskabel aanleggen Veiligheid Vermijd verwondingen! De voedingskabel moet altijd veilig op de grond bevestigd zijn! Mag nooit een struikelgevaar vormen. De voedingskabel mag ALLEEN op zachte ondergronden worden aangelegd. Het mag NIET over harde oppervlakten (bijv. voetpad, oprit) worden aangelegd, waar het niet goed bevestigd kan worden. Montage basisstation Deksel Basis Haringen (x6) Schroeven (x2) Scherm Schroeven (x2) Rijwielplaten P Scherm op basisstation: Breng zorgvuldig de drie gaten in het scherm in lijn met de drie tappen op de basis. Wanneer alles uitgelijnd is drukt u het scherm stevig op de basis tot het in elkaar klikt. Scherm Basis Hoofdstuk 2-7
Robomow RL555, RL855, RL2000 P Rijwielgeleiding platen op de basis: Breng de rijwielgeleiding platen in lijn met de basisstationbasis. Druk de basis stevig op de geleiding totdat deze vastklikt. Draai de basis en de geleiding om en bevestig de schroef in het gat in elke rijwielgeleiding plaat, Draai stevig aan met een Phillips schroevendraaier. Basisstation deksel en basis: P Lijn de twee tabben aan de onderkant van de deksel uit met de overeenkomende openingen op het onderste deel van de voorkant van de basis. P Duw de tappen van de deksel voorzichtig in de openingen. P Bevestig tevens de connectors van de perimeterdraad en de voedingskabel aan het bord van het basisstation. P Kantel de deksel naar de basis. Ga na of de voedingskabel uit de basis komt langs de opening in de basis. P Schroef het bovenste deel van de deksel aan beide zijden aan de basis vast. Gebruik de twee meegeleverde schroeven. Draai stevig aan met een Phillips schroevendraaier. Deksel Schroef 1 van 2 Leg voorzichtig de volledige lengte van de voedingskabel uit. Begin bij het basisstation en eindig bij de netaansluiting. Basis Hoofdstuk 2-8
Installatie van basisstation en perimeterdraad 2.6 Het basisstation plaatsen Gebruik de roboliniaal voor het meten en plaatsen van het basisstation op de perimeterdraad. Gebied buiten perimeter: Hetzelfde basisniveau en zonder obstakels 2.6.1 Als het basisstation op het gazon wordt geplaatst - Interne installatie P Gebruik de roboliniaal voor het plaatsen van het basisstation op de perimeterdraad. Roboliniaal Korte afstand ) Als het gebied buiten de perimeter geen obstakels heeft of als het dezelfde relatieve hoogte Hek aan de heeft als de rand van de perimeter , gebruik binnenkant van het gazon dan de kortere afstand van de Roboliniaal (30 cm) ) Als het gebied buiten de perimeter ommuurd is Gebied buiten de perimeter heeft een muur als obstakel (gebouw, hek, enz.) of als het NIET dezelfde relatieve hoogte heeft als de rand van de perimeter , gebruik dan de langere afstand van de Roboliniaal (45 cm) P Plaats het basisstation aan de rand van het gazon, waarbij het scherm naar het gazon is gekeerd. Hek aan de binnenkant van het gazon Roboliniaal Lange afstand 2.6.2 Als het basisstation buiten het gazon wordt geplaatst - Externe Basisstation geplaatst in een rechte verschuiving installatie van de draad. 45 cm – Lange afstand van de P Plaats het basisstation zodanig dat de afstand tussen Roboliniaal de rijwielgeleiding en de perimeterdraad binnen het gazon, 45 cm is. Dit is de langste afstand van de Roboliniaal. P Plaats het basisstation met een verschuiving van 10- 20 cm naar rechts. De twee draden liggen erg dicht bij elkaar. Dit beïnvloedt de draadsensorwaarden. Daarom moet het basisstation verschoven worden. De juiste verschuiving zal later, bij het testen van de 20 cm installatie, worden bepaald. (8”) P Aanbevolen wordt het basisstation tenminste 30 cm voor het uiteinde van de externe doorgang te plaatsen. Dit maakt het mogelijk dat de maaimachine zonder problemen het basisstation oprijdt. P Verwijder alle obstakels uit de doorgang. De doorgang moet plat zijn, zonder hoogteverschillen, en een harde ondergrond hebben. Hoofdstuk 2-9
Robomow RL555, RL855, RL2000 P Maak een nieuwe "smalle doorgang" van draden die leiden van het externe basisstation naar het gazon en terug. De beginsectie (uitgaand) en de eindsectie (binnenkomend) van de perimeterdraad maken deze doorgang. 2.7 Het testen van de basisstation installatie P Bevestig het basisstation op zijn plaats: Gebruik een hamer voor het inslaan van de 5 haringen. Begin met het gedeeltelijk in de grond inslaan van de 2 haringen aan de achterkant. Later, na het testen van het opladen, kunnen kleine aanpassingen nodig zijn. Daarna kunnen de 5 haringen volledig in de grond worden geslagen. P Test zowel de Interne als de Externe basisstation installatie als volgt: ) Verbind de voedingskabel (15 m laagspanningskabel) met de stekker voor de stroomvoorziening. ) Verbind de stekker met een regulier 230 Volt wisselstroom stopcontact. c BELANGRIJK c De voedingseenheid is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Het moet aan de muur bevestigd worden, op een Gebruik alleen binnenshuis beschermde, droge en goed geventileerde plaats. Het mag NIET worden blootgesteld aan direct zonlicht of regen. Een klein knipperend groen licht naast de 'AAN' knop geeft aan dat het systeem is ingeschakeld en correct functioneert. Het bedieningspaneel heeft andere indicatoren: een oplaad indicator en een "losgeraakt/verbroken perimeterdraad" indicator. Het basisstation kan zichzelf uitschakelen, hetgeen het niet nodig maakt dat het elke keer na gebruik moet worden uitgeschakeld. Het schakelt zichzelf uit nadat de maaimachine zichzelf weer aangesloten heeft na het afwerken van een maaibeurt en zal vervolgens opladen. 2.8 Installatie in een zone zonder basisstation De perimeterschakelaar MOET verticaal worden gemonteerd om waterdicht te blijven Een zone zonder basisstation is een gazon of een deel van een gazon, dat NIET met een basisstation verbonden Binnenvoeding is. In deze gebieden moet een perimeterschakelaar worden geïnstalleerd. Een perimeterschakelaar wordt geleverd met RL555/ Zone A RL855 Robomows en is een optionele accessoire voor de RL2000. Draden van de perimeter naar de perimeterschakelaar Indien nodig kan de perimeterschakelaar eenvouding liggen naast elkaar en raken elkaar. naar andere zones worden verplaatst. Hoofdstuk 2-10
Installatie van basisstation en perimeterdraad 2.8.1 De plaats van de perimeterschakelaar bepalen Overweeg het volgende voor het installeren van de perimeterschakelaar op de meest optimale plaats: P De perimeterschakelaar wordt buiten de perimeter van de zone zonder basisstation geïnstalleerd. P Selecteer een plek met gemakkelijke toegang. P Geef de voorkeur aan een droge en beschermde plaats. P De perimeterschakelaar wordt verticaal geplaatst. Door het verticaal plaatsen behoudt de perimeterschakelaar de waterdichte eigenschappen. P De perimeterschakelaar wordt geleverd met een binnenvoeding. Kies een plaats die zich dicht bij het stopcontact bevindt. 2.9 Opties voor het plaatsen van de perimeterschakelaar: P De perimeterschakelaar connector kan eenvoudig geplaatst en verwijderd worden. Hierdoor kan de perimeterschakelaar snel van de ene naar de andere zone verplaatst worden. P U kunt de lange pin aan de achterzijde van de perimeterschakelaar gebruiken voor het eenvoudig plaatsen en verplaatsen. P U kunt de perimeterschakelaar ook bevestigen aan een verticaal oppervlak, zoals een muur of een omheining van een patio. Gebruik hiervoor de drie kleine verdikkingen aan de achterkant van het deksel van de perimeterschakelaar. 2.10 Layout van de perimeterdraad De installatie van de perimeterdraad in een zone met en zonder basisstation is bijna identiek. Maar er zijn toch enkele speciale instructies voor het aansluiten van de perimeterschakelaar met de Aansluitstekker perimeterdraad. Q Op de plaats van de perimeterschakelaar: P Zet het begin van de draad vast nabij de perimeterschakelaar. Q Leg de perimeterdraad aan van de perimeterschakelaar naar het gazon Onthoud dat wat losse draad aan het begin moet Linksdraaiende richting van de draad layout worden behouden om de kring later te kunnen sluiten. Q Leg de draad aan in een linksomdraaiende richting. Hoofdstuk 2-11
Robomow RL555, RL855, RL2000 2.11 Voltooien en testen van de installatie Nadat de perimeterdraad is aangelegd en in de grond bevestigd kunt u tenslotte de installatie voltooien door de uiteinden van de perimeterdraad met de perimeterschakelaar te verbinden. Voltooien perimeterdraad bij perimeterschakelaar P Aan het einde van de perimeterdraadkring heeft u nu twee draden: één aan het begin en één aan het einde van de kring. Leg de twee losse draden in de richting van de plaats van de perimeterschakelaar en zet ze met een enkele pin voor beide, vast in de grond. 2.12 Bij de plaats van de perimeterschakelaar: P Snij het einde van de losse draad (de draad zonder de connector) door, zodat ze allebei even lang zijn en draai ze samen. P Strip 5 mm isolatie van de draad die niet met de aansluitstekker verbonden is. P Voer het einde van de draad in het vrije gat van de connector en draai de schroeven aan. P Sluit de perimeterdraad connector aan op de perimeterschakelaar (zie afbeelding) P Houd de perimeterschakelaar vast en knijp de tappen aan de zijkant samen voor het verwijderen van het achterdeksel. P Sluit de voedingskabel stekker aan op het perimeterschakelaar bord. Plaats de achterdeksel terug. P Verbind de stekker met een regulier 230 Volt wisselstroom stopcontact. c BELANGRIJK c De binnenvoeding is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Kies een beschermde, droge en goed geventileerde plek, NIET in het directe zonlicht, water of regen. Gebruik alleen binnenshuis Hoofdstuk 2-12
Installatie van basisstation en perimeterdraad P Druk op de P ‘AAN’ knop op de perimeterschakelaar. Een klein knipperend groen licht naast de 'AAN' knop geeft aan Knipperlicht geeft aan dat dat het systeem is ingeschakeld en correct functioneert. het systeem is Het bedieningspaneel heeft andere indicatoren: een losgeraakte/ AAN ingeschakeld verbroken perimeterdraad en een slechte verbinding in de knop perimeterdraad Geeft een verbroken draad aan Geeft een connectieprobleem aan of een perimeterdraad die te lang is. De perimeterschakelaar kan zichzelf automatisch uitschakelen. Het hoeft niet na elk gebruik worden uitgeschakeld. De perimeterschakelaar schakelt zichzelf na 12 uur werking uit. U kunt hem handmatig uitschakelen door te drukken op de P ‘AAN’ knop en deze 3 seconden lang ingedrukt te houden. Wacht tot u een geluidssignaal hoort, hetgeen aangeeft dat de perimeterschakelaar uitgeschakeld is. De perimeterschakelaar kan werken op een oplaadbare accu (beschikbaar als accessoire). Hoofdstuk 2-13
Robomow voorbereiden Hoofdstuk 3 Robomow voorbereiden Plaats de accuzekering in de zekeringhouder. Contactpunten Voordat Robomow voor de eerste keer gebruikt wordt moet u naar boven gericht. enkele eenvoudige voorbereidende instellingen uitvoeren. Zodra de voorbereidingen voltooid zijn is uw Robomow klaar om uw gazon te maaien. 3.1 De accupack zekering invoeren Uw Robomow wordt geleverd zonder dat de zekering in het accupack is geplaatst. De zekering is verpakt in een plastic zak, die bevestigd is aan de bovenkant van het accupack. Contacten P Verwijder de zekering uit de kleine plastic zak bovenop het accupack. P Verwijder het accupack uit Robomow. P Plaats de zekering in de zekeringhouder. Contactpunten naar boven gericht. Verwijder het accupack uit Robomow. P Plaats het accupack voorzichtig terug in Robomow. Robomow komt nu onder spanning (ontwaakt). De accu is in de fabriek reeds opgeladen en bevat meer dan voldoende stroom aanwezig voor de eerste instellingen en de testrit. c Belangrijk c De accu moet 20 uur lang worden opgeladen, nadat de initiële instellingen uitgevoerd zijn en vóór de eerste maaibeurt. Zie Hoofdstuk 6, Opladen 3.2 Land instellen en initieel kalibreren Robomow gebruikt een verfijnd navigatiesysteem. Het bevat een kompas dat reageert op de magnetische aardpolen. Voor het aanpassen van de variantie in het magnetische Noorden, moet het kompas gekalibreerd worden voor uw geografische plaats. Deze procedure behoeft slechts één keer te worden uitgevoerd. Het hoeft niet te worden herhaald, tenzij de maaimachine enkele honderden kilometers verplaatst wordt. Het kalibratieproces is eenvoudig. Robomow vraagt ernaar als het voor de eerste keer in de automatische modus gebruikt wordt. Het leidt u door het proces. P Verwijder de handbediening uit de houder en houd het met beide handen vast. Voor het verwijderen van de handbediening: druk het omhoog als uw vinger zich bevindt in de inham aan de linkerkant. Om veiligheidsredenen functioneert Robomow alleen handmatig als de handbediening uit de houder is verwijderd. Om terug te keren naar de automatische modus moet daarna de handbediening teruggezet worden in de houder en zodanig dat het zich op hetzelfde niveau bevindt als de bovenkant van Robomow. P Gebruik de Navigatieknop op de handbediening om Robomow naar een plat en waterpas gedeelte van het gazon te rijden. ) Druk op de knoppen van de besturingspijlen om in de gewenste richting te rijden. c Belangrijk c Vooruit en achteruit komen overeen met uw positie als u achter Robomow staat. Hoofdstuk 3-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 P Als het gras bijzonder hoog is, moet u de maaihoogte en de afstand vanaf de grond van Robomow op de hoogste positie instellen. P Plaats de handbediening terug in de houder. Plaats de handbediening en pas de draad zodanig aan dat deze volledig vlak met de bovenkant van Robomow is. P In Dokzone - bevestig dat het basisstation is aangesloten op de electriciteit. In zone zonder basisstation, druk op de P AAN knop op de perimeterschakelaar voor het activeren van de perimeterdraad. P Druk op de knop van Robomow en voer de onderstaande stappen uit: P Indien gedurende het kalibratie proces, bij het indrukken van de knop, een bericht wordt getoond, raadpleeg dan de Problemen oplossen tabel van deze handleiding (Hoofdstuk 10). Berichten kunnen zijn: "Contr. signaal", "Start binnen" of " Geen signaal" Gedurende het kalibratieproces zal Robomow traag in een cirkel draaien. Wacht geduldig tot het kalibratieproces voltooid is; het duurt gewoonlijk een paar minuten. Gedurende dit proces zal op het scherm het bericht “Wacht” aan en uit flitsen. Het komt zelden voor dat de eerste poging om te kalibreren mislukt. In deze zeldzame gevallen wordt een “prob ergns andrs” bericht getoond. Dit is over het algemeen het gevolg van storing, zoals de nabijheid van metalen voorwerpen of zelfs draden onder de grond. P Als een “prob ergns andrs” bericht getoond wordt, verplaats Robomow dan naar een andere plek, tenminste 3 meter verwijderd en kalibreer opnieuw. Als de kalibratie succesvol verlopen is, zal Robomow van deze storingen geen last meer hebben. Hoofdstuk 3-2
Robomow voorbereiden 3.3 Maaihoogte en afstand vanaf de grond instellen Waarschuwing! Verwijder altijd het accupack voordat de maaimachine wordt opgetild of voordat aanpassingen worden uitgevoerd. Rechtsomdraaiende richting voor lager afsnijden 3.3.1 Maaihoogte instellen Lage messen: 26 – 63 mm Laag afsnijden met kleine wielen (in VS niet beschikbaar): 20 – 57 mm Hoog afsnijden (klanten in VS): 38 – 89 mm ) Draai de basis van het voorwiel rechtsom (voor een lage maaihoogte) of linksom (voor hoge maaihoogte). Elke klik vertegenwoordigt 6 mm maaihoogte. Dit verhoogt of verlaagt het voorwiel. Linksomdraaiende richting voor hoger afsnijden Waarschuwing Gevaar voor ernstige verwondingen! Til de maaimachine nooit op of probeer nooit tijdens het maaien de maaihoogte aan te passen. Messen zijn erg scherp. Zij kunnen ernstige snijwonden of rijtwonden veroorzaken. Draag stevige werkhandschoenen bij het werken met of in de buurt van de messen. Aanpassing van de hoogte aan de achterkant is in het accupack compartiment. 3.3.2 De afstand vanaf de grond instellen P Trek aan de tap voor de aanpassing van de hoogte in het accupack compartiment. P Schuif de tap naar de hoogste stand - voor een kleine afstand tot de grond. Schuif de tap naar de laagste stand - voor een grote afstand tot de grond. P Als de Robomow kleine wielen heeft (niet beschikbaar in de VS), hebben de tabs nog een extra lage stand. Aanbevolen wordt de grootste afstand tot de grond in te stellen - tap zo dicht mogelijk bij de bodem van het accupack compartiment. Bij Europese gazons en gazons waar het gras zeer kort gemaaid wordt, op minder dan 5 cm, is het beter de afstand vanaf de grond in de laagste stand te zetten. Voor de aanpassing van de hoogte tot de grond, trek de tap naar buiten en schuif het op en neer, zoals getoond. Hoofdstuk 3-3
Robomow RL555, RL855, RL2000 3.4 Testen van de plaats basisstation en perimeterdraad voor opladen Voor het vereenvoudigen van de aanpassing van de plaats van het M in .3 basisstation gebruikt u bij de eerste plaatsbepaling slechts 2 haringen. m . Nadat deze test is voltooid slaat u alle 5 haringen in de grond. P Verwijder de handbediening uit de houder en houd het met beide handen vast. P Gebruik het navigatiepaneel op de handbediening voor het besturen van Robomow: plaats het binnen het gazon met de neus naar de perimeterdraad, tenminste 3 m voor het basisstation, P Plaats de handbediening terug in de houder. Plaats de handbediening en pas de draad zodanig aan dat deze volledig vlak met de bovenkant van Robomow is. P Overtuig u ervan dat het deel van de perimeterdraad dat naar het basisstation leidt vastgepind en veilig op de grond ligt. Correct vastpinnen is noodzakelijk. P Controleer dat het 'AAN' lampje Basis zone MAX Schuif eenmaal naar op het basisstation knippert. boven tot 'Ga naar Druk GO dok' venster verschijnt P Druk eenmaal op de schuifpijl omhoog op de handbediening voor het bericht ‘Ga naar dok’ en druk daarna op . Ga naar dok Druk GO P Robomow begint naar het basisstation te rijden. Volg het en controleer of het op een juiste wijze in het basisstation dokt: controleer dat de twee metalen contactpunten aan de voorzijde van Robomow volledig in contact zijn met de metalen plaat onder de deksel van het basisstation. ) Als de platen niet volledig in contact zijn, moet het basisstation enigszins worden verschoven om het mogelijk te maken dat Robomow zich op de juiste plaats bevindt voor het opladen. P Als de test voltooid is moeten alle 5 haringen in de grond geslagen worden om het basisstation vast te zetten. 3.5 Positie van de perimeterdraad voor het maaien van de rand testen Voer de onderstaande instructies uit voor het starten van de test: De test bepaalt of kleine aanpassingen van de plaats van de perimeterdraad nodig zijn. Nadat de test voltooid is worden alle pinnen gebruikt om de draad in de grond vast te zetten. Plaats de Robomow in de richting van de draad, achter het P Verwijder de handbediening uit de houder en houd het met beide basisstation handen vast. P Gebruik het navigatiepaneel op de handbediening voor het besturen van Robomow: plaats het met de neus naar de perimeterdraad. ) Voor RL2000: onmiddellijk na het basisstation. ) Voor een zone zonder basisstation, of RL555/ RL855: Plaats Robomow aan de rand van het gazon. Overtuig u ervan dat de perimeterschakelaar is ingeschakeld. Hoofdstuk 3-4
Robomow voorbereiden P Plaats de handbediening terug. Plaats de handbediening en pas de draad zodanig aan dat deze volledig vlak met de bovenkant van Robomow is. P Voor Robomow RL2000, volg Basis zone MAX Schuif eenmaal naar onderstaande instructies op start de boven tot 'Ga naar Druk GO dok' venster verschijnt test: Ga naar dok Druk GO Voor Robomow RL555/855, druk op de schuifpijl omlaag voor de ‘Opties voor handmatig gebruik’ en volg de instructies van Robomow. P Loop naast Robomow terwijl deze de rand volgt. P Als de maaimachine zich op enig moment te dicht bij een buitenobject (bijv. muren, hekken) bevindt, of als de bumper een dergelijk object raakt, verplaats de draad dan naar de binnenzijde van het gazon, verder weg van het obstakel. P Test opnieuw, totdat u tevreden bent met de layout van de perimeterdraad. P Voeg na het voltooien van de test pinnen toe aan alle secties van de draad die zich boven het niveau van het gras bevinden of die niet direct op de grond liggen. P c Nu kan ook de gehele installatie van de draad op struikelgevaar worden geïnspecteerd. Overal waar de draad niet tegen de bodem getrokken is of los ligt moet deze vastgepind worden met extra draadpinnen. Koop indien nodig extra draadpinnen. Hoofdstuk 3-5
Het maaien - automatisch en handmatige bediening Hoofdstuk 4 Het maaiproces - automatisch en handbediening 4.1 Voor extra veiligheid: P De handmatige bediening is uitgeschakeld als de handbediening zich in de houder bevindt. ) Voor handbediening: Verwijder de handbediening uit de houder. P De automatische bediening is uitgeschakeld als de handbediening uit de houder verwijderd is. ) Voor automatische bediening moet de handbediening opnieuw in de houder geplaatst worden. Plaats de handbediening en pas de draad zodanig aan dat deze volledig vlak met de bovenkant van Robomow is. 4.2 Robomow sturen – algemene instructies Er zijn delen van het maaiproces die vereisten dat Robomow naar diverse plaatsen in of buiten het gazon wordt gestuurd. P Verwijder de handbediening uit de houder. P Houd de handbediening met beide handen vast, waarbij de kant met de knoppen naar u is gekeerd. P Voor het manouvreren van Robomow, druk op de navigatieknop in de richting waarin Robomow zich moet bewegen. Slechts weinig druk is nodig voor het besturen van Robomow. Druk zachtjes. Schuif uw vinger lichtjes in de juiste richting. Flauwe en scherpe veranderingen van richting en volledige cirkels zijn mogelijk. P Voor het veranderen van de snelheid: Druk op de snelheidsknop om te schakelen tussen een snelle en langzame beweging. P Om te stoppen: laat gewoon de navigatieknop los. 4.3 Starttijd “Starttijd” is de eerste stap van het maaien. Op de starttijd wordt de perimeterschakelaar van het basisstation bedieningspaneel automatisch door Robomow ingeschakeld. 4.3.1 als u een weekprogramma hebt ingesteld (zie Hoofdstuk 5), zal Robomow automatisch vertrekken en uw gazon gaan maaien op de dagen en tijden die u in het schema hebt opgegeven. Hoofdstuk 4-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 4.3.2 Start handmatig Start handmatig wordt gebruikt als het gazon op NIET geplande tijden wordt gemaaid, of wanneer mensen of afval van het gazon verwijderd moeten worden voordat het geplande maaien van start gaat. ) Voor het initiëren van het handmatig starten, druk eenmaal op . Als u liever niet de rand wilt maaien, druk tweemaal op . Als reeds eerder de ingangspunten zijn ingesteld, zal Robomow u vragen een huidig ingangspunt te kiezen. Robomow vertrekt van het basisstation en gaat de rand maaien: het voltooit automatisch één kring langs de perimeterdraad en keert terug naar het basisstation. Het zal een korte tijd dokken, maar weer terugkeren voor het maaien van de binnenkant van het gazon. Robomow bepaalt automatisch het ingangspunt van de perimeterdraad naar het gazon. Een ‘Zoekt ingangspnt’ bericht wordt op de handbediening getoond terwijl het naar een ingangspunt voor het gazon zoek. 4.4 Naar het basisstation terugkeren 4.4.1 Robomow keert automatisch aan het einde van het maaien naar het Basis zone MAX Schuif eenmaal naar boven tot 'Ga naar basisstation terug. Druk GO dok' venster verschijnt 4.4.2 Handmatige “Ga naar dok” optie Ga naar dok U kan Robomow altijd en vanaf elke Druk GO willekeurige plaats op het gazon handmatig naar het basisstation sturen. ) Handbediening moet zich in de houder bevinden. ) Overtuig u ervan dat het basisstation is ingeschakeld. ) Richt Robomow op een sectie van de perimeterdraad (maar NIET op een perimetereiland of op een buitengesloten obstakel). ) Voer de onderstaande handelingen uit: 4.4.3 Handmatig de Robomow opladen met de handbediening P Rijd de Robomow handmatig met de navigatieknoppen op de handbediening naar het basisstation. P Eenmaal gedokt in het basisstation moet de handbediening worden teruggezet. Plaats de handbediening en pas de draad zodanig aan dat deze volledig vlak met de bovenkant van Robomow is. P Controleer of de melding in het venster verandert in een pictogram van een batterij die opgeladen wordt, hetgeen betekent dat het dokken succesvol is. Hoofdstuk 4-2
Het maaien - automatisch en handmatige bediening 4.5 De perimeterschakelaar activeren (in een zone zonder basisstation) c Belangrijk! c Maaien in een zone zonder basisstation vereist dat vooraf dergelijke zones worden ingesteld. Als de zone gemaaid moet worden, en deze is nog niet gedefinieerd, moet dit nu geschieden. De voorwaarde dat Robomow in een zonde zonder basisstation kan functioneren is, dat de perimeterschakelaar ingeschakeld moet zijn en de maaimachine zich binnen in het actieve perimetergebied bevindt. P Overtuig u ervan dat een perimeterschakelaar verbonden is met de zone die gemaaid moet worden. P Druk op de P ‘AAN’ knop om de perimeterschakelaar in te schakelen. Een kort geluidssignaal wordt gehoord bij het inschakelen van de perimeterschakelaar. Een groen LED knippert om de correcte werksituatie aan te geven. ) Als een van de rode LED indicatoren knippert kan zich een storing voordoen. Voor meer bijzonderheden, raadpleeg de Problemen oplossen gids (Hoofdstuk 8). ) Een “Geen signaal” bericht op het venster van de Robomow is een aanwijzing dat de perimeterschakelaar niet is ingeschakeld. Ga na of de schakelaar op de juiste wijze, met de kleine groene Geen signaal ! connector, met de perimeterdraad verbonden is. 4.6 Robomow op het gazon plaatsen. Gevaar voor ernstige verwonding of dood! Deze machine heeft scherpe ronddraaiende messen. Houd kinderen, huisdieren en omstanders uit de buurt van de maaimachine als deze in automatische modus functioneert. Laat de maaimachine niet zonder toezicht werken. Mensen of huisdieren mogen nooit op de maaimachine zitten of in de weg staan. P Rijd de Robomow naar het gebied van het gazon. ) Verwijder de handbediening uit de houder. ) Gebruik voor het rijden van de Robomow de navigatieknop. ) Gebruik de snelheidsknop om tussen snel en langzaam te schakelen. P Plaats Robomow tenminste 1 m van de perimeterdraad. Hoofdstuk 4-3
Robomow RL555, RL855, RL2000 4.7 Maaien van de kanten (Zone zonder basisstation) Robomow begint met het maaien langs de randen: langs de perimeterdraad. Dit zorgt voor een mooie en gelijkmatige snijhoogte rondom de perimeter. Alleen langs muren en andere obstakels zullen de uiterste randjes nog gemaaid moeten worden. Robomow zal de rand altijd in een linksdraaiende richting maaien. Het vindt automatisch de rand (perimeter), maait het en gaat dan verder Beginpunt: met het maaien van de binnenkant van het gazon. Voorkant in de richting 1m van de perimeterdraad P Controleer dat de zone die gemaaid moet worden reeds in Robomow is gedefinieerd. Als dit nog niet het geval is, moet dat alsnog nu gedaan worden (zie sectie 7.4, Werktijd). P Plaats de handbediening terug in de houder. Plaats de handbediening en pas de draad zodanig aan dat deze volledig vlak met de bovenkant van Robomow is. P Schuif omlaag (met de NEER pijl) om de zone te kiezen die Beginpunt: gemaaid moet worden en druk dan eenmaal op voor het maaien van de rand. 4.8 Scan (maaien) Robomow maait uw gazon op een methodische wijze, hetgeen wij scanning noemen, totdat al het gras gemaaid is. Het werkt gedurende de standaard “MAX” tijd, of voor de tijd die eerder is ingesteld (Zie hoofdstuk 5, Instellingen van de bediener en geavanceerde eigenschappen). “MAX” is over het algemeen 2-3 maaiuren, afhankelijk van het type en de conditie van het gras. 4.9 Het maaien van de rand overslaan Als uw gazon meer dan twee maaibewerkingen per week nodig heeft, wordt aangeraden het maaien van de rand bij deze extra bewerkingen over te slaan. P Verplaats Robomow naar een punt binnen het gazon, tenminste 1 m van de perimeterdraad verwijderd. Hoofdstuk 4-4
Het maaien - automatisch en handmatige bediening 4.10 Voltooien van het maaien (Zone zonder basisstation) Als Robomow het maaien heeft voltooid blijft hij op het gazon staan. U moet hem dan zelf terugrijden naar de opslag/basisstation. Venster na beëindiging: Bij maaien in een MAX mode Bij maaien in een Vooraf ingestelde tijd mode P Als 20 minuten na het beëindigen van het maaien de maaimachine nog niet is verplaatst: ) Het venster wordt uitgezet. ) Robomow gaat in een slaap modus Als energiebesparende eigenschap gaat Robomow altijd in een slaap modus als deze 20 minuten lang niet actief is. P Voor het wekken van Robomow: druk op , of verwijder de handbediening uit de houder. Hoofdstuk 4-5
Robomow RL555, RL855, RL2000 4.11 Handmatig maaien Stap 1 U kan de messen handmatig activeren om Robomow in de gelegenheid te stellen kleine gebieden te maaien. Voor extra veiligheid moet u gelijktijdig op 2 knoppen drukken om het handmatig maaien te activeren. Dit veiligheidssysteem is een twee-staps OPC (Operator Presence Control) [controle van de aanwezigheid van de bediener]. P Gebruik uw rechterduim om de knop ingedrukt te houden (Stap 1) P Met het ingedrukt houden van de knop. Druk met uw linkerduim op de “MAAI” knop. (Stap 2). P De messen gaan draaien. Stap 2 P Laat de knop los. Blijf drukken op de MAAI knop. (Stap 3). P Gebruik de navigatieknop voor het besturen van de maaimachine. P Om te stoppen: laat de navigatieknop los. P Elke activering van een bumper sensor, zal de messen automatisch doen stoppen. P Om het maaien te stoppen: laat de MAAI knop los. P Voor het opnieuw starten van het handmatig maaien: herhaal bovenstaande stappen 1 tot 3. Stap 3 Hoofdstuk 4-6
Het weekprogramma instellen (alleen RL2000) Hoofdstuk 5 Het Weekprogramma instellen (alleen RL2000) 5.1 Het wekelijkse maaiprogramma instellen Robomow moet altijd onder toezicht werken. Als de huidige datum en tijd niet juist zijn ingesteld of als die gegevens niet zijn ingevoerd wanneer daarnaar gevraagd werd, dan zullen de geplande tijden voor het automatisch starten niet juist zijn. Onjuiste starttijden kunnen gevaarlijk zijn als kinderen, huisdieren of omstanders in het maaigebied aanwezig zijn. Voor de beste maairesultaten moet het weekprogramma zodanig worden ingesteld, dat de Robomow en de watersproeiers NIET op dezelfde tijd werken. Verwijder de handbediening uit de houder. P Voer de onderstaande stappen uit voor het instellen van het wekelijkse maaiprogramma van Robomow. P Druk op de knop als u naar een voorgaande stap in het programma wilt gaan. ) Druk op binnen een tijdsbestek van 10 seconden om een sneltoets naar de Weekprogramma instelling te tonen. Onjuiste starttijden kunnen gevaarlijk zijn als kinderen, huisdieren of omstanders in het maaigebied aanwezig zijn. Hoofdstuk 5-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 5.2 De huidige tijd instellen Nadat de instelling van het weekprogramma is voltooid, vraagt het systeem automatisch om de huidige tijd in te stellen. c Belangrijk c De klok van Robomow werkt met 24-uren. Bijvoorbeeld: 2PM is 14:00, 7AM is 07:00 enz. De automatische starttijden zijn alleen juist als de huidige datum en tijd juist zijn ingesteld. Als de huidige tijd niet juist is of als dit niet is ingevoerd, zullen de geplande tijden voor het automatisch starten niet juist zijn. P Voer de onderstaande stappen uit voor het instellen van de juiste tijd en dag. 5.3 Een actieve dag annuleren Er zijn twee manieren om een actieve dag te annuleren: P Ga naar het Weekprogramma menu P Schuif naar de dag die u wilt annuleren en druk op . Optie 1: ) Ga naar ‘Mode’ ) Selecteer voor annuleren “Niets”. Optie 2: ) Ga naar “Starttijd” ) Wijzig de tijd in 00:00 Hoofdstuk 5-2
Het weekprogramma instellen (alleen RL2000) 5.4 Weekprogramma scherm U wilt wellicht het ingestelde weekprogramma van Robomow bekijken. Er bestaan twee manieren om dit te doen. Verwijder de handbediening uit de houder en voer de in de tekening getoonde stappen uit: Optie 1 – Met de handbediening ) Verwijder de handbediening uit de houder ) Voer de onderstaande stappen uit om het weekprogramma te tonen: Optie 2 – Als Robomow zich in het basisstation bevindt: ) Schuif eenmaal om gedurende 10 seconden het weekprogramma te zien. Het + teken geeft een actieve dag aan TIP: Het opnieuw drukken op de knop binnen de 10 seconden van de weergave, is een snelkoppeling naar de ‘Wekelijks programma’ instellen weergave: Hoofdstuk 5-3
Robomow RL555, RL855, RL2000 5.4.1 Speciale berichten op het weekprogramma scherm Het scherm van het weekprogramma toont belangrijke informatie over de werking van Robomow in de afgelopen 7 dagen. Speciale tekens bij specifieke dagen geven deze informatie. Gebruik de onderstaande tabel voor het interpreteren van de informatie die op dit scherm wordt getoond: Getoond Betekent teken + Actieve dag Overgeslagen door lage accuspanning B Door lage accuspanning is Robomow niet op de geprogrammeerde tijd uit het basisstation vertrokken. Als “werktijd” is ingesteld: Door lage accuspanning is het voor de geprogrammeerde tijd gedokt. b Robomow heeft de werking niet voltooid. Door lage accuspanning is het naar het basisstation teruggekeerd. Overgeslagen door ontbreken van contact met basisstation of door ontbreken laadspanning. D Stroomonderbreking of de maaimachine is op de geprogrammeerde starttijd buiten het basisstation geplaatst. Overgeslagen door keuze van de gebruiker. U Bijvoorbeeld: de gebruiker kiest voor de 'Sla vlg st over' optie of stelt de 'Auto start' in op 'uit'. Overgeslagen omdat op de geprogrammeerde starttijd niet werd opgeladen, zelfs al was er spanning. C Over het algemeen als Robomow zich in het basisstation bevindt, maar de handbediening is niet in de houder. Overgeslagen door regen R Robomow is niet op de geprogrammeerde tijd uit het Dokstation gestart omdat het regen heeft waargenomen. Gedokt voor de tijd als gevolg van regen r Robomow heeft de werking niet voltooid. Het is naar het basisstation teruggekeerd omdat het tijdens het maaien regen waarnam. Hoofdstuk 5-4
Opladen Hoofdstuk 6 Opladen Het juist opladen van de accu is van zeer groot belang! Indien de richtlijnen voor het opladen niet goed worden opgevolgd, kan dit een slechte werkuitvoering en korte levensloop van de accu tot gevolg hebben. Gevaar voor schokken, verwonding, elektrocutie! De stroomvoorziening van Robomow is ontworpen om alleen in droge locaties binnenshuis te worden gebruikt. Gebruik de stroomvoorziening nooit, of laadt Robomow nooit op in gebieden waar het zeer vochtig is of waar natte contacten waarschijnlijk zijn. Gebruik nooit een stroomvoorziening als de contactpunten Gebruik alleen binnenshuis beschadigd zijn. Gebruik alleen de aanbevolen stroomvoorziening voor uw Robomow. c Belangrijk c De voedingseenheid is alleen geschikt voor gebruik BINNENSHUIS. Het is vereist de stroomvoorziening in een beschermde, droge locatie te plaatsen. Het moet een goed geventileerde plek en NIET in het directe zonlicht of regen zijn. Verpak de stroomvoorziening NIET in een plastic zak, want dan zal het oververhitten. Robomow wordt aan het eind van alle maaisessies automatisch opnieuw opgeladen op het basisstation. Het is voor het accupack het beste om altijd, tijdens het maaiseizoen, als het niet gebruikt wordt, ingeschakeld te blijven. Daar hoeft u zich absoluut GEEN zorgen om te maken: geen overlading, geen oververhitting en geen schade aan het accupack. Na voltooiing van de dagelijkse maaisessies is het erg belangrijk dat Robomow naar de opslagruimte wordt gebracht en op de oplader wordt aangesloten. Dit moet zo snel mogelijk worden gedaan, bij voorkeur binnen 6 uur vanaf de tijd dat is gestopt. De tijd van opladen is, afhankelijk van omstandigheden, ongeveer 20 uur. 6.1 Opladen bij het basisstation Het basisstation is het primaire basisstation als Robomow dokt. P Als de accu op het basisstation wordt opgeladen, dan wordt een van de volgende schermen getoond: ) Als Robomow is gedokt en een Weekprogramma is ingesteld: ) Als Robomow is gedokt en een Weekprogramma is NIET ingesteld: Of: als Auto Start is uitgeschakeld: Hoofdstuk 6-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 6.2 De accu opladen met een binnenvoeding De accu kan opnieuw worden opgeladen met een voeding binnenshuis, welke direct met de connector van de Robomow is verbonden. P Voordat Robomow in werking wordt gesteld moet oplader van de handbediening worden verwijderd. ) Het volgende bericht wordt getoond als de verbinding met de oplader is verbroken. ) Druk op een knop op de handbediening om naar het ‘Opties voor Handmatig gebruik’ scherm te gaan. P Verbind de stekker met een regulier 230 volt wisselstroom stopcontact. P Verbind de uitvoerstekker van de stroomvoorziening met het oplaadcontact aan de onderkant van de handbediening. P Leg de handbediening voorzichtig neer op de oplaadkabel. c Belangrijk c Probeer het NIET volledig in de houder te duwen. Het moet hier gewoon op liggen. ) De oplaadboodschap wordt zodra het opladen begint, getoond: Het accu pictogram wordt steeds donkerder naarmate het opladen langer duurt ) Als de accu vol is, wordt de boodschap gewijzigd: en herinnert u eraan om het met de stroomvoorziening verbonden te laten tot de volgende keer dat het gebruikt wordt. Hoofdstuk 6-2
Opladen 6.3 Energiebeheer en oplaad alarmsystemen 6.3.1 Bij het begin van het werken moet de accu volledig opgeladen zijn. P Controleer dat de accu volledig opgeladen is voordat het in werking wordt gesteld. P Controleer of er ook bijzonder grote energieverbruikers zijn, zoals: botte messen of een grote accumulatie van gras rond de messen. Voor het verhogen van de doelmatigheid van het energieverbruik 6.3.2 Robomow werkt met twee verschillende werktijd scenario’s Het energiebeheer systeem van Robomow helpt de accu te beschermen. P Robomow moet altijd of in werking zijn, of opgeladen worden. ) Als Robomow niet werkt of wordt opgeladen, zal het een waarschuwing geven waardoor de gebruiker weet dat het moet worden opgeladen. ) Als Robomow niet binnen een bepaalde tijdsperiode met de stroomvoorziening wordt verbonden, zal het in een “diepe slaap” modus gaan om energie te besparen. ) Voor het ontwaken van Robomow uit de diepe slaap modus: Verwijder het accupack gedurende 10 seconden en zet het daarna terug. 6.4 Winteropslag Robomow voor de winteropslag voorbereiden: P Laad de accu volledig op. P Verwijder het accupack uit Robomow en zet het in een droge locatie op kamertemperatuur. Het accupack kan in een garage of een schuur worden gezet als daar de temperatuur niet lager wordt dan -20 ºC. P Laad de accu in de winteropslag elke drie maanden weer op. c Belangrijk c Voor meer bijzonderheden betreffende winteropslag, zie sectie 10.9. Hoofdstuk 6-3
Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen Hoofdstuk 7 Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen 7.1 Opties voor handmatig gebruik P Verwijder de handbediening uit de houder. Het scherm toont de opties voor Handmatig gebruik P Druk eenmaal op voor het selecteren van Handmatig gebruik opties en ga naar het volgende venster: “Instellingen”. P Gebruik de pijlen voor het schuiven door het andere “Opties voor Handmatig gebruik” menu. P Algemene navigatie regels ) Gebruik de knop voor het selecteren van een menu item of een keuze te bevestigen. ) Gebruik op elk gewenst moment de knop om naar het hoofdmenu terug te keren ) Gebruik de Op/Neer pijlen om indien van toepassing te schakelen tussen de inschakelen/uitschakelen opties. Als u bij de optie van uw keuze bent aangeland, druk op voor het selecteren of bevestigen. 7.2 Instellingen Robomow biedt diverse instelling opties. Het Instellingen menu is de toegang tot al deze mogelijkheden. P Ga naar het Instellingen menu. P Druk op voor het selecteren van “Instellingen” en het starten van de lijst van de opties “Zones instellen” optie is de eerste getoonde optie. P Gebruik de pijltoetsen om door de lijst te gaan, totdat u een bepaalde optie wilt instellen. ) Druk op wanneer die optie getoond wordt om deze te selecteren en om het proces van het instellen te starten. Hoofdstuk 7-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 Hoofdstuk 7-2
Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen 7.2.1 Zones instellen Gebruik “Zones instellen” om specifieke bewerkingsopties in te stellen voor bepaalde zones van uw gazon. P Als u in “Zones instellen” bent, druk op . P Schuif voor het kiezen van de specifieke zone die u wilt instellen. P Druk op . Werktijd Gebruik de Werktijd optie voor het instellen van een werkingstijd welke verschilt van de standaard MAX tijdsperiode. U kunt de Werktijd optie voor maximaal 3 verschillende zones gebruiken. Elk van deze geselecteerde zones kan een andere werktijd hebben. Dit is erg behulpzaam zijn als de zones verschillend in grootte zijn en dus andere maaitijden vereisen. ) Het instellen van “Werktijd” in de basisstation zone (alleen bij RL2000), stelt de gebruikte werkingstijd in welke bij het Handmatig starten vanaf het basisstation gebruikt wordt. U kunt ook een bepaalde werktijd per bewerking instellen. Dit wordt ingesteld als onderdeel van het automatische weekprogramma (zie Hoofdstuk 5). Hoofdstuk 7-3
Robomow RL555, RL855, RL2000 Leer rand Alleen voor zones ZONDER basisstation: Gebruik de “Leer rand” optie om een afstand in te stellen (“leren”) voor het maaien van de rand, welke afwijkt van de standaard van Robomow (1,5 tot 2 ronden langs de perimeterdraad). Bijvoorbeeld: u kan het leren om een afstand van één ronde aan te houden. Deze nieuw aangeleerde afstand wordt behouden totdat er opnieuw een rand maaien wordt geleerd, of totdat de instellingen teruggesteld wordt op de standaard van Robomow. ) Plaats Robomow om het rand maaien te starten. ) Plaats de handbediening terug in de houder. Plaats de handbediening en pas de draad zodanig aan dat deze volledig vlak met de bovenkant van Robomow is. ) Volg de hieronder beschreven stappen om het “Leer rand” proces te starten ) Robomow rijdt rond de perimeterdraad. Volg het en druk op de knop als de gewenste afstand bereikt is. Hoofdstuk 7-4
Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen Stel std rand in Gebruik de Standaard rand functie om het rand maaien van een bepaalde zone opnieuw terug te stellen tot de standaard van Robomow. 7.2.2 Kind beveil “Kind beveil” is een veiligheidseigenschap, welke voorkomt dat jonge kinderen of andere niet geautoriseerden Robomow activeren. Wanneer Kind beveiliging is ingesteld, zal Robomow ALLEEN beginnen te werken nadat hij ontgrendeld is. c BELANGRIJK c Het wordt sterk aanbevolen om deze eigenschap in te schakelen. Het zal voorkomen dat kinderen of anderen die met de maaimachine onbekend zijn, deze activeren. P Voor het ontgrendelen van de Kind beveiliging van Robomow: ) Druk op de pijl en druk op de toets 7.2.3 Geluid Gebruik de Geluid optie om alle geluiden die niet aan veiligheid verbonden zijn uit te schakelen. Deze optie laat echter alle veiligheidsgeluiden INGESCHAKELD. 7.2.4 Draadpositie Gebruik de draadpositie optie voor het testen van de positie van de perimeterdraad in “Rand” modus, en doe dat met uitgeschakelde maaimotoren. Dit voorkomt het toebrengen van schade aan de perimeterdraad nadat de initiële installatie voltooid is. 7.2.5 Taal Gebruik de Taal optie voor het bekijken van de schermboodschappen in andere talen. 7.2.6 Scan type Gebruik de Scan type optie als u wilt dat de maaimachine een systematisch parallel maaipatroon aanhoudt. Dit soort maaipatroon vervangt dan de standaard Random werking van de Robomow door een systematische parallelle beweging, zonder gebruik te maken van een kompas (maaien in de breedte), of met een kompas (parallel maaien). Bij Random beweging (standaard) is de beweging van de Robomow onregelmatig en opent telkens een andere hoek bij het bereiken van de perimeter draad of van een obstakel. c BELANGRIJK c Aanbevolen wordt om de instelling van standaard naar Random alleen te wijzigen als Robomow niet alle delen van het bedoelde gebied bereikt. Als Robomow door de Parallel optie telkens in dezelfde richting heen en terug rijdt zonder vooruitgang te boeken, gebruik dan in de breedte maaien of Random. Hoofdstuk 7-5
Robomow RL555, RL855, RL2000 7.2.7 Zigzag hoek Gebruik de Zigzag hoek optie om de maaibeweging van Robomow te wijzigen. Bij sommige gazons kan dit nuttig zijn. P Als de maaier voortdurend in hetzelfde spoor heen en weer rijdt, wordt aanbevolen dat de Zigzag hoek vergroot wordt. 7.2.8 Zet dok aan Gebruik Zet dok aan om het dokking opties menu van het basisstation IN te schakelen. Als Dok mogelijk is uitgeschakeld, zijn de dok opties verborgen. 7.2.9 Eco mode Gebruik ECO (Economische) optie om met minimaal benodigde energie te maaien en het gazon te onderhouden. Bij het werken in ECO modus wordt het geluidsniveau tijdens de werking van de Robomow verminderd en kan de Robomow een langere tijd werken. Voor RL2000: Standaard staat de ECO modus ‘Aan’. In gebieden waar of op momenten wanneer hoog gras wordt waargenomen, wordt de ECO modus automatisch ‘UIT’geschakeld en wordt het vermogen van de maaimotoren voor een beperkte tijd verhoogd. Robomow keert terug naar de ECO modus als deze situatie vermindert. Voor RL555/RL855: Standaard staat de ECO modus ‘Uit’. De ECO modus kan worden ‘Aan’gezet om het geluid te verminderen of Robomow langer te laten werken als de MAX werktijd is geselecteerd. Hoofdstuk 7-6
Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen 7.2.10 Signaal type Gebruik het “Signaal type” voor het wijzigen van de frequentie van het signaal van de perimeterdraden van type A (standaard) in type B. P Voor het omschakelen naar signaal type B, verwijder de signaaljumper uit het basisstation/perimeterdraden bord (zie afbeelding). c BELANGRIJK c Bewaar de signaaljumper op een veilige plaats ingeval u deze in de toekomst terug moet zetten. P Voor het terugaan naar het standaard signaaltype A, plaats de signaaljumper terug op het basisstation/perimeterdraden bord. Het wijzigen van het signaaltype is over het algemeen het gevolg van een storing van het perimeterdraad signaal. Dit kan worden veroorzaakt door een andere draad in een aangrenzend gazon (buurman gebruikt een robot maaier), of door een ander elektrisch apparaat dat dezelfde frequentie gebruikt. P Mogelijke symptomen van storing: ) Als de maaimachine tijdens het rijden langs de draad erg slingert. ) Als de maaimachine zonder het bereiken van de draad van richting verandert. ) Als de maaimachine de perimeterdraad overschrijdt en buiten het aangegeven gebied rijdt. ) Als het ‘Start binnen’ bericht wordt getoond, zelfs als Robomow zich binnen het aangegeven gebied bevindt en de perimeterdraad met de juiste polariteit is aangesloten. Hoofdstuk 7-7
Robomow RL555, RL855, RL2000 7.2.11 Messen vervangen Gebruik de Messen vervangen optie nadat de messen vervangen zijn. Dit zal de teller om u aan vervanging te herinneren opnieuw starten, en het herinnert u er dus aan de messen opnieuw te vervangen na de volgende 200 werkuren. (Voor bijzonderheden over het vervangen van de messen, zie 10.3). 7.2.12 Regensensor De Regensensor eigenschap maakt het Robomow mogelijk om regen waar te nemen en de werking over te slaan of te stoppen als het regent. Er zijn drie opties in het Regensensor menu: P Regensensor aan/uit – het uitschakelen van de regensensor eigenschap, zodat Robomow zelfs als het regent en met nat gras werkt. P Vochtigheidsgraad – het tonen van de vochtigheidsgraad zoals door de regensensor waargenomen. P Regel gevoelighd – het instellen van de gevoeligheid van de regensensor. De standaard gevoeligheid is ingesteld op 9. Dit betekent dat bij een vochtigheidsgraad onder 9, Robomow regen zal waarnemen en met werken zal stoppen. 7.2.13 Anti dief Gebruik de anti diefstal optie en geef een code op die ingevoerd moet worden om Robomow te activeren. Uw wordt gevraagd een zelf gekozen persoonlijke beveiligingscode van vier nummers in te voeren. P Voor het wijzigen van een bestaand wachtwoord moet u eerst het oude wachtwoord invoeren. c BELANGRIJK c Bewaar uw code voor toekomstig gebruik op een veilige plaats. In hoofdstuk 9 van deze handleiding wordt een mogelijkheid gegeven uw persoonlijke beveiligingscode op te schrijven. Hoofdstuk 7-8
Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen 7.3 Informatie P Druk op in het Informatie venster voor het openen van de Informatie eigenschap en om te schuiven door de onderstaande sub-menu’s 7.4 Dok opties (alleen basisstation) P Druk op in het Dok opties venster voor het openen van de opties en om te schuiven door de onderstaande sub-menu’s Hoofdstuk 7-9
Robomow RL555, RL855, RL2000 7.4.1 Ingangspunten Ingangspunten zijn bepaalde punten op de perimeter, waar Robomow de rand verlaat en het gazon inrijdt voor het maaien van de het binnenste gebied. Robomow wordt geleverd zonder ingestelde ‘Ingangspunten’. Voor gewoon gevormde gazons is er GEEN noodzaak om bepaalde ingangspunten in te stellen. P Als uw gazon “een “speciale vorm” heeft, kunt u de ‘Ingangspunten’ optie inschakelen. Dit zal de dekking van het te maaien veld verbeteren. De Ingangspunten eigenschap gebruikt 3 standaard ingangspunten: bij het basisstation, op 30% en op 60% van de lengte van de perimeterdraad. Robomow gebruikt deze 3 ingangspunten in een cyclische volgorde. u kunt niet een bepaald ingangspunt voor een bepaalde dag instellen. P Als de standaard ingangspunten voor uw gazon niet geschikt zijn, selecteer dan de Ingangspunten instellen optie. Op deze manier kunt u alternatieve ingangspunten instellen en elk aan een geprogrammeerde dag van uw Weekprogramma toewijzen. Selecteer de Ingangspunten optie voor het openen van deze optie en voor het schuiven door de volgende sub-menu’s. Hoofdstuk 7-10
Robomow instellen en het gebruik van geavanceerde eigenschappen Stel ingspunt in Maximaal vier ingangspunten zijn toegestaan. Het basisstation maakt daarvan altijd deel uit en is altijd als Ingangspunt nummer één gedefinieerd. ) Plaats Robomow in het basisstation met de handbediening in de houder. ) Volg de onderstaande stappen uit voor het instellen van de ingangspunten. ) Als u slechts 2 of 3 ingangspunten wilt, druk dan op elk gewenst moment in het proces op . ) Als u liever niet wilt wachten totdat Robomow terug is gekeerd naar het basisstation, druk dan op elk gewenst moment in het proces op . ) Als u het proces start bij het “Start Handmatig” scherm, en u hebt reeds eerder ingangspunten geselecteerd, zult u gevraagd worden het ingangspunt te selecteren. Hoofdstuk 7-11
Robomow RL555, RL855, RL2000 Reset ingangpunt Gebruik Reset ingangspunt om terug te keren naar de fabrieksinstellingen voor de Ingangspunten. Robomow zal terugkeren naar de standaard ingangspunten van: Basisstation, 30% en 60% van de lengte van de perimeterdraad. Ingangspunten - aan/uit Gebruik deze optie om direct van het basisstation het maaien van het binnengebied te starten: GEEN ingangspunten. De ingangspunten UIT schakelen wordt aanbevolen als de vorm van het gazon vierkant of rechthoekig is ZONDER smalle doorgangen. 7.4.2 Programma aan/uit Gebruik deze functie voor het afsluiten van het weekprogramma. 7.4.3 Sla vlg st over Gebruik deze optie voor het overslaan van de volgende geprogrammeerde start. Er zijn twee manieren om de volgende start over te slaan: ) Sneltoets – als de maaimachine zich in het basisstation bevindt, druk op de knop om het volgende te tonen: ) Druk op om te bevestigen. OF P Ga naar het Dok opties menu en schuif naar de Sla vlg st over optie. ) Druk op om het overslaan te bevestigen. P Na het INschakelen van Sla volgende start over, toont Robomow de volgende actieve starttijd (na de start die is overgeslagen). Hoofdstuk 7-12
Problemen oplossen Hoofdstuk 8 Problemen oplossen 8.1 Foutmeldingen Robomow houdt zijn werking voortdurend in de gaten. Het produceert foutmeldingen om u te helpen de maaimachine probleemloos te bedienen: in het geval van een werkingsfout wordt zowel een foutmelding getoond als een bericht dat de gebruiker verzoekt een bepaalde handeling uit te voeren. P Gewoonlijk wordt een bericht getoond als de maaimachine stopt. De melding wordt 15 minuten op het scherm getoond. P Als u na het verstrijken van die 15 minuten arriveert, zal het scherm leeg zijn. P Door eenmaal te drukken op of door de handbediening uit de houder te verwijderen, ontwaakt Robomow en de laatste foutmelding of bericht van voor de stopzetting wordt weergegeven. P De foutcode wordt ook in het “Informatie” menu, onder “Laatste stop code” getoond. Deze informatie kan vereist worden als u de hulp van het verkooppunt moet inroepen. ) Sneltoets: Voor het wekken van Robomow en het zien van de “Laatste stop reden”, druk eenmaal op de OP pijl als het stopbericht getoond wordt. P Als een probleem zich herhaaldelijk voordoet, wordt aangeraden de foutcode te noteren voordat het verkooppunt wordt gebeld. De onderstaande tabel toont alle foutberichten en hun meest algemene oorzaken De volgende tabel geeft bijzonderheden en mogelijke oorzaken van andere fouten, die geen foutberichten geven. Als met deze tabellen een fout niet verholpen kan worden, raadpleeg uw verkooppunt. 8.2 Berichten Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie B - Bumper ingedrukt tijdens opwarmen. - Bumper ingedrukt gedurende >2 sec tijdens handmatig - Verwijder de maaimachine van het obstakel dat de bumper indrukt. - Rij de maaimachine handmatig weg van het maaien. obstakel. Pad probleem - Bumper ingedrukt bij vertrek uit het basisstation. C - Volg de opdrachten op het LCD-scherm om de - Verschijnt alleen bij het eerste gebruik. maaimachine te kalibreren. Kalibratie nodig Laad probleem - Het oplaadproces werkt niet - Raadpleeg uw verkooppunt - De maaimotoren hebben te lang aan overspanning WAARSCHUWING - Verwijder het accupack voordat blootgestaan of er zit iets vast of rond de messen Robomow wordt opgetild. gedraaid. - Iets verhindert een maaimes om vrij te roteren. Ernstige Contr maaihoogte - Controleer de maaimessen op vreemde grasophoping onder het maaidek, touw of gelijksoortig objecten of afval, die de rotatie verhindert. materiaal rond maaimes gedraaid. - Verwijder opgehoopte grasresten met een - Object geklemd onder Robomow waardoor maaimes niet houten stok. kan roteren. - De maaimachine probeert te vertrekken vanuit het Kijk p. schakelaar - Schakel de perimeterschakelaar in en kijk basisstation en de perimeterschakelaar reageert niet. na na of er een waarschuwing is voor een - Er is een onderbreking van de perimeterdraad ontdekt bij draadonderbreking. het vertrekken. Hoofdstuk 8-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie - Voeding of Acculader is niet goed aangesloten op de netspanning. Trek de laadstekker uit de maaimachine, kijk na of de stekker - De oplaadstekker zit niet goed in het goed in het stopcontact van de netvoeding zit doe de laadstek- laadcontact van de maaimachine ker terug in de maaier zodat er terug bijgeladen wordt. - Het laadproces is gestopt wegens een tijdelijke stroomonderbreking. - Geen stroom in toevoer of stroom afgesloten - Zorg dat er weer stroom is in het stopcontact. - Kijk of de beide aandrijfwielen op gelijke hoogte met - De maaicontacten raken de contacten van het de basis van het basisstation zijn (indien nodig, vul de Kijk voeding na basisstation niet. ruimte onder de wielen aan met grond) - De contacten van de maaimachine of van het - Reinig de contacten met een borstel of een doek. basisstation zijn vuil. - Er wordt niet bijgeladen maar er is toch - Kijk na of er een goede verbinding is tussen de kabels fysiek contact tussen de maaimachine en de en de contacten van het basisstation. contacten van het basisstation (de maaier - Controleer de oplaadzekering 5A (verwijder het plastic bevindt zich in de ingang van het basisstation) dekseltje onder de handbediening) - Kijk na of de maaimachine in een Oplaadzone werkt. - De maaimachine bereikt het basisstation niet - Kijk na of de maaier niet doorslipt of vastzit op weg binnen de beperkingen van tijd en afstand. naar het basisstation. - Er is geen overeenkomst tussen de instelling - Stel het ‘Signaal type’ menu in op ‘A’ en bevestig dat van het 'Signaal type' in het menu en de de signaal jumper zich op het perimeterschakelaar signaal jumper op de perimeterschakelaar; bord bevindt; of stel het in op ‘B’ en verwijder de - Automatische werking wordt geïnitieerd signaal jumper van het bord; als Robomow is geplaatst buiten de - Plaats de maaimachine op het gazon en druk op de Contr. signaal perimeterdraadkring. ‘GO’ knop. Druk op Go - De perimeterdraad is in de verkeerde polariteit - Wijzig de twee draden die met de aansluitstekker verbonden met de aansluitstekker. (de groene connector voor de aansluiting met het - Robomow neemt signaal storingen waar van basisstation) verbonden zijn. naburige actieve gazon of andere apparaten, - In het geval van signaal storing, raadpleeg het die zich in de nabijheid van de zone bevinden; verkooppunt; - Kijk of de beide aandrijfwielen op gelijke hoogte met - De contacten van de maaimachine raken die D van het dok station niet. de basis van het dok station zijn (indien nodig, vul de ruimte onder de wielen aan met grond) - De contacten van de maaimachine of van het - Reinig de contacten met een borstel of een doek. dokstation zijn vuil. - Zet de perimeterschakelaar aan - Er wordt niet bijgeladen maar er is toch - Kijk na of er een goede verbinding is tussen de kabels fysiek contact tussen de maaimachine en en de contacten van het dokstation. Dok probleem de contacten van het dokstation (de maaier - Controleer de oplaadzekering 5A (verwijder het plastic bevindt zich in de ingang van het dokstation) dekseltje onder de handbediening) - Kijk na of de maaimachine in een dokzone werkt. - De maaimachine bereikt het dokstation niet - Kijk na of de maaier niet doorslipt of vastzit op weg binnen de beperkingen van tijd en afstand. naar het dokstation. Aandr overbelast - De aandrijfmotoren hebben te lang onder een - U hoeft niets te doen – Robomow zal automatisch de koelt af, wacht... te grote belasting gewerkt. werking hervatten zodra de aandrijfmotor afgekoeld is. Rij probleem - Interne fout - Raadpleeg uw verkooppunt E - Toets de 4-cijferige code in. . ‘Anti diefstal’ kan uitgeschakeld worden onder ‘Uw opties’. Neem - Het anti-diefstal systeem is geactiveerd contact op met uw verkooppunt als u de code bent Geef code in kwijtgeraakt Hoofdstuk 8-2
Problemen oplossen Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie F - Interne bumper fout - Raadpleeg uw verkooppunt Voor/Achter bumpr los Voor/Achter - De voorste of de achterste bumpers blijven - Verwijder de maaimachine van het object dat tegen bumpr ingedrukt constant ingedrukt. de bumper drukt. WAARSCHUWING - Verwijder het accupack voordat Robo- mow wordt opgetild - Robomow is tegen een obstakel gereden waardoor de voorkant opgetild werd. Verwijder het of baken het object af van het maaigebied. - Het voorwiel werd gedurende meer dan 8-10 - Robomow wordt gebruikt op een helling die te steil Voorwiel probl seconden opgetild van de grond. is voor veilig gebruik. Baken dit gebied af van het maaigebied. - Het hoge gras verhindert het voorwiel om volledig op de grond te rijden. Stel de maaihoogte hoger in. - De grond bevat grote kuilen waarin het voorwiel kan vallen. Vul deze kuilen met grond op. H - Robomow wordt met de stekker geladen en de omgevingstemperatuur is te hoog (meer dan - Robomow mag niet bijgeladen worden wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan 70ºC; Maak de laadstekker los en wacht tot de temperatuur daalt of Hoge temp. 70ºC) laad Robomow op waar het koeler is. Ontkop. lader - Doe niets, het laden is gestopt en Robomow wacht - Robomow wordt met het basisstation opgeladen tot de temperatuur gedaald is tot een acceptabel Hoge temp. niveau; indien dat niet gebeurt binnen de 12 uur, dan en de omgevingstemperatuur is te hoog (meer Wait… zal de boodschap veranderen naar ‘Temp te hoog’. dan 70ºC); Druk op . - De boodschap verschijnt telkens wanneer de K laadstekker van de maaimachine losgetrokken - Druk een willekeurige toets in en de boodschap wordt. verdwijnt. - De boodschap wordt getoond wanneer de - Stuur de maaimachine terug naar het basisstation om Blijf laden indien maaimachine niet werkt en gedurende lange tijd op te laden, verbind de laadplug of maai verder. niet in gebruik niet opgeladen wordt. - Druk op de Op pijl en daarna op de Toetsen vast - De kinderslot eigenschap is geactiveerd. ‘ ’ knop. Het kinderslot kan gedeactiveerd worden onder Uw opties. L - De maaimachine zoekt het basisstation maar de accuspanning is te laag om door te gaan met het - Rij de maaimachine handmatig naar het basisstation om opgeladen te worden. zoekproces. Accu zwak - Robomow mag niet bijgeladen worden wanneer de - Robomow wordt geladen met de stekker en de Lage temp. omgevingstemperatuur lager is dan 0ºC; Maak de omgevingstemperatuur is te laag (lager dan 0 Ontkop. lader laadstekker los en wacht tot de temperatuur stijgt of ºC); trek de laadstekker uit Robomow. laad Robomow op waar het warmer is. - Doe niets, het laden is gestopt en Robomow wacht - Robomow wordt met het basisstation opgeladen tot de temperatuur gestegen is naar een acceptabel Lage temp. niveau; indien dat niet binnen 12 uur gebeurt, zal de en de omgevingstemperatuur is te laag (lager Wait… dan 0ºC); boodschap veranderen naar ‘Lage temp.’. Druk op . Maai probleem - Maaimachinemotor is defect of zit los - Raadpleeg uw verkooppunt Links/Mid/Rechts Hoofdstuk 8-3
Robomow RL555, RL855, RL2000 Getoond bericht Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie M - De maaimachinemotoren hebben te lang - U hoeft niets te doen – Robomow zal automatisch de werking hervatten zodra de aandrijfmotor Maaim overbelast onder een te grote belasting gewerkt. afgekoeld is. koelt af, wacht... N - De perimeterschakelaar staat niet aan of is niet verbonden met de zone die gemaaid - Zorg ervoor dat de perimeterschakelaar verbonden is met de correcte zone en dat hij aan staat. Geen signaal moet worden. R - Laat Robomow niet in regenachtig weer of met nat - Robomow neemt regen waar net nadat u GO gras werken; als u wilt opheffen, druk dan op GO. Regen ontdekt GO naar heeft ingedrukt Het opheffen is alleen beschikbaar voor de huidige negeren (alleen speciale sessie handbediening) Gereed - Houd de oplader (netvoeding) verbonden en in - De accu is volledig opgeladen Blijf opladen werking Accu opladen - De maximale werktijd is bereikt - Verbind de lader met de maaimachine - Vervang de messen en herstart de teller voor Vervang messen - Een automatische herinnering om de messen het vervangen van de messen door de ‘‘Messen elke 200 uur te vervangen verschijnt om de 200 uur vervangen - verwijder herinnering’ optie onder het ‘Uw opties’ menu - Kalibratiefout door storing in de onmiddellijke - Verplaats Robomow 3-4 m van dit punt en probeer Prob ergns andrs omgeving. opnieuw te kalibreren. S - Verschijnt alleen bij het eerste gebruik. - Volg de aanwijzingen op LCD scherm en stel het land in Stel land in - Verschijnt telkens wanneer het accupack uit Tijd instellen - Stel de juiste tijd in (dag en uur) de maaier genomen wordt. (reset operatie) - Kijk na of er genoeg tijd is tussen twee - Robomow heeft het laatste vertrek opeenvolgende vertrekken zodat de accu kan Overgeslagen: Lage accu overgeslagen door lage accuspanning geladen worden vóór het geprogrammeerde vertrek (tenminste 16 uur tussen de activiteiten) - Het is niet aan te bevelen nat of vochtig gras te Overgeslagen: Regen - Robomow heeft het laatste vertrek maaien, maar als u verkiest om de regensensor Alleen speciale handbe- overgeslagen doordat regen is waargenomen te negeren, verander dan de instelling van de diening “regensensor” in “uit” in het “Uw opties” menu. - Een onbekende fout heeft zich voorgedaan en - Rij Robomow handmatig weg uit dit gebied en start de hulp van een gebruiker is vereist. de werking opnieuw. Start erg. andrs - De wielmotoren hebben onder zware - Kijk na of de maaimachine niet vastzit en laat de belasting gewerkt wielen vrij doorslippen. - Automatische werking wordt geïnitieerd - Plaats de maaimachine op het gazon en druk op de Start binnen als Robomow is geplaatst buiten de ‘GO’ knop. perimeterdraadkring. - Defecte/losgeraakte thermistors (bescherming Thermistor fout - Raadpleeg uw verkooppunt tegen oververhitting) - Sluit de oplader aan als het maaien voor die dag Tijd bereikt - De voor die zone ingestelde werktijd is bereikt afgewerkt is. - Controleer de stroomvoorziening naar het basisstation. - Robomow is de werking in dok zone gestopt, - Er is een stroomstoring. U hoeft niets te doen Ik wacht op draadsignaal omdat er geen signaal is van het basisstation – Robomow zal automatisch herstarten als de stroomvoorziening terug is binnen een uur na de onderbreking Hoofdstuk 8-4
Problemen oplossen 8.3 Andere problemen Probleem Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie Basisstation - Als de maaimachine niet vertrekt op het geprogrammeerde tijdstip wordt de reden over het algemeen opgeslagen in het ‘Weekprogramma scherm’ (zie voor meer bijzonderheden sectie 5.2). - Ga na of de tijd in de maaimachine juist is Robomow verlaat het basis- - Stel de tijd in (Zie paragraaf 5.1) ingesteld (dag en uur) station niet om te maaien op het tijdspunt dat geprogrammeerd is - Ga na of tenminste 16 uur in het basisstation in het weekprogramma. - Lage accu spanning bijgeladen wordt vóór het volgende geprogrammeerde vertrek. - Auto vertrek” staat “uit” (“Handmatig - Verander de instelling van “Auto vertrek” naar “aan” vertrek” verschijnt wanneer Robomow in (zie paragraaf 78.3) het basisstation is) Robomow neemt de contac- ten van het basisstation niet - Voeding of acculader is niet aangesloten - Ga na of de voeding aangesloten is op het waar en/of “voorwielprobleem” op de netspanning. elektriciteitsnet. verschijnt wanneer de maaima- chine in het basisstation is Robomow bereikte het basis- - Er is een hoogteverschil tussen de - Zorg ervoor dat het grondoppervlak vóór het station met zijn contacten hoger basis van het basisstation en het basisstation gelijk ligt met de basis van het dan de contacten van het basis- grondoppervlak aan de ingang van het basisstation – vul desnoods die zone aan met station. basisstation. grond en maak alles vlak. - Kijk na of er stroom in het stopcontact aanwezig is door een ander apparaat aan te sluiten. Robomow neemt de contac- - Zorg dat er weer stroom is in het stopcontact. ten van het basisstation niet - Demonteer de deksel van het basisstation door het - Er is geen stroom in het stopcontact of de waar en/of “voorwielprobleem” losdraaien van de schroeven en het controleren hoofdlijn is afgesloten. verschijnt wanneer de maaima- van de verbinding van de voedingskabel (zwart) en chine in het basisstation is de draadconnector (groen). - Bevestig, dat het 'AAN' licht in het basisstation knippert. - Reinig regelmatig met alleen een vochtig doekje de - Basisstation en/of Robomow laten contacten van het basisstation en Robomow. verbranding en/of oxydatie zien - Raadpleeg uw verkooppunt of de contacten vervangen moeten worden - Slecht of geen contact tussen de draden - Ga na of er goed contact is in de aansluitingen van het basisstation (rood en groen) en (uiteinden van de rode en groene draden) en de de contacten. contacten van het basisstation. Robomow werkt in de zone van - Robomow is het gazon in werking gezet het basisstation maar stopt met - Als Robomow van binnen het gazon werkt, kijk na (niet door het basisstation) en het scherm de boodschap ‘accu opladen’ of of de display ook ‘dok zone’ aangeeft. toont ‘Zone B’ ‘tijd op’ Robomow zoekt naar het - Robomow werkt op het gazon in optie - Als Robomow werkt in een zone zonder basisstation in de zone zonder ‘Maaien’ (zonder ‘Rand’) en het scherm basisstation, kijk of het scherm ‘Zone B’ toont of basisstation toont ‘Dok zone’ start het maaien in de ‘Rand’ mode. Hoofdstuk 8-5
Robomow RL555, RL855, RL2000 Probleem Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie Perimeterschakelaar / Perimeterschakelaar - Ga na of de stekker ingestoken is en of de draden - Draad losgemaakt van de schakelaar stevig bevestigd zijn - Loop langs de perimeter, inclusief de eilanden ‘Draad doorgeknipt” indicator en de obstakels die door de perimeterdraad zijn knippert op de perimeterschake- - Perimeterdraad doorgesneden uitgesloten en zoek naar zichtbare sneden of laar of op het basisstation breuken in de draad. Herstel met Robomow draadverbindingen. - Kijk na en herstel alle losse/slechte of geoxideerde - Slechte verbinding verbindingen. - Ineen gedraaide draden of een kroonsteentje met isoleertape er rond is ‘Slechte verbinding’ indicator - Gebruik de verbindingen die in de doos zitten. Ze geen correcte verbinding. Bodemvocht knippert op perimeterschakelaar zijn waterbestendig en geven een betrouwbare laat de draden oxideren en na een of elektrische verbinding. tijdje resulteert dat in een onderbroken het basisstation laat voortdu- stroomkring. rend een alarmgeluid horen voor slechte of te lange verbin- - Een maximale lengte van de perimeterdraad van ding 500 m is aanbevolen. Zones die een langere - Perimeter draad is te lang voor één zone perimeterdraad vereisen moeten opgedeeld worden in meerdere afzonderlijke zones. - Kijk na of de stroomvoorziening is aangesloten op de netspanning, sluit de stekker opnieuw aan - Stroomvoorziening is niet aangesloten op de perimeterschakelaar en bevestig dat AAN knippert. De perimeterschakelaar - De batterijen zijn volledig ontladen. - Installeer nieuwe alkaline C-cel batterijen wordt niet geactiveerd wan- neer hij aangezet wordt. - De water/vochtbescherming van de - De perimeterschakelaar is niet verticaal perimeterschakelaar kan alleen verzekerd worden geïnstalleerd en is blootgesteld aan water/ als hij verticaal geïnstalleerd wordt. Plaats de regen. perimeterschakelaar opnieuw. Hoofdstuk 8-6
Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie Werking - Indien niet voortdurend aangesloten op de oplader, tenzij tijdens het maaien conserveert hij energie - Robomow is in een diepe slaap. door in een diepe slaap te gaan. Haal het Robomow wil niet werken en er accupack uit Robomow en plaats het opnieuw na wordt niets weergegeven op het 10 seconden. LCD scherm. - De oplader moet aangesloten blijven op Robomow - De accu werd ontladen door een gebrek wanneer hij niet in gebruik is. Als dit niet gebeurt aan opladen. kan de accu permanent beschadigd worden. Raadpleeg uw verkooppunt. Robomow rijdt maar de maai- - “Maaien” werd uitgeschakeld. - Zet dit weer aan onder “Uw opties” messen maaien niet. - Sluit de oplader aan Robomow aan en houd - De accu is niet volledig opgeladen. aangesloten tot het 'Gereed - Blijf laden' bericht op het LCD-scherm verschijnt. - “Werktijd” voor die zone is ingesteld om te - Werktijd kan gewijzigd worden onder “Uw opties” stoppen na een vooraf ingestelde duur. - Stel de maaihoogte hoger in. Maai het gras Korte looptijd, werkt minder lang - Het gras is erg hoog of zeer nat. regelmatig om te verhinderen dat het te hoog dan normaal. wordt. Maai liever geen nat gras. - Het accupack heeft het einde van een - Vervang het accupack. Onderhoud de accu op de normale levensduur bereikt. juiste wijze volgens de instructies. - De handbediening zit niet volledig in de - Kijk na of de gekrulde draad volledig in de houder houder en vlak met de bovenzijde van de zit onder de handbediening en of de handbediening maaier, waardoor ze soms opwipt en de gelijk ligt met de bovenzijde van de maaimachine. maaier stopt . Robomow is tijdens het werken over de draad gereden WAARSCHUWING Robomow is ontworpen om binnen een actieve perimeter van uw gazon te blijven indien hij goed geïn- - Kijk naar de regels voor installatie van de stalleerd is. Indien het toch - Verkeerde installatie van de perimeterdraad, in het bijzonder ten aanzien van gebeurt dat de maaier over de perimeterdraad OF aanliggende zone (op de hoeken. Laat geen aangrenzende zones draad rijdt, maai dan NIET meer minder dan 4 meter) is tegelijkertijd actief. tegelijkertijd werken indien ze minder dan 4 meter voordat het probleem opgelost van elkaar verwijderd zijn. is. Indien aanpassing van de plaatsing van de perimeterdraad het probleem niet oplost, neem dan contact op met uw verkoop- punt. Robomow voltooid de rand niet Voer ‘Leer rand’ uit (zie paragraaf 7.2.1/ Hoofdstuk Bijzondere geometrie van de perimeter in een zone zonder dokstation. 7-4). Lage bodemvrijheid Zet de bodemvrijheid zo hoog mogelijk. Robomow rijdt zichzelf regel- matig vast wanneer hij zich Maaihoogte te kort Stel de maaihoogte hoger in. beweegt over onregelmatig terrein. Vul alle kuilen op, bedek of isoleer alle blootliggende wor- Terrein moet geëgaliseerd worden tels enz. om het terrein vlak te maken. Hoofdstuk 8-7
Robomow RL555, RL855, RL2000 Probleem Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie Display Verwijder de handbediening en voer het onderstaande uit: 1. Druk diverse keren op de ‘ ’ knop 2. Druk tweemaal op de ‘ ’ knop LCD display is in een vreemde De instelling van de taal is gewijzigd of niet juist 3. Druk 4x op de ’ pijltoets (4 keer) taal. ingesteld. 4. Druk eenmaal op de ‘ ’ knop 5. Schuif met de pijl naar de juiste taal 6. Druk op ‘ ’ om deze keuze te bevestigen Probleem Mogelijke oorzaak/gebeurtenis Corrigerende/Gebruikersactie Maaien - Sluit de oplader aan Robomow aan en houd - De accu is niet volledig opgeladen. aangesloten tot het 'Gereed - Blijf laden' bericht op het LCD-scherm verschijnt. - De “Werktijd” is niet voldoende voor de - Verhoog de “Werktijd” onder “Uw opties” OF stel de grootte van de zone. “Werktijd” in op MAX' Grote stukken gras zijn niet ge- maaid nadat Robomow gereed - Het accupack is dicht bij het einde van - Vervang de accu en volg de onderhoudsinstructies is met maaien. haar levensduur in de handleiding - Stel de maaihoogte hoger in. Maai het gras - Het gras is erg hoog of zeer nat. regelmatig om te verhinderen dat het te hoog wordt. Maai liever geen nat gras. - De accucapaciteit is verminderd door - Vervang de accu en volg de onderhoudsinstructies slecht onderhoud. in de handleiding - Het is aan te raden niet meer dan 1/3 van het groene gedeelte van het gras af te maaien. Slechte maaikwaliteit (grasres- - Gras is te hoog - Zet de maaihoogte in een hogere stand ten blijven op het gazon achter) - Gebruik Robomow vaker om uw gazon te onderhouden - Voor de beste snijkwaliteit, maai met Robomow als - Gras is nat het gras droog is. We bevelen aan in de vroege namiddag te maaien. - De messen zijn versleten - Vervang messen. De bumper wordt niet geacti- veerd wanneer een obstakel geraakt wordt. - Het obstakel is minder dan 15 cm hoog, - Verwijder het obstakel is niet genoeg rigide of staat in een hoek - Doe een draad rond het obstakel (Zie hoofdstuk t.o.v. de grond zodat een goed contact 2.2.1/ Hoofdstuk 2-3) met het buitenste oppervlak van de - Ban het uit het maaigebied met de perimeterdraad. bumper verhinderd wordt. Hoofdstuk 8-8
Specificaties Hoofdstuk 9 Specificaties Afmetingen 89 cm l x 66.5 cm b x 31.5 cm h (35” l x 26” b x 12.5” h) Gewicht 23.7 kg eenheid + 14.1 kg Accupack Geluidsniveau Gemeten – 76.6 db (Gegarandeerd – 80 db) Maaibreedte 3 messen en een totale maaibreedte van 53 cm (21”) Snijden 1.5 cm buiten de wielen Maaihoogte 6 instellingen aan de voorzijde en 2 aan de achterzijde Mes voor lang gras: 38 – 89 mm Mes voor kort gras: 26 – 63 mm Toerental van de mesmotor 5800 RPM Vergelijkbare maaiprestatie* Mulch loopmaaier met 5 pk benzinemotor * Naast elkaar vergeleken Anti Dief code Noteer uw 4-cijferige Anti Dief code. Als u de code ooit vergeet, kunt u deze hier ophalen. ____ ____ ____ ____ Robomow Serienummer _______________________ Hoofdstuk 9-1
Onderhoud en opslag Hoofdstuk 10 Onderhoud en opslag 10.1 Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoud Onderhoudsprocedure Interval . Controleer en verwijder indien nodig grassnippers en vuil van het maaidek, in Elk gebruik het bijzonder indien nat en vochtig gras wordt gemaaid. . Laad de accu na elk gebruik op. 50 uur . Verwijder het Accupack en controleer de messen op schade. . Vervang messen. . Vervang ze sneller indien de snede snel bot wordt in ruw of zanderig terrein. 150 – 200 uur c BELANGRIJK c Denk erom de automatische berichtgever voor het vervangen van de messen weer terug te stellen na elke vervanging van de messen. 10.2 Onderhoud van het Maaidek Robomow is een functionele mulching maaier. Daarom kunnen zich grasresten ophopen onder het maaidek, vooral bij het maaien van nat en vochtig gras. Waarschuwing Gevaar voor ernstige verwondingen! Verwijder altijd het accupack voordat de maaimachine wordt opgetild. Messen zijn erg scherp. Zij kunnen ernstige snijwonden of rijtwonden veroorzaken. Draag altijd stevige werkhandschoenen bij het werken met of in de buurt van de messen. Gebruik NOOIT een beschadigd of gebroken mes. Gebruik alleen scherpe messen. P Inspecteer de onderkant van de maaimachine tussen twee bewerkingen. Reinig indien noodzakelijk. P Verwijder voorzichtig de opgehoopte grasresten voorzichtig van onder het maaidek. De meeste ophoping van gras kan met een kleine houten stok of een gelijk voorwerp worden verwijderd. U kan de messen verwijderen om beter toegang te verkrijgen tot de maaikamers. Hoofdstuk 10-1
Robomow RL555, RL855, RL2000 c BELANGRIJK c Leg Robomow niet ondersteboven, zo kan de handbediening beschadigd geraken. . Laat Robomow daarentegen tegen een ander oppervlak steunen om toegang te krijgen tot het maaidek. c BELANGRIJK c Gebruik NOOIT een waterslang of een andere vloeistof om de onderkant van Robomow te reinigen. Vloeistoffen kunnen onderdelen beschadigen. Gebruik alleen een vochtige of natte doek om het oppervlak schoon te vegen 1 na het afschrapen. 10.3 Onderhoud van de maaimessen P De maaimessen van Robomow moeten tussen de maaibeurten in onderzocht worden op schade. P Gebruik alleen scherpe messen. Vervang een beschadigd maaimes. P Vervang de maaimessen minstens eenmaal per seizoen, zelfs meer als ze erg bot zijn geworden. 2 P Voor het verwijderen van de messen: ) Knijp in de versleutelingstappen aan elke zijde van de meshouder (1). ) Verwijder het complete mes van Robomow (2 en 3). ) Om een maaimes opnieuw te installeren, moet u het over de as met spiebanen schuiven en het aandrukken tot u een harde klik hoort. Dan weet u dat het mes goed vastzit op de as (4). 3 OPGELET! VERWIJDER ALTIJD HET ACCUPACK VOOR HET VERRICHTEN VAN ONDERHOUD AAN DE MESSEN! 4 c BELANGRIJK c Voor de beste uitvoering wordt Instellingen Druk GO en schuif naar "Messen aanbevolen alle drie messen te vervangen. Het slijpen Bevestig vervangen" menu van de messen wordt niet aanbevolen omdat na het slijpen geen goed evenwicht kan worden verkregen. Messen vervangen Robomow heeft een automatisch geheugensteuntje om de Druk GO messen na elke 200 werkuren te vervangen. c BELANGRIJK c Onthoud de “Messen vervangen” Wis bericht Druk GO voor herstarten "Vervang teller na elke vervanging van de messen opnieuw te Druk GO messen" teller starten. Hoofdstuk 10-2
Onderhoud en opslag 10.4 Onderhoud van de buitenste behuizing Gebruik alleen een vochtige doek en een droge borstel om de buitenkant van Robomow te reinigen. Een licht reinigingsmiddel in een wateroplossing kan gebruikt worden, en wring de doek uit voordat gereinigd wordt. c BELANGRIJK c Gebruik nooit scherpe of schurende reinigingsmiddelen. Bespuit nooit met een tuinslang of een ander soort vloeistofspuit. 10.5 Onderhoud van het accupack Volg altijd de instructies voor het onderhoud en opladen van de accu zoals aangegeven in Hoofdstuk 6. 10.6 Het verwijderen van oude accu’s c BELANGRIJK c Doe geen gebruikte accu’s bij uw huisafval. De accu moet verzameld worden zodat hij gerecycled of op een milieuvriendelijke manier verwerkt kan worden. Breng het oude accupack naar een recyclage bedrijf dat erkend is voor het recycleren van loodzuur accu’s. 10.7 Het aansluiten van de perimeterdraad Indien de perimeterdraad moet verbonden worden: Gebruik de verbindingen die in de Robomow doos zitten. Ze zijn waterbestendig en geven een betrouwbare elektrische verbinding. P Strip 1,5 cm van elk draadeind P Draai de gestripte einden om elkaar en gebruik hiervoor een tang. P Voer de gedraaide draden in de aansluitconnector. P Schroef de draadconnector stevig op de gedraaide draden. c BELANGRIJK c Alleen ineen gedraaide draden is een goede verbinding, ook een kroonsteentje met isoleerband mag niet gebruikt worden. Door bodemvocht oxideren de draden en na een tijdje resulteert dat in een onderbroken stroomkring. Hoofdstuk 10-3
Robomow RL555, RL855, RL2000 10.8 Onderhoud van het gebied van het basisstation P Hou de ingang van het basisstation vrij van bladeren, stokken en twijgjes en ander afval dat zich daar ophoopt. P NOOIT met een waterslang rechtstreeks op of in het basisstation spuiten. Gebruik altijd een vochtige doek en een borstel om de buitenzijde en het gedeelte onder het laaddeksel waar de contacten zijn, te reinigen. P Wees voorzichtig wanneer u rond het basisstation maait met een motortrimmer. Er kan schade ontstaan aan de buitenzijde en aan de voedingskabel. P Behandel alle sporen van vervuiling door insecten met een plaatselijk aanbevolen insecticide. P Indien een gedeelte van de voedingskabel beschadigd is, stop dan onmiddellijk het gebruik van het basisstation, trek de draad uit het stopcontact en vervang de voedingskabel. 10.9 Winteropslag f 10.9.1 Het Accupack opslaan P Laad het accupack volledig bij tot het bericht “Klaar, blijf laden” verschijnt. P Neem het Accupack uit Robomow voor de opslag. P Zet het Accupack niet op de grond en in een koele droge plaats. De temperatuur mag niet kouder zijn dan -20 ºC. Een volledig geladen accupack mag gedurende drie maanden opgeslagen worden zonder opnieuw opladen indien opgeslagen in een koele, droge ruimte. P Laad het accupack weer op vóórdat u Robomow weer het volgende seizoen in gebruik neemt. 10.9.2 Robomow opslaan P Verwijder het accupack uit Robomow en reinig de maaimachine. P Robomow in een schone droge ruimte opslaan Dek Robomow af om het schoon en beschermd te houden. P Robomow moet op zijn wielen staan en met een vrije ruimte rondom de bumpers. c BELANGRIJK c Sla Robomow nooit op steunend een bumper op. Niets mag tegen de bumpers drukken. P Controleer de staat van de messen. Vervang de messen indien nodig. Hoofdstuk 10-4
Onderhoud en opslag 10.9.3 De Perimeterschakelaar opslaan P Maak de perimeterschakelaar los, verwijder de batterijen en sla hem op op een droge plek. 10.9.4 Het basisstation opslaan Aanbevolen wordt het basisstation voor de winter te verwijderen: P Verbreek de stroomvoorziening uit het stopcontact. P Verbreek de verbinding van de 15 m verlengsnoer met het basisstation bord. P Verwijder de verlengsnoer en plaats het in een droge ruimte. Het is niet praktisch het verlengsnoer (kabel van 15 m) te verwijderen: Verbreek de verbinding van het bord en bescherm het tegen oxidatie in de winter. P Draai de twee schroeven los die het deksel van het basisstation vasthouden. P Maak de groene aansluitstekker los (tussen de perimeterdraad en het oplaadbord). P Verwijder de groene aansluitstekker en doe een waterbestendige klem over de twee vrije perimeterdraadeinden. Dit voorkomt roestvorming terwijl de draden niet aan het station verbonden zijn. P Sla alle onderdelen op op een droge plek. P Maak u gereed voor het nieuwe seizoen ) Voordat het nieuwe maaiseizoen start, moet u de oplaadcontacten van de Robomow en van het basisstation voorzichtig schoonwrijven met fijn schuurpapier van 200 grit fijnheid of hoger of met staalwol van “00” of hoger. Dit verwijdert alle oxidatie die eventueel is ontstaan en het contact zal weer optimaal zijn. ) Vóórdat u weer gaat maaien in het nieuwe seizoen moet u het basisstation weer terug opstellen. (zie hoofdstuk 2) Hoofdstuk 10-5
Accessoires Hoofdstuk 11 Accessories Messen Hou een reserve set Accupack messen bij de hand. Het comfort van een Scherpe messen zijn grotere capaciteit met een belangrijk voor de tweede accupack veiligheid en goede maairesultaten. Perimeterschakelaar Pakket draadpinnen (50) Het gemak van een schakelaar voor elke zone Voor grotere gazons en zodat u een schakelaar niet extra zones. telkens van zone naar zone moet verplaatsen. Externe oplader Draadconnector Kan het primaire of het Wordt gebruikt om bijkomende accupack draden te verbinden opladen zonder (indien nodig) aanwezigheid van de maaier Batterijen voor perimeterschakelaar Perimeterdraad Bij voorkeur voor gebieden Voor grotere gazons en waar elektriciteit niet extra zones. beschikbaar is, of niet dicht genoeg bij de perimeterschakelaar. Aansluitstekker Voor het verbinden van de voltooide perimeterdraadinstallatie met de perimeterschakelaar Hoofdstuk 11-1
Tips voor het onderhoud van uw gazon Hoofdstuk 12 Tips voor het onderhoud van uw gazon Robomow®- Gazononderhoud was nooit zo gemakkelijk De beste tijd om te maaien Maai uw gazon wanneer het gras droog is. Dit voorkomt dat de snippers samenkleven en hoopjes vormen op het gazon. Maai als het warm weer is liever laat op de dag. Maaifrequentie Maai dikwijls, zodat u korte, kleine snippers krijgt. Gedurende het actieve groeiseizoen moet de maaifrequentie verhoogd worden naar elke 3 tot 5 dagen, vóórdat het gras te lang wordt. Korte grassnippers composteren snel en zullen het grasveld niet bedekken. Als het gras te lang wordt, verhoog dan de snijlengte, maai, en verlaag dan stapsgewijs de snijlengte na verscheidene maaibeurten. Maaihoogte Volg de regel van één derde: snij nooit méér dan 1/3 van het gras af. Indien u maait zoals het hoort krijgt u korte snippers die niet op het gazon zullen liggen. Het kan zijn dat u regelmatiger zal moeten maaien, of tweemaal maaien wanneer het gras snel groeit, zoals in de lente. Water Mulchen vermindert de hoeveelheid water die nodig is voor het gazon omdat de snippers voor 80 tot 85% uit water bestaan. Mulchen vertraagt verlies door verdamping aan het oppervlak en bewaart dus het water. Meestal hebben gazons bij mulchen minder water nodig. Beregenen Beregen uw gazon tussen 4 en 8 uur ’s morgens, zodat het water de tijd heeft om in de grond te dringen vóórdat de zon het laat verdampen. Uw gazon heeft per week 3 tot 4 cm water nodig. Door diep te beregenen kan uw gazon een diep wortelsysteem ontwikkelen, waardoor het beter bestand is tegen ziekte en droogte. Beregen niet te veel Te veel water is niet alleen een verspilling maar het kan de groei van het gras versnellen, waardoor u nog meer moet maaien. Laat de grond gedeeltelijk uitdrogen tussen de beregenbeurten. Beregen wanneer de grond 5 cm diep uitgedroogd is. Neem een schroevendraaier om uw grond te testen en de diepte van het vocht te meten. Bemesting Mulchen vermindert de hoeveelheid bemesting die nodig is omdat de snippers ongeveer ¼ van de meststoffen leveren die uw gazon jaarlijks nodig heeft. Messen Houd uw maaimessen scherp. Scherpe messen zorgen voor een zuivere, veilige en efficiënte snede. Botte maaimessen zullen de punten van het gras scheuren en versnipperen, waardoor ziektes en organismen de plant kunnen binnendringen en verzwakken. We raden aan de drie Robomow maaimessen elk jaar te vervangen. Vilt Grassnippers en vilt zijn twee verschillende begrippen die met elkaar niets te maken hebben. Zoals we hierboven al gemeld hebben bevatten grassnippers ongeveer 80 – 85% water en een klein beetje lignine, en decomposteren snel. Als we erover nadenken, golfterreinen, sportvelden en parken werden gedurende jaren en jaren gemaaid en het gras werd daar altijd gemulcht en nooit opgevangen. Een kleine hoeveelheid vilt (ongeveer 1 cm) is zelfs goed voor het gazon. Grassnippers beschermen het wortelsysteem van uw gazon tegen hitte en verlies van water. Hoofdstuk 12-1
Garantiekaart RL Series Beperkte Garantie Friendly Robotics garandeert aan de originele koper dat het “product” uit de RL series vrij van gebreken in materialen en uitvoering is wanneer gebruikt onder normale residentiële* doeleinden voor een periode van 24 maanden, 12 maanden voor de accu’s, beginnende vanaf de datum van aankoop. De productaccessoires, inclusief reserve accu’s, zijn gewaarborgd voor een periode van negentig dagen vanaf de datum van aankoop. Deze garantie omvat de kosten van onderdelen en arbeid om gedekte gebreken te herstellen wanneer uitgevoerd door een herstel- en garantiefaciliteit die erkend is door Friendly Robotics. Voor garantieherstellingen is een geldig bewijs van aankoop vereist. De beperkte garantie omvat geen dekking voor alle voorkomende transportkosten. De eigenaar draagt de verantwoordelijkheid voor de trans- portkosten naar een service en garantiefaciliteit die erkend is door Friendly Robotics. *Normale residentiële doeleinden is gedefinieerd als gebruik van het product op hetzelfde perceel als uw primaire woning. Gebruik op meer dan één locatie wordt beschouwd als commercieel gebruik, en deze garantie is dan niet geldig. Items en omstandigheden die niet gedekt zijn Deze uitdrukkelijke garantie biedt geen dekking voor het volgende: • Kosten voor serviceonderdelen of procedures voor regelmatig onderhoud, zoals maaimessen of het scherpen van messen. • Elk product of onderdeel dat gewijzigd, misbruikt, verkeerd gebruikt werd of vervanging of herstel vereist omwille van ongevallen of gebrek aan juist onderhoud. • Normale slijtage, inclusief het verbleken van verf of plastic onderdelen. • Kosten voor installatie of herinstallatie, verwijdering van installatie of alle kosten of schade verbonden aan een onjuiste installatie of onjuist gebruik van het product. • Elk product dat geopend, hersteld, gewijzigd of veranderd werd door iemand anders dan een hersteldienst erkend door Friendly Robotics. • Reparaties die nodig zijn omwille van onjuiste accuzorg en/of onjuist oplaadproces zoals opladen in natte omstandigheden, onregelmatige stroomtoevoer, of er niet in slagen Robomow® of de accu juist voor te bereiden voor een periode van niet- gebruik. • Reparaties die nodig zijn omwille van waterschade, andere dan incidentele blootstelling aan regen, herstellingen omwille van bliksem of andere gevallen van overmacht. Instructies om de garantieservice te verkrijgen Als u meent dat uw product van Friendly Robotics een gebrek aan het materiaal of de uitvoering vertoont, neem dan contact op met uw dealer die u het product verkocht heeft. Verantwoordelijkheden voor de eigenaar U moet uw Friendly Robotics product onderhouden en ervoor zorgen door de onderhoud- en verzorgingsprocedures te volgen die in de gebruiksaanwij- zing beschreven zijn. Routine onderhoud, of het nu uitgevoerd werd door een service provider of door u, is op uw kosten. Algemene voorwaarden Een reparatie door een servicedienst die erkend is door Friendly Robotics is uw enige remedie onder deze garantie. Er is geen andere uitdrukkelijke of stilzwijgende garantie. Alle stilzwijgende garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor gebruik zijn beperkt tot de duur van deze uitdrukkelijke garantie. Friendly Robotics is niet verantwoordelijk voor onrechtstreekse, bijkomstige of gevolgschade in verband met het gebruik van het product van Friendly Robotics gedekt door deze garantie, inclusief alle kosten of uitgaven om een plaatsvervangend product of service te leveren tijdens redelijke periodes van defect of niet gebruik in afwachting van herstellingen onder deze garantie. Sommige landen staan geen uitsluitingen van bijkomstige of gevolgschade toe, of beperkingen op hoe lang een stilzwijgende garantie duurt, bijgevolg zijn de bovenvermelde uitsluiting en beperkingen mogelijk niet van toepassing op u. Deze garantie verleent u specifieke legale rechten, en u hebt mogelijk ook andere rechten die variëren van land tot land. Volg steeds de veiligheidsinstructies opgegeven in deze gebruiksaanwijzing Hoofdstuk 12-3
Om uw product online te registreren, ga naar www.robomow.nl/register/ www.robomow.be/register/ www.robomow.eu