HC 333 G Handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 Manual de operação . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Instrukcja obsługi. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Οδηγßες ΧρÞσης‚ . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 115 166 1323 / 1100 - 1.1
U2W0008.fm D DEUTSCH ENG ENGLISH KONFORMITÄTSERKLÄRUNG DECLARATION OF CONFORMITY Wir erklären in alleiniger Verantwortlichkeit, daß dieses Produkt mit We herewith declare in our sole repsonsibility that this product den folgenden Normen übereinstimmt* gemäß den Bestimmungen complies with the following standards* der Richtlinien** in accordance with the regulations of the undermentioned Directives** EG-Baumusterprüfung *** durchgeführt von **** EC type examination *** conducted by **** F FRANÇAIS NL NEDERLANDS DECLARATION DE CONFORMITE CONFORMITEITSVERKLARING Nous déclarons, sous notre seule responsabilité, que ce produit est en Wij verklaren als enige verantwoordelijke, dat dit product in conformité avec les normes ou documents normatifs suivants* en overeenstemming is met de volgende normen* vertu des dispositions des directives ** conform de bepalingen van de richtlijnen** EG-typeonderzoek *** Contrôle européen du modèle type *** effectué par **** uitgevoerd door **** IT ITALIANO ES ESPAÑOL DICHIARAZIONE DI CONFORMITÀ DECLARACION DE CONFORMIDAD Noi dichiariamo sotto la nostra esclusiva responsabilità che il presente Declaramos bajo nuestra exclusiva responsabilidad, que el presente prodotto è conforme alle seguenti norme* in conformità con le producto cumple con las siguientes normas* de acuerdo a lo disposizioni delle normative ** Omologazione CE *** eseguita da **** dispuesto en las directrices** Homologación de tipo CE *** llevada a cabo por **** PT PORTUGUÊS SV SVENSKA DECLARAÇÃO DE CONFORMIDADE FÖRSÄKRAN OM ÖVERENSSTÄMMELSE Declaramos sob nossa responsabilidade que este produto está de Vi försäkrar på eget ansvar att denna produkt överensstämmer med acordo com as seguintes normas* de acordo com as directrizes dos följande standarder* enligt bestämmelserna i direktiven** regulamentos ** controle de amostra de Construção da CE *** EG-materialprovning *** genomfört av **** efectuado por **** FIN SUOMI NO NORGE VAATIMUKSENMUKAISUUSVAKUUTUS SAMSVARSERKLÆRING Vakuutamme, että tämä tuote vastaa seuraavia normeja* on Vi erklærer under eget ansvar at dette produkt samsvarer med direktiivien määräysten mukainen** følgende normer* henhold til bestemmelsene i direktiv** EY-tyyppitarkastustesti *** testin suorittaja: **** EU-typegodkjennelse *** utstilt av **** DA DANSK POL POLSKI OVERENSSTEMMELSESATTEST 2 :,$'&=(1,(2=*2'12 &, Hermed erklærer vi på eget ansvar, at dette produkt stemmer overens 2 ZLDGF]DP\]SHáQ RGSRZLHG]LDOQR FL HQLQLHMV]\SURGXNW ed følgende standarder* iht bestemmelserne i direktiverne** EF- RGSRZLDGDZ\PRJRPQDVW SXM F\FKQRUP ZHGáXJXVWDOH typekontrol *** gennemført af **** wytycznych **Kontrola wzorców UE *** przeprowadzone przez **** EL +1,.$ HU MAGYAR 0(*(*<(= 6e*,1<,/$7.2=$7 .L]iUyODJRVIHOHO VVpJQNWXGDWiEDQH]HQQHOLJD]ROMXNKRJ\H]D termék kielégíti az alábbi szabványokban lefektetett követelményeket* PHJIHOHOD]DOiEELLUiQ\HOYHNHO tUiVDLQDN által végzett vizsgálat szerint megegyezik az alábbi építési mintapéldánnyal *** a **** HC 333 * EN 861, EN 55014 ** 98/37/EG, 73/23 EWG, 89/336/EWG *** BG 991084 **** Prüf- und Zertifizierungsstelle - Fachausschuß Holz 70 563 Stuttgart - Vaihingen, Vollmoellerstraße 11 Jürgen Kusserow Vorstand ELEKTRA BECKUM AG – Daimlerstraße 1 – 47916 Meppen 1000899 2
Xw0003h.fm Handleiding DEUTSCH NEDERLANDS 1. De schaafbank in een oogopslag 1 2 11 3 10 4 5 9 6 8 7 1 Afzuigkap 8 Uitvoertafel met afzuigtrechter met afzuigtrechter (bij gebruik als vandikteschaaf- (bij gebruik als vlakschaafbank) bank) 9 Bescherming van de schaafas 2 Aanslag 10 Hoogte-instelling van de van- 3 Aanvoertafel diktetafel (bij gebruik als vlakschaafbank) 11 Montagevlak voor langgatboor- 4 Hoogte-instelling van de aan- inrichting (langgatboorinrichting voertafel niet in levering inbegrepen) 5 Schaafas 6 Hoofdschakelaar 7 Bevestigingslijst (enkel vereist bij montage van een tafelverlengstuk) 3
NEDERLANDS hiervan op de hoogte brengen. In De hierna opgesomde gevaren zijn Inhoudstafel dat geval mag u het apparaat niet in steeds aanwezig in de omgang met 1. De schaafbank in een gebruik nemen! schaafbanken. Ze kunnen, ondanks de oogopslag .....................................3 • De verpakking moet, conform de strengste veiligheidsmaatregelen, nooit 2. Lees deze tekst voor u begint!....4 lokale wetgeving inzake de bescher- helemaal vermeden worden: 3. Veiligheid ......................................4 ming van het milieu, met een − Gevaar van buitenaf: bevoegde ophaaldienst meegege- Gebruik de schaafbank nooit in de 3.1 Voorgeschreven gebruik van ven worden. regen of in een vochtige omgeving. het systeem ....................................4 Zorg dat er voldoende verlichting is. • Bewaar deze handleiding. In geval 3.2 Algemene veiligheidsvoorschriften.4 van twijfel kunt u de handleiding Werk niet in de buurt van (licht) ont- 3.3 Symbolen op de machine...............5 opnieuw raadplegen. vlambare vloeistoffen of ontplofbare gassen. 3.4 Symbolen in de handleiding ...........5 • Wanneer u het apparaat occassio- neel uitleent of verkoopt, geef dan − Gevaar voor andere personen op 3.5 Veiligheidsvoorzieningen................5 ook de begeleidende documenten de werkplek: 4. Bijzondere productkenmerken....5 Let erop dat er zich geen onbe- mee. 5. Transport en opstelling ...............5 voegde, voornamelijk kinderen, in 5.1 De machine transporteren..............5 de gevarenzone begeven. 3. Veiligheid − Gevaar wegens defecten aan de 5.2 Benodigde ruimte ...........................6 3.1 Voorgeschreven gebruik schaafbank: 5.3 De machine opstellen.....................6 van het systeem Controleer de schaafbank vóór elk 6. Bedieningsfuncties ......................6 gebruik op beschadigingen. Als de Het apparaat is ontworpen voor het schaafbank defect is, dan mag u 7. Montage.........................................6 vlakschaven en het vandikteschaven niet proberen om hem toch aan te 7.1 De aanslag monteren .....................6 van massieve houten werkstukken. De zetten. Vervang stompe schaafmes- 7.2 De uitvoertafel monteren maximaal toegelaten werkstukafmetin- sen onmiddellijk. Er bestaat terug- (enkel bij gebruik als gen mogen niet overschreden worden slaggevaar. Als er met een stomp vlakschaafbank) .............................7 (zie "technische gegevens"). schaafmes geschaafd wordt, dan 7.3 De afzuigkap monteren Elk ander gebruik is verboden. Het ontstaat er een verhoogd risico op (enkel bij gebruik als onoordeelkundig gebruik van het appa- terugslagen van het werkstuk. vandikteschaafbank) ......................7 raat, het aanbrengen van wijzigingen − Gevaar door een onveilige opstel- 7.4 De afzuiginstallatie aansluiten........7 aan het apparaat of het gebruik van ling van de schaafbank: onderdelen die door de fabrikant niet Als er met lange werkstukken 7.5 Aansluiting op het net.....................7 goedgekeurd zijn, kunnen aanleiding gewerkt wordt, dan moet er ook met 8. Bediening ......................................7 geven tot onvoorziene schade! verlengstukken op de aan- en 8.1 Gebruik als vlakschaafbank: .........7 afvoerzijde van de schaafbank 3.2 Algemene veiligheids- 8.2 Gebruik als vandikteschaafbank: ..8 gewerkt worden. Vermijd gevaarlijke voorschriften 9. Service en onderhoud..................9 lichaamshoudingen. Zorg ervoor dat 9.1 Schaafmessen monteren en demonteren ...............................9 Gevaar! Een schaafbank is een werktuig u op een stevige ondergrond staat en let er vooral op dat u altijd goed dat, als er niet voorzichtig mee gewerkt in evenwicht bent. 9.2 Onderhoud van het wordt, zwaar lichamelijk letsel kan ver- − Gevaar door vreemde voorwer- tandwielhuis voor de voeding .......10 oorzaken. Lees daarom en houd reke- pen in de schaafbank: 9.3 De aandrijfriemen controleren ......10 ning met: Controleer, voordat de machine 9.4 De machine schoonmaken • deze gebruiksaanwijzing, vooral de aangezet wordt, of er zich geen en onderhouden ...........................11 bijzondere veiligheidsvoorschriften vreemde voorwerpen in bevinden 9.5 De machine opbergen ..................11 in de betreffende hoofdstukken; (bijvoorbeeld werktuigen). 9.6 Regelmatig onderhoud .................11 • de veiligheidsvoorschriften in het − Terugslaggevaar van werkstuk- meegeleverde rode boekje; ken (het werkstuk wordt door de 10. Tips en trucs ...............................11 schaafas "gepakt" en naar die- • eventuele richtlijnen van de 11. Beschikbare accessoires ..........12 beroepsvereniging of ongevalpre- gene die het bedient geslingerd): 12. Reparatie .....................................12 ventievoorschriften voor het gebruik Werk steeds met een goed functio- van schaafbanken. nerende terugslagbeveiliging. Werk 13. Milieubescherming.....................12 steeds met scherpe schaafmessen. 14. Problemen en storingen ............12 Houd de met het apparaat meegele- Controleer de werkstukken bij twij- verde documenten zorgvuldig bij. 15. Technische gegevens ................13 fel op de aanwezigheid van De schaafbank mag uitsluitend aangezet vreemde voorwerpen zoals nagels, en bediend worden door personen die schroeven of losse takken. 2. Lees deze tekst voor u met schaafbanken vertrouwd zijn en die − Gevaar voor aanraken van begint! zich te allen tijde bewust zijn van de draaiende schaafbladen: • Voordat u het apparaat in gebruik gevaren die de bediening van schaaf- Hou voldoende afstand van de neemt, moet u eerst de handleiding banken met zich meebrengt. schaafmessen. Zet de schaafbank lezen en daarbij vooral aandacht Personen beneden de 18 jaar mogen uit als er niet mee gewerkt wordt. besteden aan het hoofdstuk „Veilig- het apparaat slechts bedienen in het − Gevaar meegetrokken te worden: heidsvoorschriften”. kader van een beroepsopleiding en Zorg dat tijdens het gebruik geen • Als u bij het uitpakken van het appa- onder het voortdurend toezicht van een lichaamsdelen of kledij door de raat transportschade vaststelt, dan ervaren leraar. machine gegrepen en meegetrok- moet u onmiddellijk uw leverancier ken kunnen worden (geen dassen, 4
NEDERLANDS geen kledij met brede mouwen; per- sonen met lang haar zijn verplicht Tip: Aanvullende informatie. werkstuk moeten de handen op een natuurlijke wijze over het beschermings- een haarnetje te dragen). profiel heen glijden. 3.5 Veiligheidsvoorzieningen − Snijgevaar bij stilstaande schaafas: Bij het vervangen van de Terugslagbeveiliging 4. Bijzondere product- schaafmessen moet u veiligheids- kenmerken handschoenen dragen. − Gevaar door zaagsel: • Probleemloos omvormen van Sommige soorten zaagsel (bijvoor- vlakschaafbank tot vandikteschaaf- beeld van eiken- of essenhout) kun- bank en omgekeerd. 12 nen bij inademing kankerverwek- • Modernste technologie, ontworpen kend zijn. Werk met een geschikte voor zwaar, duurzaam gebruik en afzuiginstallatie: 13 precieze schaafresultaten. − die op de buitendiameter van de • Aanvoer- en uitvoertafel uit grijs afzuigtuit past (100 mm) gietijzer. − met een luchtdebiet van • GS-stofgekeurd. ≥ 550 m3/h; De terugslagbeveiliging (12) moet ver- − met een onderdruk in de afzuig- hinderen, dat een werkstuk door de tuit van de schaafmachine van draaiende schaafassen naar de gebrui- 5. Transport en opstelling ≥ 740 Pa; ker van de machine geslingerd kan wor- den. 5.1 De machine transporte- − met een luchtsnelheid in de • Alle grijpers van de terugslagbeveili- ren afzuigtuit van de schaafmachine van ≥ 20 m/s; ging moeten aan de onderkant De machine kan op twee manieren spitse punten vertonen. getransporteerd worden: − Gevaar door gebrekkige veilig- heidsuitrusting: Draag bij schaaf- • Alle grijpers van de terugslagbeveili- − met een vorkheftruck of dergelijke. werkzaamheden: ging moeten vanzelf naar hun Hiervoor wordt de machine trans- − een stofmasker; beginpunt (naar onderen) terugke- portprofielen (18) op een pallet vast- ren. geschroefd. − oordoppen; − een veiligheidsbril. − met meerdere personen. Hiervoor Contactschakelaar wordt de machine met draagriemen 3.3 Symbolen op de machine De contactschakelaar (13) verhindert dat of twee gekantrechte houten balken de machine kan starten, zolang uitvoer- (17) gedragen, die onder de van- Gevaar! Het niet opvolgen van de vol- tafel of afzuigkap niet correct gemon- teerd zijn. diktetafel door geschoven worden. gende waarschuwingen kan tot ern- stige persoonlijke letsels of tot Beschermingsprofiel voor de schade aan het apparaat leiden. schaafassen Lees de handleiding. 14 Trek de stekker uit, alvorens aan de machine te werken. Draag oordoppen en een veilig- 16 15 heidsbril. Gebruik de machine niet in een vochtige omgeving. 17 3.4 Symbolen in de handlei- ding De bescherming van de schaafas voor- komt dat u de roterende schaafas tijdens Gevaar! Waarschuwing voor lichameli- het vlakschaven kunt aanraken. jke letsels of zware materiële • Na losdraaien van de schroef met schade. stervormige greep (14) wordt het beschermingsprofiel (15) aan de 18 Gevaar voor elektrische schok! Waarschuwing voor lichameli- breedte van het werkstuk aange- past. jke letsels door elektrische Oppassen! Tijdens het schaven moet de De machine mag niet bij de schok. schroef met stervormige greep vast- aan- of afvoertafels vervoerd worden. Gevaar meegetrokken te wor- gedraaid zijn, zodat het bescher- De aan- en/of afvoertafels zijn niet den! mingsprofiel niet kan verschuiven. gebouwd om het volle gewicht van de Waarschuwing voor licha- • Met de schroef (16) wordt het schaafbank te kunnen dragen. melijke letsels door mee- beschermingsprofiel aangepast aan trekken van lichaamsdelen of de hoogte van het werkstuk. kledij. Om een goede bescherming te garande- Oppassen! ren, moet de bescherming van de Waarschuwing voor materiële schaafas steeds aan het werkstuk aan- schade. gepast worden. Bij het invoeren van het 5
NEDERLANDS 5.2 Benodigde ruimte Hoogte-instelling voor de vandikte- aanslagprofiel aangepast worden tafel (indien gebruikt als vandikte- aan de breedte van het werkstuk. − Minstens 3 m x 4 m schaafbank) − voldoende draagkracht 27 28 Bij gebruik als vandikteschaafbank wordt − horizontaal de hoogte-instelling van de vandikteta- − effen fel gebruikt om de "schaafdiepte" (= de dikte van het werkstuk na de bewer- − droog king) in te stellen. − antislip. • De maximum schaafdiepte per gang Afhankelijk van de werkstukafmetingen bedraagt 3 mm. kan de benodigde ruimte groter zijn. • De maximum werkstukdikte 5.3 De machine opstellen bedraagt 180 mm. 1. Schroef beide transportprofielen De hoogte-instelling gebeurt door middel van een handwiel (24). • Na losdraaien van de klemhendel (18) van het grondframe los. (29) kan het aanslagprofiel in een 2. Hef de machine van de pallet en zet 22 stand van 45° gekanteld worden. ze neer. 29 3. Draai de schroeven waarmee de 23 transportprofielen aan het grond- frame bevestigd waren, weer in het grondframe. 6. Bedieningsfuncties 24 Hoofdschakelaar • Aanzetten = de groene schakelaar Per omwenteling wordt de hoogte van (20) indrukken. de vandiktetafel (23) met 2 mm gewij- • Uitzetten = de beschermkap (19) of zigd. 7. Montage de rode schakelaar indrukken (21). • naar rechts draaien • Om de beschermingskap te ont- grendelen, draait u de paddestoel- • = vandiktetafel hoger naar links draaien Gevaar! Wijzigingen aan de machine of = vandiktetafel lager het gebruik van onderdelen die door knop iets naar links. de fabrikant niet uitdrukkelijk getest De ingestelde schaafdikte wordt op het of goedgekeurd zijn, zijn verboden schaallint (22) aangeduid. temeer daar zij tot schade aan het Hoogte-instelling van de aanvoertafel apparaat kunnen leiden! (indien gebruikt als vlakschaafbank) − De machine moet gemonteerd 19 Bij gebruik als vlakschaafbank wordt de worden, precies zoals in de hand- hoogte-instelling van de aanvoertafel leiding voorgeschreven is. 20 (25) gebruikt om de "schaafdiepte" (= de − Gebruik uitsluitend onderdelen hoeveelheid materiaal die wegge- die samen met de machine gele- schaafd is na de bewerking) in te stellen. verd werden. 21 • Een deelstreep op het schaallint − Voer geen wijzigingen aan deze Minimumspanningsrelais naast de instelhendel (26) komt onderdelen door. Als de spanning wegvalt, dan slaat er overeen met een schaafdiepte van 1 mm. Nodige gereedschappen een minimumspanningsrelais aan. Deze relais moet voorkomen dat de machine • De maximum schaafdiepte per gang − Schroevendraaier 10 mm opnieuw inschakelt bij automatische bedraagt 3 mm − Schroevendraaier 13 mm terugkeer van de spanning. Om de − Kruiskopschroevendraaier machine weer aan te zetten moet de − Winkelhaak voor 45° en 90° groene schakelaar opnieuw ingedrukt worden. 26 7.1 De aanslag monteren Ontgrendelingsknop als overbelas- 1. Breng de aanslag aan op de beide tingsbeveiliging geleidingselementen (34). De schaafbank is standaard uitgerust 2. Breng telkens een drukplaatje (31) 25 met een overbelastingsbeveiliging. Als aan de motor te warm wordt, dan schakelt . deze beveiliging de machine automa- 30 31 tisch af. Om de schaafbank opnieuw aan Aanslagprofiel 34 te zetten: Het aanslagprofiel (28) wordt gebruikt 1. Laat de motor afkoelen (ongeveer om het werkstuk bij het vlakschaven aan tien minuten); de zijkant te geleiden. 2. druk de groene schakelaar opnieuw 32 • Na losdraaien van de schroeven 33 in. met stervormige greep (27) kan het 6
NEDERLANDS 3. Klem de aanslag met elke schroef 2. Maak de afzuigkap met de beide en zorg dat het snoer niet beschadigd (30) vast. klemhendels (41) vast. kan worden door scherpe voorwer- pen. Het aanslagprofiel richten: 38 39 Als verlengsnoer mag uitsluitend 1. Plaats een winkelhaak van 90° gebruik gemaakt worden van een tegen het aanslagprofiel. snoer met voldoende doorsnede. 2. Draai de contramoeren van de Trek de stekker niet aan het snoer uit beide instelschroeven (32) los en het stopcontact. richt het aanslagprofiel door de 40 instelschroeven ten opzichte van winkelhaak af te regelen. de Controleer de draairichting! (enkel bij uitvoering met 3. Draai de contramoeren vast. draaistroommotor): 4. Plaats een winkelhaak van 45° Naargelang de volgorde van aanslui- tegen het aanslagprofiel. 41 ting van de fasegeleiders, is het mogelijk dat de schaafas in de ver- 5. Draai de contramoeren van de keerde richting draait. Als dit het beide instelschroeven (33) los richt het aanslagprofiel door en de Tip: De contactpennen van de afzuig- geval is, dan kan dit tot schade aan de machine of beschadiging van het instelschroeven ten opzichte van de kap moeten correct in de contactschake- werkstuk leiden. Controleer daarom winkelhaak af te regelen. laar ingrijpen. Bij gebogen contactpen- de draairichting voor elke nieuwe nen of foutief gemonteerde afzuigkap zal aansluiting. 7.2 De uitvoertafel monteren de machine niet starten. (enkel bij gebruik als Bij verkeerde draairichting moeten de fasen door een elektromonteur aan de vlakschaafbank) toevoerleiding of aan de aansluiting Voor vlakschaafwerkzaamheden moet u 7.4 De afzuiginstallatie aan- op het spanningsnet omgewisseld de uitvoertafel (37) monteren (wanneer sluiten worden werden. de machine als vandikteschaafbank • Sluit de afzuigtuit van de schaaf- gebruikt werd, moet u eerst de afzuigkap bank aan op een toegelaten afzuig- samen met de hieraan gemonteerde installatie. 8. Bediening afzuigtrechter wegnemen). 8.1 Gebruik als vlakschaaf- • Haak de uitvoertafel in de schaaf- bank vast en bevestig ze met beide Tip: Het gebruik van de machine zon- bank: klemhendels (36). der afzuiginstallatie is enkel mogelijk: − in openlucht; 35 − als er slechts weinig schaafselkrul- len gemaakt worden (bij kleine werkstukken en bij geringe afname) 36 7.5 Aansluiting op het net 37 Gevaar! Elektrische spanning Gebruik de machine uitsluitend in droge ruimten. Sluit de machine enkel aan op een stroombron die voldoet aan de onder- Tip: Het vlakschaven dient om onre- gelmatige oppervlakken glad te scha- Tip: De contactpennen aan de onder- staande voorwaarden (zie ook "Tech- nische gegevens”): ven (te richten). zijde van de uitvoertafel moeten correct − beveiliging met een differentieel- − Het werkstuk ligt op de aanvoertafel. in de contactschakelaar (35) ingrijpen. schakelaar die aanslaat bij een − Het werkstuk wordt aan de onder- Bij gebogen contactpennen of foutief lekstroom van 30 mA; kant bewerkt. gemonteerde uitvoertafel zal de machine − de stopcontacten zijn reglemen- − De aanvoerrichting (voedingsrich- niet starten. tair geïnstalleerd, geaard en ting) van het werkstuk is tegenover- goedgekeurd. gesteld aan die van het vandikte- 7.3 De afzuigkap monteren − driefasige stopcontacten moeten schaven. (enkel bij gebruik als van- een aansluiting voor een neutrale dikteschaafbank) vierde ader bezitten. Werkstukafmetingen Voor vandikteschaafwerkzaamheden − bij gebruik van een zaagselafzuig- − Lengte: gebruik een duwhout bij moet u de afzuigkap met afzuigtrechter installatie moet deze eveneens werkstukken die korter zijn dan (40) monteren (wanneer de machine als van een goedgekeurde aarding 250 mm; vlakschaafbank gebruikt werd, moet u voorzien zijn; vraag om hulp of gebruik tafelver- eerst de uitvoertafel verwijderen). Het snoer moet zo gelegd worden dat lengstukken bij werkstukken die lan- 1. Haak de afzuigkap met afzuigtrech- de schaafwerkzaamheden niet be- ger zijn dan 1500 mm, ter in de schaafbank vast (de gelei- moeilijkt worden, en dat het snoer − Breedte maximaal 310 mm. deslede (38) van de afzuigkap moet niet beschadigd kan worden. − Hoogte minstens 5 mm. zich boven de geleiderail (39) bevin- Bescherm het snoer tegen hitte en den). bijtende scheikundige (vloei)stoffen, 7
NEDERLANDS Voorbereiding − Het is verboden om een den nooit onder het bescher- geschaafd werkstuk over de nog mingsprofiel voor de schaafas- Gevaar! Trek de stekker uit het stop- draaiende schaafas terug te voe- ren! sen komen. contact, alvorens werkzaamhe- 6. Zet de motor aan. den aan de machine uit te voe- 5. Beschermingsprofiel voor de 7. Het werkstuk moet rechtuit op de ren! schaafassen aanpassen: aanvoertafel aangevoerd worden. • Haak de uitvoertafel in en vergren- − Schaven van smalle zijden (voor De vingers niet spreiden (gesloten del ze met beide klemhendels. het samenvoegen) of van werk- houden) en het werkstuk met de stukken hoger dan 75 mm: vlakke hand invoeren. Pas als het Vlakschaven van werkstukken Schuif het beschermingsprofiel werkstuk in het bereik van de aan- voor de schaafas van de zijkant voertafel is mag er druk op uitge- Tip: De schaafmachine kan in één tegen het werkstuk (42). 8. oefend worden. Als u stopt met werken, dan moet u gang maximaal 3 mm materiaal weg- de machine uitzetten. schaven. 8.2 Gebruik als vandikte- 1. Zorg voor een juiste houding tijdens schaafbank: 42 het schaven: Ga opzij van de aan- voertafel staan. − Schaven van brede zijden of van werkstukken met een maximale hoogte van 75 mm: Laat het beschermingsprofiel voor de schaafassen van bovenaf op het werkstuk zakken (43). Richt de bescherming van de schaafas daarbij zo dat de vol- 2. Plaats de aanslag in de gewenste positie. gende afstanden bij geen enkele stand overschreden worden: Tip: Het vandikteschaven heeft tot 3. Stel de schaafdikte in. Achterkant – werkstuk (44) maxi- doel om een reeds vlakgeschaafd maal 3 mm; werkstuk op de gewenste diktemaat te 4. Plaats het werkstuk tegen de aan- brengen. Voorkant – werkstuk (45) maxi- slag. maal 2 mm. − Het werkstuk wordt door de vandik- Gevaar! Gevaar door contact met de teschaafbank zelfstandig in de machine getrokken. schaafas: − Het werkstuk moet met de vlakge- − Werkstukken die aan de smalle schaafde kant naar onderen op de zijde geschaafd moeten worden, vandiktetafel geplaatst worden. moeten omwille van de veiligheid 43 − De bewerking van het werkstuk goed aansluitend aan de aanslag gebeurt dus aan de bovenkant. ingevoerd worden. Gebruik een tweede aanslag, wanneer u een − De aanvoerrichting (voedingsrich- dun of smal werkstuk moet scha- ting) van het werkstuk is tegenover- ven, zodat er bij het geleiden van gesteld aan die van het vlakscha- het werkstuk voldoende afstand ven. 44 45 is tussen uw handen en de schaafas. Werkstukafmetingen max. 3 mm − max. 2 mm Gebruik een duwhout als invoer- − Lengte minstens 200 mm; hulp als er met kleine werkstuk- vraag om hulp of gebruik tafelver- ken gewerkt moet worden, waar- lengstukken bij werkstukken die lan- bij de afstand tot de schaafas onvoldoende veilig is voor de Gevaar! Gevaar door contact met de − ger zijn dan 1500 mm. Breedte maximaal 307 mm. handen. schaafas: − Hoogte minstens 6 mm; − Gebruik een werkstuksteun (bij- − Dek steeds het gedeelte van de maximaal 180 mm. voorbeeld een tafelverlengstuk), schaafas af dat niet door het zodat een groot werkstuk niet uit werkstuk afgedekt wordt. Gebruik Voorbereiding balans kan geraken. hiervoor het beschermingspro- − Schaaf uitsluitend werkstukken die veilig op de machinetafel lig- fiel voor de schaafassen. Gevaar! Trek de stekker uit het stop- − Pas het beschermingsprofiel voor contact, alvorens werkzaamhe- gen. de schaafassen precies aan de den aan de machine uit te voe- − Schaaf een werkstuk steeds over afmetingen van het werkstuk aan. ren! de volledige lengte. − Bij het invoeren van het werkstuk 1. Schuif de aanslag terug. in de schaafbank mogen de han- 8
NEDERLANDS − 2. Draai de linker en rechter klemhen- del naar buiten en neem de uitvoer- Als een werkstuk zover in de machine ingevoerd is dat het aan Gevaar! Snijgevaar bij stilstaande tafel weg. de invoerzijde niet meer geleid schaafmessen: Bij het vervangen van kan worden, neem het dan om de schaafmessen moet u veiligheids- 3. Haak de afzuigkap met afzuigtrech- veiligheidsredenen aan de uit- handschoenen dragen. ter in de schaafbank en vergrendel voerzijde uit de machine. Om de schaafmessen te demonteren: ze met de beide klemhendels. − Schaaf nooit meer dan twee werk- 1. De stekker uit het stopcontact trek- Vandikteschaven van werkstukken stukken tegelijk. In dit geval moe- ken. ten beide werkstukken aan de Tip: 2. Schuif de aanslag terug. buitenzijden van de invoerope- De schaafmachine kan in één ning ingevoerd worden. 3. Het beschermingsprofiel voor de gang maximaal 3 mm materiaal weg- schaafmessen helemaal naar boven 3. Stel de schaafdikte in. schaven. en naar buiten toe instellen. 4. Zet de motor aan. 4. Draai de vijf zeskantschroeven op 5. Het werkstuk langzaam en loodrecht de aandruklijst van het schaafmes 1. Zorg voor een juiste houding tijdens op de schaafas invoeren. Het werk- volledig vast (draag veiligheids- het schaven: stuk wordt automatisch ingevoerd. handschoenen!). − Om het werkstuk in de machine in te voeren, gaat u opzij van de 6. Het werkstuk moet loodrecht op de toevoeropening staan. schaafas en door de schaafbank zelf in de machine getrokken wor- den. 7. Als u stopt met werken, dan moet u 46 de machine uitzetten. 9. Service en onderhoud − Om het werkstuk uit de machine te nemen, gaat u opzij van de uit- Gevaar! Voordat u met de service- en voeropening staan. onderhoudswerkzaamheden begint: − Zet de machine uit. 48 47 − Trek de stekker uit het stopcon- tact. 5. Neem eerst het schaafmes (46), − Wacht tot de machine helemaal dan de aandruklijst van het schaaf- stilstaat. mes (48) uit de schaafas (47). Beschadigde onderdelen, vooral 6. Maak de oppervlakken van de beschadigde onderdelen van de vei- schaafas en de aandruklijst van het 2. Om niet parallelle vlakken te scha- schaafmes schoon met harsoplos- ven moet er met de gepaste acces- ligheidsvoorzieningen, mogen alleen door originele fabrieksonderdelen of middel. soires gewerkt worden (geschikte door de fabrikant goedgekeurde sjablonen aanmaken). onderdelen vervangen worden. Als u Gevaar! Gebruik geen schoonmaak- dit nalaat, dan kan dit tot onvoorziene middelen (bv. om harsrestanten te schade leiden. verwijderen) die de lichtmetalen delen Voordat u met de service of met het zouden kunnen beschadigen; de sta- onderhoud begint: biliteit van de lichtmetalen delen zou − Controleer de werking van alle hierdoor immers aangetast kunnen veiligheidsvoorzieningen na elk worden. onderhoud. Om de schaafmessen te monteren: − Controleer of er zich geen werk- tuigen of dergelijke aan of in de Gevaar! machine bevinden. − Gebruik uitsluitend toegelaten Onderhoudswerkzaamheden of repa- schaafmessen die in over- Gevaar! raties die niet in dit hoofdstuk eenstemming zijn met de EN 847- 1 (zie ook „Beschikbare acces- − Gebruik een duwhout als invoer- beschreven staan, mogen uitsluitend hulp, als er met kleine werkstuk- door vaklui uitgevoerd worden. soires“) – ongeschikte, verkeerd ken gewerkt moet worden. gemonteerde, stompe of bescha- 9.1 Schaafmessen monteren digde schaafmessen kunnen los- − Zet het werkstuk nooit „op z’n komen respectievelijk het terugs- smalle kant” (tijdens het scha- en demonteren laggevaar sterk doen toenemen. ven). Er bestaat een reëel terug- slaggevaar. − Zorg dat steeds beide schaafmes- Tip: Botte schaafmessen herkent sen vervangen resp. omgekeerd − Verwijder de eventueel in de men aan worden. machine geklemde werkstukde- − een verminderde schaafcapaciteit, len pas, wanneer de machine − Uitsluitend schaafmessen op de − een vergroot gevaar op terugslag, opdruk „HSS“ mogen bijgeslepen helemaal stilstaat en wanneer de en stekker uit het stopcontact worden! Zorg dat beide schaaf- getrokken is. − overbelasting van de motor. messen in dit geval evenredig bij- geslepen worden! 9
NEDERLANDS − De schaafmessen moeten met originele fabrieksonderdelen 51 Gevaar! gemonteerd worden. − U mag de steel van de sleutel niet verlengen om de schroeven stevi- 7. Een scherp schaafmes, zoals op de ger vast te zetten. tekening weergegeven op de aan- druklijst van het schaafmes plaat- − Sla ook niet op de steel van de sen. sleutel om de messen steviger De beide borgschijven onderaan de vast te zetten. instelschroeven (50) moeten in de 13. Zet het beschermingsprofiel voor de beide gleuven (49) van het schaaf- − Met een liniaal (52) (dit werkt pre- schaafmessen helemaal in de mes grijpen. ciezer dan de instelkaliber). beginstand. − Leg de liniaal over de uitvoert- 14. Zet de aanslag vast. 49 afel en de schaafas zoals weergegeven op de tekening. 9.2 Onderhoud van het tand- 52 5 - 10 mm wielhuis voor de voeding De voedingsaandrijving bevindt zich achter het zijpaneel aan de kant van de hoofdschakelaar. 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Schroef de zes kruiskopschroeven 50 van het zijpaneel los en neem het paneel weg. 3. Sluit een schaafselafzuigsysteem met een aangepaste adapter aan op 8. Plaats de aandruklijst voor het − De schaafas met de hand, de afzuigtuit of verwijder het schaaf- schaafmes samen met het schaaf- tegen de draairichting tijdens sel met een penseel. mes in de schaafas. Let op dat het het schaven, helemaal rond- 4. Besproei de kettingwielen en de schaafmes goed op de twee schij- draaien. aslagers en assen (zie "pijlen") ven van de instelschroeven blijft zit- − De messen zijn juist afgesteld regelmatig met onderhouds- en con- ten. als de liniaal zich tijdens de serveringsspray (gebruik geen 9. Draai de vijf zeskantschroeven op draaibeweging tussen de 4 en olie!). de aandruklijst van het schaafmes 6 mm meeverplaatst . er zover uit, dat de aandruklijst zich Deze controle moet aan beide nog net parallel aan de schaafas zijden van de schaafas door- laat bewegen. gevoerd worden. 11. Om het uitsteken van de messen juist in te stellen, moeten de instel- schroeven in de klemlijst van de schaafmessen met een inbussleutel van 3 mm bijgesteld worden. − naar links draaien: de messen steken meer uit; − naar rechts draaien: de messen steken minder uit. 12. Om de schaafmessen vast te zet- ten, draait u de vijf zeskantschroe- ven op de aandruklijst van het schaafmes er volledig uit. Om interne spanningen in de aandruk- Oppassen! 10. Er zijn twee manieren om te contro- Zorg dat er geen spray op de lijst van het schaafmes te vermijden, leren hoever de messen uit de aandrijfriem terechtkomt, en gebruik draait u eerst de middelste schaafas steken: een buisje om gericht op de betref- schroef vast. Vervolgens draait u − Met het instelkaliber (51) (dit fende punten te spuiten. Anders zou- beurtelings de schroeven vast die moet conform de ongevalpreven- den de aandrijfriemen kunnen slip- meer naar de uiteinden liggen. tievoorschriften meegeleverd pen. worden). 5. Plaats het zijpaneel terug en zet het − Het instelkaliber voor het met de zes kruiskopschroeven weer schaafmes op de schaafas vast. plaatsen, zoals is weergege- ven op de tekening. De 9.3 De aandrijfriemen contro- schaafmessen moeten precies leren zover uitsteken dat ze het De aandrijfriem voor de schaafas (54) en instelkaliber kunnen raken. de aandrijfriem voor de voedingsaandrij- De controle moet aan beide ving (55) moeten regelmatig gecontro- schaafmessen en aan beide leerd en eventueel bijgespannen wor- zijden van de schaafas door- den. Beide aandrijfriemen bevinden zich gevoerd worden. 10
NEDERLANDS achter het zijpaneel aan de kant van de 9. Sluit eventueel een schaafselafzuig- • De schaafmessen controleren: hoofdschakelaar. systeem met een aangepaste adap- − Zitten de messen vast? ter aan op de afzuigtuit of verwijder − Zijn de messen scherp? De aandrijfriemen controleren: het schaafsel met een penseel. − Algemene toestand 1. Plaats de vandiktetafel in de onder- 10. Plaats het zijpaneel terug en zet het (geen krassen etc.) ste stand. met de zes kruiskopschroeven weer • Spaanders en stof verwijderen: 2. Trek de stekker uit het stopcontact. vast. − Aan de binnenkant van de 3. Schroef de zes kruiskopschroeven machine; van het zijpaneel los en neem het 9.4 De machine schoonma- ken en onderhouden − Rond de spindels van de hoogte- zijpaneel weg. instelling: 4. Controleer de riemspanning door er 1. Trek de stekker uit het stopcontact. • De uittrekwals controleren: met de duim op te drukken. Elke 2. Sluit het schaafselafzuigsysteem − Is de laklaag beschadigd? aandrijfriem mag in het midden met een aangepaste adapter aan op − Worden de werkstukken juist maximaal 10 mm ingedrukt kunnen de afzuigtuit of verwijder het schaaf- ingevoerd? worden. sel met een penseel. − Schaafas; • Dun laagje glijwas aanbrengen: De aandrijfriemen aanspannen: − Op de aan- en afvoertafel − Hoogte-instelling voor het 5. Draai de flensmoer (53) van de beschermingsprofiel van de draagplaat voor de voedingsaandrij- 1x per maand (bij dagelijks gebruik) schaafas; ving vanaf de binnenzijde van het • Besproei de spindels voor de − Hoogte-instelling voor de vandik- apparaat los – de aandrijfriem van hoogte-instelling met een dun laagje tetafel; de voedingsaandrijving (55) is nu onderhouds- en conserverings- − Tandwielkast voor de aanvoer. spray. ontspannen. 3. Breng een dunne laag onderhouds- • Controleer de aansluitingskabel op 53 en conserveringsspray aan op de beschadigingen en laat hem even- onderdelen (gebruik geen olie!): tueel door een elektromonteur ver- − Hoogte-instelling voor de vandik- vangen. tetafel; − Hoogte-instelling voor het beschermingsprofiel van de 10. Tips en trucs schaafas. • Schaaf de werkstukken met de rich- 4. Breng een dunne laag glijwas aan ting van de vezels mee, indien op de aanvoer-, de afvoer- en de mogelijk. 6. Draai de vier motorbevestigings- vandiktetafel. • Maak bij lange werkstukken gebruik schroeven (56) ongeveer één van rolsteunen voor en na de omwenteling los – de aandrijfriem 9.5 De machine opbergen schaafbank. van de schaafas (54) is nu ontspan- nen. Gevaar! Berg de machine steeds zo op, • Leg de holle zijde naar onder bij het schaven van een gebogen (kromge- 54 − dat ze niet toevallig door onbevo- trokken) plank. egden aangezet kan worden en • Zorg dat u bij het schaven van een 55 − dat niemand er zich aan kan ver- kort werkstuk: wonden. − een duwhout gebruikt; Oppassen! − het werkstuk met de smalle zijde Berg de machine niet onbe- vooraan schaaft; 56 schermd op in open lucht of in een − het werkstuk onder een hoek van vochtige omgeving. ongeveer 20° ten opzichte van de aanvoerrichting vooruitduwt. 57 9.6 Regelmatig onderhoud • Bij het vandikteschaven is het beter voor meer schaafbeurten met een Gevaar! De controles en werkzaamhe- kleine schaafdiepte te kiezen dan den die hier beschreven worden, zijn voor minder schaafbeurten met een nodig voor het behoud van de veilig- grote schaafdiepte. 7. Om de aandrijfriem van de schaafas heid! Als er aan één van de machine- • Houd het tafeloppervlak schoon – op te spannen, drukt u de motor (57) onderdelen een probleem vastgesteld verwijder vooral de harsrestanten naar beneden. Bij een correcte wordt, dan mag de schaafbank niet in met behulp van een hiervoor riemspanning haalt u bevestigings- gebruik genomen worden. Het pro- geschikte reinigings- en onder- schroeven van de motor (56) over- bleem moet eerst door een vakman houdsspray (accessoire). hoeks aan. opgelost worden! • Behandel de oppervlakken va de 8. Om de aandrijfriem van de voe- machinetafel na het schaven met Voordat er met het werk begonnen dingsaandrijving op te spannen, een glijmiddel (bijvoorbeeld WAXI- wordt draait u de draagplaat voor de voe- LIT). Dit zorgt voor een zuiver dingsaandrijving vanaf de binnen- • De terugslagbeveiliging controleren: schaafresultaat en een vlottere aan- zijde van het apparaat in de richting − De beweeglijkheid van de grij- en uitvoer. van de pijl. Bij een correcte riem- pers spanning haalt u de flensmoer (53) (moeten automatisch terugvallen) weer aan. − De grijpervingers (niet afgerond) 11
NEDERLANDS Het bewerkte oppervlak vertoont 11. Beschikbare accessoires 13. Milieubescherming scheuren: Voor bijzondere werkzaamheden zijn Het verpakkingsmateriaal van de • Het schaafmes is stomp. volgende accessoires verkrijgbaar in de machine is 100 % recycleerbaar. − Vervangen door scherpe schaaf- vakhandel – de tekeningen vindt u terug Afgedankte machines en accessoires messen. op de omslagzijde achteraan: bevatten grote hoeveelheden waarde- • De schaafmessen zijn met schaaf- A Afzuiginstallatie volle grond- en kunststoffen, die even- sel verstopt. beschermt de gezondheid en houdt eens gerecycleerd kunnen worden. − De schaafselresten verwijderen. de werkplaats schoon. De gebruiksaanwijzing werd op chloor- • Het werkstuk werd tegendraads B Tweede aanslag vrij gebleekt papier gedrukt. bewerkt. om vlakke werkstukken probleem- − Het werkstuk andersom bewer- loos te vlakschaven. ken (omdraaien). C Rijinrichting 14. Problemen en storingen • Er wordt teveel in een keer wegge- schaafd. om de schaafbank makkelijk te ver- plaatsen. Gevaar! Alvorens een storing te verhel- − Het werkstuk in meerdere beur- D Langgatboor- en freesinrichting pen, moet u: ten bewerken. om langwerpige gaten te boren van − het apparaat uitzetten. De voedingssnelheid is te gering maximaal 100 mm diep en maxi- − de stekker uit het stopcontact (vandikteschaven): maal 100 mm lang. • Er zitten harsresten op de vandikte- trekken. E Set langgatboren tafel. − wachten tot de schaafas stilstaat. 6 mm, – 8 mm, – 10 mm, – 12 mm. − Maak de vandiktetafel schoon en F Langgatboor 6 mm Controleer de werking van alle veilig- breng er een dun laagje glijwas heidsvoorzieningen na elk onderhoud. op aan. G Langgatboor 8 mm H Langgatboor 10 mm De motor draait niet: • Transportrollen draaien moeizaam. I Langgatboor 12 mm • Het minimumspanningsrelais is uit- − Stel de transportrollen opnieuw gevallen als gevolg van een span- af. J Tafelverlengstukken ningsuitval. • De hoofdaandrijfriem slipt. noodzakelijk voor de bewerking van lange werkstukken. − Opnieuw aanzetten. − Span de hoofdaandrijfriem aan. K Hardmetaalschaafmessen • Er is geen spanning. Het werkstuk zit geklemd om harde houtsoorten te schaven. − Controleer het snoer, de stekker, (vandikteschaven): L Schaafmessen uit HSS-staal het stopcontact en de betreffende • Er wordt teveel in een keer wegge- om zachte houtsoorten te schaven. zekering. schaafd. M Instelinrichting voor schaafmessen • De motor is oververhit, bijvoorbeeld − Bewerk het werkstuk in meerdere om probleemloos in te stellen hoe- door stompe schaafmessen, te hoge beurten. ver de messen uit de schaafas uit- belasting of door spaanophoping. steken. − De oorzaak van de oververhitting N Rolsteunen wegnemen. De machine onge- om lange werkstukken correct aan veer tien minuten laten afkoelen en uit te voeren. en vervolgens opnieuw aanzet- O Glijmiddel WAXILIT ten. om het hout goed over de machine- • De contactpennen aan de uitvoerta- tafels te laten glijden. fel resp. de afzuigkap grijpen niet in P Onderhouds- en conserverings- de contactschakelaar. spray − Monteer de uitvoertafel resp. de om harsrestanten te verwijderen en afzuigkap correct. Pas de con- metalen oppervlakken te conserve- tactpennen eventueel wat aan. ren. Het schaafvermogen vermindert • Het schaafmes is stomp 12. Reparatie − Vervangen door scherpe schaaf- messen. Gevaar! Reparaties van elektrische • De hoofdaandrijfriem slipt. machines mogen uitsluitend door een − De hoofdaandrijfriem aanspan- elektromonteur uitgevoerd worden! nen. De elektrische machines kunnen voor Het bewerkte oppervlak is te ruw: reparatie verzonden worden naar de • Het schaafmes is stomp. adressen die op de voorlaatste pagina vermeld staan. − Vervangen door scherpe schaaf- messen. Geef bij inzending voor reparatie een omschrijving van het vastgestelde • De schaafmessen zijn met schaaf- defect. sel verstopt. − De schaafselresten verwijderen. • Het werkstuk is nog te nat − Laat het werkstuk drogen. 12
NEDERLANDS 15. Technische gegevens Motoren Wisselstroom 230 V, 50 Hz W 2500 Driefasige stroom 400 V, 50 Hz W 2800 Zekeringen A 16 (langzaam) Beveiligingsklasse IP 54 Toerental onbelast Motor min-1 2800 Schaafas min-1 6300 Voedingssnelheid (vlakschaven) m/min 5 Schaafmesafmetingen Lengte mm 310 Breedte mm 20 Dikte mm 3 Afmetingen van de machine Diepte (incl. aan- en afvoertafel) mm 1240 Breedte mm 580 Hoogte mm 850 Werkstukafmetingen max. breedte (vandikteschaven) mm 307 max. hoogte (vandikteschaven) mm 180 max. breedte (vlakschaven) mm 310 Gewicht kg 140 Vandikteschaven: geluidsvermogenniveau (EN ISO 3746:1995)* Onbelast dB (A) 91,8 Belast dB (A) 95,5 Emissiewaarden op de werkplaats (EN ISO 11202:1995)* Onbelast AP1 dB (A) 75,7 Belast AP1 dB (A) 82,9 Onbelast AP2 dB (A) 78,5 Belast AP2 dB (A) 81,5 Vlakschaven: Geluidsvermogenniveau (EN ISO 3746:1995)* Onbelast dB (A) 94,0 Belast dB (A) 97,5 Emissiewaarden op de werkplaats (EN ISO 11202:1995)* Onbelast dB (A) 85,7 Belast dB (A) 90,9 * De geluidsemissie werd conform EN 861 berekend, waarbij de bijlagen B en C van ISO7960:1995 als uitgangspunt genomen werden voor de werkomstandigheden. De opgegeven waarden zijn emissieniveaus en niet noodzakelijkerwijs niveaus voor een veilige werkomgeving. Hoewel er tussen emissie- en immissieniveaus een verband bestaat, kan hieruit niet met zekerheid afgeleid worden, of er bijkomende maatregelen noodzakelijk zijn. De factoren die het huidige immissieniveau op de werkplaats bepalen, zijn de duur van de blootstelling, de ruim- tekarakteristiek, andere geluidsbronnen etc. zoals het aantal machines en andere bewerkingsprocessen in de nabije omgeving. Bovendien kan het toegelaten immissieniveau van land tot land verschillen. Desondanks laat deze informatie de gebruiker van de machine toe het gevaar en de risico’s beter in te schatten. 13
A 013 002 0011 B 091 105 3594 C 091 105 3195 ø 6 mm 1 2 0 4 3 D 091 105 3187 E 091 103 0497 F 936 004 2119 ø 8 mm ø 10 mm ø 12 mm G 936 004 2127 H 936 004 2135 I 936 004 2267 1 2 0 4 3 J 091 001 8469 K 091 105 3160 L 091 105 3179 M 091 101 6397 N 091 005 3353 O 431 306 2258 P 091 101 8691 51